De cultuurweek van auteur Bart Van Loo: ‘Zonder Filips de Stoute en Margaretha van Male had ik hier niet gestaan’

Zaterdag 29 maartMechelen Vertelkathedraal

Op het VRT-podcastfestival luisteren zeshonderd aanwezigen naar de making-off van Stoute schoenen. We laten bloopers horen, alsook fragmenten uit nog niet gelanceerde afleveringen. De hamvraag: hoe transformeer je een boek tot podcast? Om een idee te geven breng ik een improvisatie hoe een episode over Bourgondisch Mechelen zou kunnen klinken.

We vieren dat de Stoute schoenen-podcast in de eerste twee maanden van zijn bestaan 609.930 luisterbeurten haalde. Een opluchting, want je vraagt je altijd af of er hoegenaamd iemand luistert. Het zijn nog lang niet de acht miljoen beluisteringen van De Bourgondiërs, maar het is wel de bevestiging van een parallelle wereld. Een podcast lijkt op een ondergronds netwerk dat zich onzichtbaar vertakt en uiteindelijk in de oren van een hoogstpersoonlijk individu belandt. Dat gebeurt ver van voorpagina’s en talkshows, het geschiedt als het ware clandestien.

Een van de aanwezigen wilde weten waarom zoveel mensen luisteren naar een hoorspel waar de middeleeuwen vertellend tot leven worden gebracht. Kijk, destijds schaarden mensen zich rond een verteller die bij een vuur kwam vertellen. Hij was degene die kon lezen, hij opende een nieuwe wereld. Vandaag kan zowat iedereen lezen, maar hebben we steeds minder tijd om dat te doen. En dus hebben we weer een middeleeuwse verteller nodig.

Bart Van Loo met hoofdpersonages uit twee van zijn boeken: ‘Napoleon’ en een ‘Bourgondiër’.

Foto Roger Cremers

Alleen doet die dat eenzaam in een studio, en luisteren mensen al even alleen in de auto, tijdens het strijken, al joggend. Hoeveel vrouwen vertelden me niet dat ze met mij in slaap vallen? Zo ontstaat een ‘community’ van luisteraars die zich via de podcast vaak alsnog tot lezers ontpoppen. Boeken, podcasts en voorstelling groeien uit tot een soort vertelkathedraal, een Bourgondische Sagrada Familia zeg maar, waar altijd nog een toren kan worden bijgebouwd, een huis met vele ingangen.

De aanwezige Nederlanders lijken opgetogen dat de tijdreispodcast via Sluis en Nijmegen zopas ook hun land heeft bereikt. Dat is nog maar het begin, beloof ik, weldra volgen Haarlem, Dordrecht, Den Haag en veel meer. Vervolgens klinken we met een Gouden Carolus op Karel V, de laatste Bourgondiër, die hier in Mechelen opgroeide.

Maandag 31 maart & dinsdag 1 aprilOttignies Het wapen van Filips de Goede

In het theater van Ottignies breng ik twee avonden na elkaar de Franse versie van mijn Bourgondische vertelvoorstelling. Tot mijn verbazing is een handvol Nederlanders afgezakt naar Ottignies. Naast enkele Luxemburgers en Vlamingen, bestaat het publiek verder natuurlijk vooral uit Franstalige Belgen, maar heel even lijkt het alsof de hele Bourgondische Nederlanden zich gewillig laten toespreken in de taal van Filips de Goede.

Een dame schenkt me een zwart T-shirt met daarop Filips’ wapenschild. Als ik het shirt aantrek lijk ik de fan van een Scandinavische metalband. Ik vraag of ze de blazoenen van Vlaanderen, Brabant en Limburg kan aanduiden. Een makkie, zo blijkt.

Woensdag 2 aprilNederlandsche Bank, Amsterdam Wolfijzers op de grens

Als schrijvende Vlaming de grens oversteken blijft een hachelijke onderneming. Ter hoogte van Rozendaal liggen de door hogere krachten neergelegde voetangels en klemmen… wolfijzers die dichtklappen als een ander accent, een andere tongval weerklinkt, als iemand niet bestelwagen zegt maar camionette, niet Willem van Oranje maar Filips de Goede.

