De ‘antigenderbeweging’ klinkt steeds luider in Nederland

Reportage

Lhbti-rechten Een allegaartje van extreem-rechts, ultraconservatieve christenen en een homobelangenorganisatie vormt de antigenderbeweging in Nederland. Deze verzet zich – steeds luidruchtiger – tegen wat ze ziet als „een vorm van destructivisme”.
Aanhangers van Voorpost en JFVD demonstreren half april in Rotterdam tegen een drag-voorleesuur.
Aanhangers van Voorpost en JFVD demonstreren half april in Rotterdam tegen een drag-voorleesuur. Foto Hedayatullah Amid

Half april, Rotterdam. Terwijl lopers van de marathon luidkeels worden aangemoedigd, klinkt een paar straten verderop voor theater LantarenVenster om heel andere redenen geschreeuw. „Nederland wees paraat, hou de pedo’s van de straat!”, scandeert de ene kant van de straat naar de andere kant. Die is met meer, en roept terug: „Nazi’s go home!” Er klinkt tromgeroffel en iemand steekt een groene rookbom af.

De aanleiding: twee dragqueens zullen die dag voorlezen aan kinderen.

De oorspronkelijke organisator van het protest valt nauwelijks op tussen de schreeuwende groepen. Lennard van Mil is de voorzitter van Stichting De Roze Leeuw, een homobelangenorganisatie die zich verzet tegen ‘genderideologie’. De voorleesmiddagen zijn al jaren een manier om jonge kinderen kennis te laten maken met diversiteit en genderidentiteit. Maar de conservatieve homo-organisatie – die naar eigen zeggen twintig vrijwilligers en honderden donateurs heeft, maar met maar drie man aanwezig is op het protest – sprak zich op Twitter uit tegen de actie, die kinderen zou seksualiseren: „Ons land is ziek, ernstig ziek”, stond in een van de vele posts. „Kom op Nederland, zelfs de homo’s springen nu op de barricades!”

Van Mil is een beetje ontdaan van de opkomst. Veruit de grootste groep bestaat uit lhbti-organisaties en Antifa die hun steun betuigen aan de dragqueens. Daartegenover staan behalve De Roze Leeuw ook de jongerentak van Forum voor Democratie en de extreemrechtse organisatie Voorpost, ieder in hun eigen vak. Allemaal spreken ze zich uit tegen ‘lhbti-propaganda‘, ‘pedofilie’ en ‘genderideologie’.

Het zijn termen die de laatste jaren zijn opgekomen in het publieke debat over lhbti-kwesties in Nederland. De Transgenderwet? Die komt voort uit een genderideologie, volgens de tegencampagne Gendertwijfel, van christelijke kopstukken en conservatieve feministen. Pim Lammers, die zich na bedreigingen terugtrok als auteur van het Kinderboekenweekgedicht? Pedofiel, volgens de ultraconservatieve katholieke organisatie Civitas Christiana, en moeder-influencers. De Week van de Lentekriebels, een lesprogramma over seksualiteit voor basisscholen? Een product van de regenbooglobby en lhbti-propaganda, aldus De Roze Leeuw en Forum voor Democratie.

Zo is een bonte coalitie ontstaan van groepen die zich richten op gender en seksualiteit. Hoe is dat zo gekomen? Waar komt hun onvrede vandaan? Op wie richten ze zich? En wijst die op een achteruitgang voor de positie van lhbti’ers in Nederland?

Neoconservatieve hoek

Het verzet tegen ‘genderideologie’, ‘regenbooglobby’ dan wel ‘lhbt-propaganda’ komt uit zowel religieuze als neoconservatieve hoek, ziet Niels Spierings, universitair hoofddocent sociologie aan de Radboud Universiteit, die onderzoek doet naar onder meer de publieke opinie over lhbti-kwesties. „Neoconservatief betekent grofweg terug willen naar een duidelijke en traditionele taakverdeling tussen mannen en vrouwen.” Met ‘genderideologie’ bedoelen deze groepen het gedachtegoed waarin die duidelijke man-vrouwcategorieën zijn losgelaten. Drag en non-binariteit zijn daar voorbeelden van.

