De Afrikaanse Unie schuift aan bij de G20, maar worstelt met haar geloofwaardigheid

Profiel

Afrikaanse Unie De Afrikaanse Unie wordt lid van de G20. De organisatie werd ooit naar voorbeeld van de EU opgericht, maar kampt met een gebrek aan daadkracht. Zo kan ze weinig veranderen aan de huidige golf van staatsgrepen op het continent.

De Indiase premier Narendra Modi (rechts) begroet de Comoriaanse president Azali Assoumani, vertegenwoordiger van de Afrikaanse Unie, zaterdag bij de G20-top in Delhi.
De Indiase premier Narendra Modi (rechts) begroet de Comoriaanse president Azali Assoumani, vertegenwoordiger van de Afrikaanse Unie, zaterdag bij de G20-top in Delhi. Foto Evan Vucci / AFP

Afrika kan voortaan meer ruimte op het wereldtoneel innemen. Het eerste wapenfeit van de G20-top in New Delhi op zaterdag: de Afrikaanse Unie is permanent lid van het economisch samenwerkingsverband. Terwijl de Indiase premier Narendra Modi zei „vereerd” te zijn de toevoeging als voorzitter te hebben bewerkstelligd, werd aan de ronde vergadertafel een stoel bijgeschoven. Op het tafelblad kwamen een extra naambordje en een donkergroen vlaggetje. De Comoriaanse president Azali Assoumani, tevens AU-vertegenwoordiger, werd innig door Modi omhelsd.

Lees ook: Consensus bij G20 heeft een prijs: Russische inval in Oekraïne niet veroordeeld

De G20 moet zo meer divers worden. Maar binnen de AU zelf spelen uiteenlopende belangen en het ontbreekt de organisatie vaak aan daadkracht.

Voor de oprichting van de AU in 2002 was de Europese Unie het voorbeeld. In het Kings Park Stadium in Durban kwamen dat jaar de Afrikaanse staatshoofden in groten getale opdagen te midden van een kakofonie van vuvuzelas, militaire muziek en Zulu-dansen om de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) ten grave te dragen en de AU op te richten. Op het podium, geflankeerd door amazones in uniform, herinnerde Moammar Gaddafi zijn collega’s eraan dat het zijn idee was om de OAE te vervangen door een meer pragmatische AU die de weg zou vrijmaken voor de ‘Verenigde Staten van Afrika’. „Afrikaans land voor Afrikanen”, luidde de favoriete slogan van de Libische leider.

De OAE, opgericht in Addis Abeba in 1963 in de euforie van de onafhankelijkheid, was in de volksmond „de vakbond van dictators” gaan heten, die het alleen vurig met elkaar eens waren als kolonialisme en de apartheid in Zuid-Afrika ter sprake kwamen. Discussies binnen de OAE over fundamentele zaken, de economische verloedering op het continent, oorlogen en politieke repressie, leidden tot niets of vonden zelfs helemaal niet plaats, want de lidstaten wezen iedere inmenging van de OAE af.

Tandenloos én vooruitgang

Nigeria en Zuid-Afrika speelden onder hun toenmalige presidenten Olusegun Obasanjo en Thabo Mbeki een belangrijke rol bij de oprichting van de AU als opvolger van de tandenloze OAE. De lidstaten moesten de kwaliteit van bestuur in elkaars landen in de gaten gaan houden en bij ontsporing van de democratie direct ingrijpen. Dat gebeurde een jaar later voor het eerst, toen de AU soldaten naar Burundi stuurde. Later volgde een militaire vredesmissie in de regio Darfur in Soedan. Maar die voortvarendheid werd onder volgende leiders niet doorgezet. Weliswaar veroordeelde de AU coups en schorste ongehoorzame lidstaten, maar ze liet de beslissing over ingrijpen aan regionale samenwerkingsverbanden als Ecowas in West-Afrika.

Lees ook: Jihadisten rukken ondanks militaire staatsgrepen snel op in de Sahel

De AU blijft worstelen, ook met de huidige golf van staatsgrepen op het continent: acht in twee jaar. Het lukt de AU niet daar veel aan te veranderen. Voorzitter Moussa Faki Mahamat (63) hekelde onlangs de lidstaten omdat ze zich niet aan afspraken over democratisering houden. „Onze regels zijn duidelijk. Maar we komen ze niet na, in het bijzonder problematische lidstaten die knoeien met grondwetten en geen transparante verkiezingen houden.”

Vergeleken met de in diskrediet geraakte OAE heeft de AU wel degelijk ook vooruitgang gebracht. De verlammende politiek van niet-inmenging in interne zaken is vervangen door een beleid van niet-onverschilligheid: staatsgrepen worden veroordeeld, evenals andere ongrondwettelijke veranderingen in het bestuur. De beginselen worden echter telkens anders uitgelegd. Mahamat Idriss Déby, zoon van de bij gevechten omgekomen president Idriss Déby, nam in 2021 ongrondwettig de macht over in Tsjaad. De eveneens Tsjadische AU-voorzitter Moussa Faki wist een sterke continentale veroordeling daarvan te voorkomen, terwijl op de coups in Mali, Burkina Faso en Niger juist wel sancties volgden.

Er zijn in Afrika weinig leiders met een werkelijk pan-Afrikaanse visie

Op een AU-bijeenkomst keurde Faustin-Archange Touadéra, de president van de Centraal Afrikaanse republiek, een verklaring goed waarin hij „ondubbelzinnig alle vormen van ongrondwettelijke veranderingen in de regering” veroordeelde, evenals de „negatieve impact op de vrede” van „particuliere militaire bedrijven” en andere buitenlandse „huurlingen”. Hij deed dit zonder met zijn ogen te knipperen; onlangs wijzigde hij in een controversieel referendum de grondwet en maakte van zijn land de cockpit van de activiteiten in Afrika van het Russische huurlingenleger Wagner Group.

Bij een van de ernstigste oorlogen ooit in Afrika, die in Tigray in Ethiopië tussen 2020 en 2022 met een geschatte half miljoen doden, kwam de AU laat in actie. Het door China gebouwde hoofdkwartier van de organisatie staat in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba en de AU wilde de gastheer, premier Abiy Ahmed, niet tegen de schenen schoppen. Dergelijke diplomatieke geneugten belemmeren een doelgericht beleid op de jaarlijkse AU-topbijeenkomst van staatshoofden in Addis Abeba waar alle besluiten van de AU-commissie van Faki moeten worden bekrachtigd.

Eigen geld nodig

Lees ook: Op de eerste klimaattop van Afrika gaat het vooral over geld

Als het om goed bestuur gaat, is de trend in Afrika negatief, met meer autoritaire regimes, wanbeheer en systematische corruptie. Democratisch gekozen regeringen kunnen hun beloftes aan een jonge en werkzoekende bevolking niet waarmaken. Er zijn maar weinig leiders met een werkelijk pan-Afrikaanse visie. Om geloofwaardig te blijven moet de AU meer eenheid, meer leiderschap en meer eigen geld genereren. Het AU-budget is een bescheiden 650 miljoen dollar per jaar, de EU betaalt voor de interventiemacht in Somalië.

De AU legt daarom steeds meer de nadruk op economie. De komst van de Afrikaanse Continentale Vrijhandelszone, in 2021, zal de handel binnen op continent stimuleren en de economische gevolgen van de coronapandemie voor de anderhalf miljard Afrikanen compenseren. En de AU hield vorige week in Kenia een geslaagde topconferentie over het klimaat, waarbij het Afrika niet zozeer presenteerde als slachtoffer van vervuiling in de rijke wereld, maar vooral als bestemming van investeringen in groene energie.