Het gaat goed met klassiek talent in Nederland, zou je denken als je ziet welke keuzestress de commissie van de Nederlandse Muziekprijs dit jaar had. Maar liefst drie musici rondden er hun traject succesvol af: organist Laurens de Man, sopraan Elisabeth Hetherington en accordeonist Vincent van Amsterdam. Maar aan de poten van het muziekonderwijs wordt al jaren gezaagd. Met het voor de komende subsidieperiode in één klap wegbezuinigen van alle zes organisaties voor klassiek talent leek er zelfs even met de botte bijl te worden gehakt. Maar gelukkig werd die beslissing teruggedraaid. Of dat ook gaat gebeuren voor de klassieke ensembles die buiten de boot vielen, is nog maar zeer de vraag. Er lopen bezwaarprocedures, maar vooralsnog hangt het voortbestaan van onder andere Holland Baroque, Pynarello en Camerata Trajectina aan een zijden draadje. Opera Zuid denkt al aan stoppen. Alle vier zouden een jammerlijk gat in de Nederlandse klassieke muziek achterlaten.
Hé, even wat leuke herinneringen aan dit jaar alsjeblieft? De cursus die ze drie jaar geleden al volgde bij de dit jaar begonnen Componist des Vaderlands Anne-Maartje Lemereis heeft zijn vruchten afgeworpen: de elfjarige Lize Bastiaens werd dit jaar onze eerste KinderComponist des Vaderlands. En ook ‘nieuwe’ oude noten van Mozart en Chopin waren lichtpuntjes. Net als de vele prachtige concerten natuurlijk.
Rahul Gandolahage
10. Jaap van Zweden met het Hong Kong Philharmonic
Twaalf jaar lang was Jaap van Zweden chef-dirigent van het orkest van Hongkong. Tijdens hun laatste tournee samen, waarin ze Rotterdam aandeden, hoorde je dat het een gelukkig huwelijk is geweest. De goed ontwikkelde orkestklank had een bijna elektrisch geladen spanning en barstte van de haarscherpe details.
Lees ook
Onder Jaap van Zweden speelt het Hong Kong Philharmonic Orchestra kraakhelder en puntgaaf
9. Maxim Shalygins (anti-)opera ‘Amandante’
Wat is Amandante? Een anti-opera, misschien. Geïnspireerd door Plato’s Symposium schreef Shalygin een wonderbaarlijk, stilistisch divers werk. De première moest even op gang komen, maar daarna sleepte een meesterlijke dramaturgie je mee door een achtbaan van emoties, in een triomf van muzikale verbeeldingskracht.
Lees ook
Shalygin maakt van Plato’s Symposium een meesterlijke soort-van-opera over de liefde
8. Danish String Quartet op de Strijkkwartet Biënnale
Het eerste concert van de Strijkkwartet Biënnale was direct een voltreffer: het Danish String Quartet speelde een ultiem verstillend ‘Der Tod und das Mädchen’ van Schubert, als vier autonome figuren die ergens onder het podium dezelfde wortels leken te hebben.

Rahul Gandolahage: Het concert begint goed, maar halverwege sluipen er wat foutjes in. Dat kan, musiceren is een uitputtende bezigheid. Des te oogverblindender is de hemel als die daarna toch nog openbreekt: een ervaring die begint wanneer je je ogen niet meer open krijgt, als je ze dicht hebt, en niet meer dicht als je ze open hebt. Ogen? Wat zijn ogen? Aan het einde van het tweede deel was de wereld, de tijd, en je lichaam even weg. Ze speelden subliem, alles verstillend. Er was alleen dat kwartet, die muziek, toen, daar.
Lees ook
Zó open je een festival. De Strijkkwartet Biënnale had niet beter kunnen beginnen
7. ‘M.C. Escher’s Imagination’ van Hawar Tawfiq door KCO o.l.v. Klaus Mäkelä
Het Concertgebouworkest en dirigent Klaus Mäkelä begonnen dit jaar beeldend, met onder meer het prachtige M.C. Escher’s Imagination van Hawar Tawfiq en Modest Moessorgski’s Schilderijententoonstelling. Je waande je in een droom – één waaruit je niet wilde ontwaken.
Lees ook
Klaus Mäkelä schept met het Concertgebouworkest een muzikale droom waaruit je niet meer wilt ontwaken
6. Beethovenrecital van Mitsuko Uchida
Beethoven componeerde zowat zijn hele werkzame leven pianosonates en maakte daarin een onvoorstelbare evolutie door. De wonderlijke laatste drie sonates worden wel vaker samen gespeeld in één concert, maar zelden met zo’n verbluffende schoonheid en zeggingskracht als bij Mitsuko Uchida.
Lees ook
De klankgevoelige Mitsuko Uchida laat geen accent onbelicht in Beethovens magische laatste pianosonates
5. Manfred Honecks invalbeurt bij het KCO
Het Concertgebouworkest viert het tweehonderdste geboortejaar van Anton Bruckner. Simpelweg al zijn (toch al niet weinig gespeelde) symfonieën nóg een keertje uitvoeren lijkt niet de origineelste manier om dat te doen, maar dirigent Manfred Honeck maakte het eigenhandig drie-dubbel-en-dwars de moeite waard met zijn invalbeurt in de Achtste symfonie.

