De Belg bovenaan de piramide: een prikkelend, maar weinig onthullend boek over Christian Van Thillo

Is nieuws een maatschappelijk goed of een verhandelbaar product? In zijn column in NRC van zaterdag 4 februari (Perverse prikkels voor het journaille) vraagt Auke Hulst zich af ‘waar kranten voor zijn’.

Voor het maken van winst zodat een krant kan investeren en overleven, of voor het uitkeren van dividend aan de aandeelhouders? En of, onder druk van zoveel mogelijk clicks en kunstmatige intelligentie, een krant nog wel de gewenste democratische rol kan vervullen wanneer alles draait om efficiëntie en winstmaximalisatie.

Het is tevens de onderliggende gedachte van een nieuw boek over een van de machtigste mediamannen van de afgelopen decennia, Christian Van Thillo (1962) van DPG Media. Journalist Mark Koster (1969, Quote, De Telegraaf, De Juice Show met Yvonne Coldeweijer) schreef een stevig boek (443 pagina’s) met veel grote woorden over de man. Hij noemt het zelf een „onthullende biografie:

De hoogdravende titel van het eerste hoofdstuk verraadt wat voor boek het wordt. Het heet ‘Demasqué van een persbaron’. De auteur wil het doek wegtrekken en laten zien dat voor de machtige leider van de ‘Schaduwmacht van de Lage Landen’ (titel van hoofdstuk twee) de vrije pers slechts een middel is om veel geld te verdienen. Hij schrijft, in dat tweede hoofdstuk: „ Zeker, Van Thillo is een liefhebber van kranten en media, maar ook een uitbater met een winstoogmerk. In elke fatsoenlijke democratie controleert de pers de macht, maar wie controleert de macht van de pers?’ De auteur maakt zijn belofte om te ontmaskeren niet waar.

Het boek van Koster is vlot geschreven, vol met tot de verbeelding sprekende ontmoetingen en juicy details, maar zonder echt schokkende openbaringen. Het schimmige verleden van de familie, de rol van subsidies die het bedrijf groot gemaakt zouden hebben, de eerste stappen op de commerciële tv-markt met VTM: alles staat er keurig in. Maar medewerking van Van Thillo zelf of toegang tot de archieven kreeg hij niet. Wel een gepeperde brief van de juridische afdeling. Het is dus vooral een boek geworden met anderen die over hun (ex-)baas praten. Al dan niet gekleurd door slechte ervaringen.

Christian Van Thillo, schrijft Koster, is een man met „drukinkt in de aderen”. Een ouderwetse courantier. Een man die uit liefde voor de journalistiek verlieslijdende kranten opkoopt en weer oplapt. Maar wel door diep te snijden. Een buitenstaander die het liefst anoniem aan de touwtjes trekt. Een charmante zakenman met een verleden als ontregelende losbol. Iemand die met oud geld veel nieuw geld maakte.

‘De Belgen’ volgen in zijn spoor. Dat zijn de vertrouwelingen die op een redactie landen na een overname. Ze dicteren de lijn van de grote baas en dulden geen tegenspraak. Wie tegensputtert, kan een carrière binnen mediaconglomeraat DPG vergeten.

Sexy informatie

Mensen willen betalen voor goede of sexy informatie, leert Christian Van Thillo al vroeg in het familiebedrijf. Vader Ludo Van Thillo is uitgever en legt de fundamenten van de Persgroep (later DPG Media). Als student, schrijft Koster, leeft Christian het leven van een rijke jetsetter: „hengstenballerig” met veel feesten, drank en flauwe grappen. Pas in Amerika ziet het rijkeluiszoontje volgens Koster het licht. Hij studeert op Duke University in North Carolina en laat zich inspireren door bedrijfskundeprofessor Michael E. Porter. Hij ziet de noodzaak van discipline én reflectie en leert hoe je de concurrentie moet aanpakken. En: ‘Een bedrijf moet een uitdagende omgeving voor het personeel zijn met excellente arbeidsvoorwaarden, vette bonussen en spetterende bedrijfsfeesten. Aan de andere kant geldt ook: wie niet presteert, kan vertrekken.’

Op zijn 27ste, in 1989, neemt hij het bedrijf over. De eerste Nederlandse overname van De Persgroep is het Parool, in 2002. Daarna volgen het AD, Trouw en de Volkskrant. Trefzeker beschrijft Koster de veranderingen in de Nederlandse journalistiek van de afgelopen twintig jaar. Arbeiderszelfbestuur maakt plaats voor duidelijke aansturing en kostenbesparingen. De alwetende, kettingrokende en uitgebreid borrelende, journalist gaat meer luisteren naar de wens van de lezer. Die wil, weet Van Thillo, vooral verhalen over mensen, liefst met emoties: honey stories.

Van Thillo geeft in 2020 de dagelijkse leiding over en richt zich op strategie. Het DPG-imperium blijft groeien, synergie is het toverwoord. Naast de al genoemde kranten vallen NU.nl, Qmusic, en de meeste regionale kranten onder de DPG-paraplu. Als de mededingingsautoriteit het goedkeurt komt RTL daar binnenkort bij.

Door de vele doorplaatsingen van artikelen van de ene naar de andere DPG-krant is er een verschraling in het aanbod, betoogt Koster. Hij schrijft denigrerend: „DPG is een journalistieke kopiefabriek geworden.” Dat is te kort door de bocht. Je kunt ook beargumenteren dat veel regionale titels anders waren verdwenen. Schaalvergroting en slim werken zijn vereisten in tijden waarin mensen het nieuws steeds vaker – gratis – lezen via sociale media en adverteerders liever ruimte kopen bij Google of Facebook. Zolang de nieuwsmerken onder de DPG-paraplu onafhankelijk kunnen opereren is de pluriformiteit van de pers niet in het geding. Al zou het voor de maatschappelijke rol van de journalistiek goed zijn als een deel van de 70 miljoen aan dividend die DPG vorig jaar uitkeerde, terechtkwam bij vormgevers, redacteuren en fotografen. De mensen die het product maken.

Koster eindigt het boek met een klaagzang over het gebrek aan toegang tot de mensen die juist voor openheid en transparantie zouden moeten staan. In de tussenliggende pagina’s heeft hij vakgenoten hard de maat genomen en soms al veroordeeld. Het boek is prikkelend maar te vaak ongenuanceerd en daardoor onevenwichtig. De verontwaardiging en frustratie druipen van het laatste hoofdstuk af. De auteur is geen steek dichterbij gekomen.