Die wens naar een traditionele orde klinkt ook in Rotterdam. De extreem-rechtse groepering Voorpost arriveert met een grote banner: „Bescherm onze gezinnen!” Naast de tekst staat een icoontje van een gezin dat zich met een paraplu beschermt tegen een regenboog. „Het gezin is de hoeksteen van de samenleving”, zegt voorman Florens van der Kooi. „Voor ons bestaat een gezin uit man, vrouw en kinderen.”

Dit gedachtegoed past bij de wereldwijde ‘antigenderbeweging’. Het heeft haar wortels in de Katholieke Kerk, maar is de afgelopen tien jaar in Europa ook overgenomen door rechts-conservatieve groepen. Trouw beschreef onlangs de trend dat rechts-radicale en conservatieve politici zich zelfs laten bekeren tot het katholicisme. De rechts-radicale opiniemaakster Eva Vlaardingerbroek ontving bijvoorbeeld eind april met haar vader het vormsel.

De voorlezende dragqueens, met Dolly Bellefleur op de voorgrond, krijgen in Rotterdam ook steun. Foto Hedayatullah Amid

Wellicht verbaast het dat een homobelangenorganisatie als De Roze Leeuw zich aansluit bij dat gedachtegoed. „Binnen de christelijke gemeenschap is immers weerstand tegen lhbti”, zegt Anne Louise Schotel, politicoloog bij de Universiteit van Amsterdam, die onderzoek doet naar seksualiteit en genderidentiteit. „Maar dat is in dit geval geen tegenstelling.” De Roze Leeuw staat volgens haar voor een vorm van homoseksualiteit, waarbij normen over seks en gender in stand blijven. „Homonormativiteit”, noemt ze dat, of „heteronormativiteit, maar dan zonder vrouwen”. De Roze Leeuw zet zich af tegen de vrije seksuele moraal binnen de homogemeenschap en tegen voorlichting over genderidentiteit aan kinderen. Ze noemt zich een groep ‘holebi’s’ en geen lhbt’ers. Ook de conservatief-feministische groep Voorzij propageert een onoverkomelijk biologisch onderscheid tussen mannen en vrouwen.

Regenboogparadox

De antigenderbeweging lijkt groeiende in Nederland. Het ultraconservatieve katholieke genootschap Civitas Christiana begon in 2014 met de campagne Gezin in Gevaar, uitsluitend gericht op onderwerpen over gender en seksualiteit. Stichting Bijbels Beraad werd in 2020 opgericht om het „Bijbels denken over huwelijk, seksualiteit, geslacht en de relatie tussen man en vrouw” te bevorderen. Het waren ook christelijke partijen die de campagne van Gendertwijfel financierden, zoals met advertenties in kranten en bushokjes.

Maar socioloog Spierings „ziet geen groei”. Wél dat het debat „verhitter” wordt, „omdat er een stap is gezet naar dingen die minder geaccepteerd zijn”. Hij wijst op de hoge acceptatie van homoseksualiteit onder de Nederlandse bevolking. Volgens de LHBT-monitor uit 2022 van het Sociaal en Cultureel Planbureau staat slechts 4 procent daar ‘negatief’ tegenover. Bij ‘genderdiversiteit’ is dat nog 9 procent.

Conservatieve en christelijke groepen voelen allebei dat ze in het „verdomhoekje” zitten, zegt Spierings. „Dat is ook waar: hun waarden worden bedreigd. Dus zullen ze uitgesprokener worden.”

De lhbt-acceptatie lijkt wel te stagneren: volgens het SCP wordt de houding tegen zowel homoseksualiteit als genderdiversiteit sinds 2017 niet duidelijk positiever.

De acceptatie van transgender personen is hoog, maar de weerstand is veel zichtbaarder

Niels Spierings universitair hoofddocent sociologie

Maarten Klaassen, die namens Bijbels Beraad cursussen en lezingen geeft, zegt dat de stichting werd opgericht vanwege „de verwarring in de samenleving” over gender. De stichting was ook betrokken bij Gendertwijfel. Klaassen ziet in de „genderbeweging een vorm van destructivisme”. „Wij geloven in waarheid. Dat God de mens geschapen heeft als man en als vrouw.”