Marnix Bilderbeek: Als recensent zit je vaak op zo’n analytische of beschouwende manier te luisteren dat het niet altijd gemakkelijk is om je te laten raken. Deze uitvoering van Bruckners Achtste symfonie door het Concertgebouworkest vormde daarop een gelukkige uitzondering: ik ben twee keer gaan luisteren en was beide keren zeer geëmotioneerd. Honeck is een magiër met een unieke en organische kijk op Bruckner. Voor mij het beste concert van het jaar.
Lees ook
Manfred Honeck slaagt in het onwaarschijnlijke: de stilte opzoeken in Bruckner 8
4. Martha Argerich en Lahav Shani met het Rotterdams Philharmonisch
Pianiste Martha Argerich (83) soleerde bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van chef-dirigent Lahav Shani in Bartóks Derde pianoconcert. Als voorproefje speelde ze met Shani aan een tweede vleugel werken voor twee piano’s van Bartók en Rachmaninoff: een samenspraak vol kleur, finesse en energie.

Mischa Spel: Dat Argerich de laatste jaren frequent in Rotterdam te beluisteren is, is een groot geluk. Bij muzikale legendes op leeftijd wil de live-ervaring nog wel eens teleurstellen, zo niet hier. Te zien en horen hoe zij opging in duo’s met Shani was al een feest van inspiratie en muzikaliteit, en toen moest Bartóks pianoconcert nog komen. Als motorische fijnzinnigheid ongehinderd ten dienste staat van menselijke rijpheid, kan soms magie ontstaan. Dat is wat hier gebeurde.
Lees ook
Pianolegende Argerich laat alle ogen glanzen: zo kan het óók
3. Familievoorstelling ‘Piratenkoningin’ van De Nederlandse Reisopera
Met de Piratenkoningin is Nederland een verrukkelijke familieopera rijker. Een lekker over-the-top oma, een gemene vorstin en een meisje op zoek naar haar eigen heldhaftigheid: sopranen Lilian Farahani, Francis van Broekhuizen en Aylin Sezer waren een ijzersterk trio in dit niet-doorsnee piratenavontuur. (in samenwerking met Theater Sonnevanck en ROSE stories)

Loni Verweij: „Water, overal water! Zee, niks dan zee!” Twee maanden na deze voorstelling kan ik het walsende lijflied van piratenkoningin Grace O’Malley (Francis van Broekhuizen) zó terughalen. Deze voorstelling met meeslepende muziek van Monique Krüs had vanaf de eerste minuut de wind vol in de zeilen. Humor, avontuur en ontroering volgden elkaar in rap tempo op en maakten dit tot een heerlijk aanstekelijke voorstelling voor iedereen met (sluimerende) piratendromen.
Lees ook
Spannend, grappig, ontroerend: ‘Piratenkoningin’ (8+) is een verrukkelijke familieopera
2. Brigitta Muntendorfs ‘Melencolia’
Melencolia van componist Brigitta Muntendorf was een muziektheatraal hoogtepunt van het Holland Festival. Een bomvol, hyper-eclectisch en hightech muzikaal totaaltheater waarop je amper grip kreeg, zonder dat dat stoorde: de zinderende aaneenschakeling van tableaus en scènes bleef van begin tot eind boeien.

Joep Stapel: Volgens componist Muntendorf behelst melancholie ‘het gevoel dat je volledig verloren bent’, en zo voelde het bijwonen van Melencolia ook. Het was een prettig soort dwalen. Een filosofische duiding van de kopstoot van Zidane ging hand in hand met een jengelend koortje van verveelde schikgodinnen. Er was een interactieve app, een greenscreen met live VR-beelden, maar de technologie was geen doel op zich. Via virtuoos en onbevreesd totaaltheater peurde de voorstelling diep in de melancholieke ziel van onze tijd.
Lees ook
‘Melencolia’ is een jubelend uitvergroot biopt van het leven zelf
1. ‘Goldbergvariaties’ door Janine Jansen op haar Bach-festival
In maart hield violist Janine Jansen een driedaags Bach-festival in het Concertgebouw. Met altviolist Timothy Ridout en cellist Daniel Blendulf maakte ze van de Goldbergvariaties een diep spirituele ervaring, een louterend en universeel levensverhaal van anderhalf uur.

Joost Galema: En dan komt de 25ste variatie. De Poolse klavecimbelpionier Wanda Landowska noemde die „de zwarte parel” van een meesterwerk, dat – bedoeld of onbedoeld – een levenscyclus lijkt te weerspiegelen. Die 25ste variatie dwingt je – moedigt je aan, is misschien beter gezegd – tot het accepteren van het mysterie dat het bestaan nu eenmaal is. Maar wat een schoonheid schuilt er soms in dit niet-weten. Daar kan muziek ons als geen ander mee verzoenen (mocht dat nodig zijn).
Lees ook
Janine Jansen en het wonder van Bachs Goldbergvariaties: in een hypnotische roes naar een hogere dimensie