Ik dank dan ook de jury dat ze de Gouden Ganzenveer 2025 op de hoed steken van deze Kempenaar, deze Brabander, halve Antwerpenaar, stilaan tot West-Vlaming transformerende Belg, die uitgegeven wordt in het o zo Hollandse Amsterdam, maar die net zo graag optreedt in Nijmegen, Bergen op Zoom, Luik of Kortrijk, in het Diets of in het Frans, als het moet in het Kempisch, ieder zijn moerstaal, die getrouwd is met een Française en zich al een half leven onderdompelt in die Franse cultuur, kortom, deze witte vijftiger van wie de identiteit verdacht lijkt op een Bourgondische lasagne.

De Gouden Ganzenveer is de erkenning dat 19 juni 1369 het begin van de belangrijkste Summer of ’69 uit onze geschiedenis is

Zonder Filips de Stoute en Margaretha van Male had ik hier niet gestaan. Dankzij hen hebben we een datum die ons allen, Brabanders en Henegouwers, Hollanders en Vlamingen, enfin… Nederlanders en Belgen, verbindt, een datum die duidelijk maakt dat er leven was en is voor Willem van Oranje. 19 juni 1369. De dag dat zij trouwden in Gent, toen Bourgondië en Vlaanderen een historische-chemische reactie aangingen die zou leiden tot het ontstaan van de Lage Landen.

De toekenning van deze Gouden Ganzenveer beschouw ik als een officiële Nederlandse erkenning dat de Lage Landen een Bourgondische uitvinding zijn én dat 19 juni 1369 het begin is van de belangrijkste Summer of ’69 uit onze geschiedenis.

Bart Van Loo met ‘Taalstaat’-presentator Frits Spits.

Foto Roger Cremers

Als laureaat mag ik een Jonge Veer uitreiken. De keuze voor Jonas Roelens combineert een aantal elementen. Hij geeft drukbezochte lezingen in Vlaanderen, hij praat mensen op de radio bij over de middeleeuwen. Dat hebben we gemeen. Een groot verschil is dat hij werkzaam is op een universiteit. Toen ik jong was droomde ik ervan professor te worden. Allicht was ik niet briljant genoeg.

Maar tegelijk is het mijn redding geweest. Op de universiteit moet je credits scoren, peer reviewed artikelen schrijven, geld binnenhalen. Als je je ziel wilt leggen in boeken die een breder publiek opzoeken dan moet je dat maar op zondag doen. Ik had De Bourgondiërs, waar ik vier jaar aan werkte, nooit kunnen schrijven.

En nu zie ik een jonge kerel die vanuit de universiteit toch probeert boeken te maken waarin hij zijn research gedreven vertaalt. Zijn boek De onuitspreekbare zonde is een pertinente, vernieuwende én prettig leesbare analyse van sodomie in de Zuidelijke Nederlanden tussen 1400 en 1700.

Bart Van Loo met zijn echtgenote tijdens het optreden van Eddy et les Vedettes.

Foto Roger Cremers

Deze toekenning van de Jonge Veer is een shout-out naar de universitaire wereld: vermaal deze Jonas niet zoals veel jonge academici worden platgewalst door een systeem dat vaak geen vrijplaats meer is waar intelligentie en creativiteit elkaar kunnen omhelzen.

Ter afsluiting spelen Eddy et les Vedettes de pannen van het dak. Frans chanson. Gezongen poëzie. Het besef dat in het woord lyriek de lier zit ingebakken. Tien jaar geleden toerden we samen door de Lage Landen, nu brengen ze opnieuw iedereen aan het dansen.

Zo eindigt deze uitreiking als een bruisende herinnering aan Chanson. Een gezongen geschiedenis van Frankrijk, het boek dat er, mede dankzij optredens in DWDD, voor zorgde dat deze Vlaming de wolfijzers en voetangels ter hoogte van Rozendaal wist te trotseren.

Foto Roger Cremers