De atoombom brak in de film pas door in de jaren tachtig

Analyse De wereld is al sinds 1945 bang voor een kernoorlog. Toch werd dat pas in de jaren tachtig een filmonderwerp. Waarom?

Een atoomexplosie in de komedie ‘Matinee’ van Joe Dante (1993).
Een atoomexplosie in de komedie ‘Matinee’ van Joe Dante (1993). Foto Universal

Sinds 1945 leeft de wereld onder de schaduw van een nucleaire holocaust, maar eigenlijk zijn er verrassend weinig speelfilms over de atoombom. Biopic Oppenheimer, over de vader van de atoombom, is vrij uniek.

De Duitse emigré Fritz Lang had als eerste een film over de race om een atoombom te ontwikkelen. In zijn thriller Cloack and Dagger (1946) reist Gary Cooper als natuurkundige Alvah Jesper tijdens de oorlog naar Zwitserland om Italiaanse en Duitse kerngeleerden te werven voor het Manhattan Project. Hoever zijn de nazi’s? Langs finale werd uit de film geknipt: daar vinden Amerikaanse commando’s een ondergrondse Duitse atoomfabriek vol dode concentratiekamp-arbeiders: de nazi-atoombom blijkt foetsie. „Dit is jaar één van het atoomtijdperk en God helpe ons als wij dit geheim houden”, is de conclusie: een pleidooi om nucleaire kennis te delen met de Sovjet-Unie.

Het Manhattan Project werd in 1947 vereeuwigd in het prestigieuze, houterige docudrama The Beginning of the End, met acteur Hume Cronyn als Oppenheimer. Na die flop was de atoombom even van tafel, al volgde er op de Sovjet-atoombom in 1949 en de test van de eerste waterstofbom op atol Bikini patriottische propaganda om het publiek te kalmeren. Films als Above and Beyond (1952), waarin piloot Paul Tibbets van bommenwerper Enola Gay zonder enige twijfel of wroeging de atoombom op Hiroshima dropt, zijn zanikende vrouw ten spijt. Vermoedelijk juist omdat de VS in het reine moesten komen met nieuwe kwetsbaarheid voor een atoomaanval, dook de nucleaire paddestoel in de jaren vijftig zelden op in Hollywood: te confronterend. De onderliggende angsten – infiltratie, raketten, radioactiviteit – vonden een indirecte uitweg in sci-fi en horror. Dat maakte Stanley Kubricks vileine nucleaire komedie Dr. Strangelove in 1964 ook zo schokkend: daarin loopt de doctrine van ‘wederzijds verzekerde vernietiging’ stuk op de realiteit van menselijke stupiditeit. De film eindigde met een ballet van kernexplosies en Vera Lynns troostrijke ‘We’ll meet again’.

Lees ook een interview met Christopher Nolan over ‘Oppenheimer’, de biopic over de vader van de atoombom

Protestfilms

Een unicum; pas in de jaren tachtig omarmde de film de kernbom, toen een nieuwe wapenwedloop met de zieltogende Sovjet-Unie begon. De wereld leek opnieuw af te stevenen op een kernoorlog, maar dat vooruitzicht leidde ditmaal tot protestfilms. Nucleaire paddestoelen waren overal. Films als Threads, When the Wind Blows of The Day After waarschuwden voor een kernoorlog, de postapocalyptische film kwam in de mode. Zelfs Steven Spielbergs Raiders of the Lost Ark (1981) kun je zien als een film over de race om een atoombom te ontwikkelen. In die film zoeken nazi’s de Joodse Ark des Verbond, een bijbels massavernietigingswapen – zoals Hitler ondanks zijn wantrouwen tegen kwantummechanica als ‘Joodse wetenschap’ toch aan een atoombom werkte. De Ark blijkt anders dan de atoombom alleen nazi’s te verbranden: Indiana Jones kan hem uiteindelijk veilig opslaat in een Amerikaanse pakhuis.

Met de val van de Muur en de Sovjet-Unie nam nucleaire angst nieuwe vormen aan. In de Terminator-reeks roeit een losgeslagen AI de mensheid uit met kernwapens, vaak zeer expliciet in beeld gebracht. James Bond maakte overuren om oude Sovjet-kernwapens uit handen van gangsters en terroristen te houden: een hoofdmotief van actiefilms als The Sum of All Fears (2002), waar een kernbom een sportstadion in as legt.

Toch kleeft er inmiddels iets nostalgisch aan de nucleaire paddestoel. We grinnikten al om de vertederende mix van gesublimeerde paniek en utopisme in cultdocumentaire Atomic Café of om speelfilm Matinee. Om Indiana Jones die in een koelkast een kernproef overleeft en om de guitige paddestoeltjes in Wes Andersons Asteroid City. Zo retro! Daarmee maakte je vroeger kinderen bang. Duimen dat het zo blijft.

Een nucleaire paddestoel in het drama ‘The Day After’ van Nicholas Meyer (1983).
Foto Imageselect