Lees ook dit artikel: Honderden predikanten tekenen verklaring tegen homoseksualiteit

Dat resoneert ook buiten religieuze groepen. „We weten uit onderzoek dat mensen weerstand voelen tegen het afschaffen van man-vrouwcategorieën”, zegt Anne Louise Schotel. „Ook al stelt niemand dat voor. Mensen ervaren een verlies van een ordeningsmechanisme. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar dat lijkt vaak samen te gaan met het verlies van andere dingen: geen vlees meer mogen eten, geen vuurwerk meer mogen afsteken, het afschaffen van Zwarte Piet.”

De Groene Amsterdammer schreef in 2021 dat Civitas Christiana door middel van een ‘Red Zwarte Piet’-campagne de basis legde voor een achterban die niet alleen handtekeningen, maar ook donaties verstrekt. De campagne sloeg ook een brug met radicaal-rechts – in 2015 sprak Thierry Baudet op de fondsenwervingsavond van Civitas Christiana.

Lees ook dit artikel: Tegen alle revoluties, voor Christus en Zwarte Piet

‘Liefde groter dan haat’

De JFVD staat het dichtste bij de tegendemonstranten en zwaait met een afbeelding van een verbodsbord over een regenboogvlag. Voorzitter Iem Al Biyati wordt overstemd door het rumoer. Dan meldt een agent dat Voorpost graag ook in hun vak wil, omdat ze nu een beetje achteraf staan. Na kort overleg, gaat Iem Al Biyati akkoord.

Het COC maakt zich zorgen dat door de zichtbaarheid ook de weerstand groeit, zegt Astrid Oosenbrug, voorzitter van de lhbti-organisatie, aan de overkant, over het kabaal in Rotterdam heen. Ze noemt de voetbalsupporters die bij het COC Eindhoven een regenboogvlag van het gebouw rukten. Transgender Netwerk Nederland (TNN) zag in 2022 een verdubbeling van het aantal gemelde incidenten van discriminatie tegen transgender personen ten opzichte van 2021. „Nu zijn het de dragqueens”, zegt Oosenbrug. „Maar morgen jij of ik, vergeet dat niet.”

„Nederland wordt niet conservatiever. Wel gevaarlijker”, zegt Spierings. „Dat is de regenboogparadox. De acceptatie is stabiel hoog, of groeiende, maar de weerstand is veel zichtbaarder.”

Aanhangers van de jongerentak van Forum voor Democratie (JFVD) nemen deel aan de antigenderdemonstratie in Rotterdam. Foto Hedayatullah Amid

Uiteindelijk is volgens Oosenbrug „de liefde groter dan de haat”, verwijzend naar de honderden regenboogvlaggen die als reactie op ‘Eindhoven’ óók werden opgehangen. „En als je nu kijkt naar dat groepje, staan ze eigenlijk een beetje voor gek nu.”

De Roze Leeuw denkt juist dat vlaggen averechts werken. „Regenboogbankjes, zebrapaden, het uithangen van vlaggen – dat lijken onschuldige symbolen, maar die confronteren de meerderheid continu met homo’s”, vertelt Lennard van Mil. „We horen uit de heterogemeenschap: ‘We hebben er nooit een probleem mee gehad, maar nu voel ik een soort afkeer. We zijn zo blij met jullie geluid.’ Wij zorgen voor de verbinding. We bewijzen de homo-gemeenschap een dienst, daar geloven wij echt in.”

Op hun website schrijven ze dat ze zich niet herkennen in „het beeld dat ‘belangenorganisaties’, politieke partijen en media creëren” dat homo’s een onderdrukte minderheid vormen. „Integendeel. Wij zijn juist dankbaar voor het land waarin wij mogen leven en zien onszelf absoluut niet als slachtoffer.” Geen victim, maar victor, is een van hun slogans.

Regenboogbankjes en vlaggen lijken onschuldige symbolen, maar die confronteren de meerderheid continu met homo’s

Lennard van Mil voorzitter De Roze Leeuw

Tolerant

In de positie van De Roze Leeuw herkent Anne Louise Schotel, die net haar promotieonderzoek heeft afgerond over de politieke vertegenwoordiging van genderidentiteit en seksuele oriëntatie in Nederland en Duitsland, een typisch Nederlands zelfbeeld. „In Nederland heerst het idee dat wij tolerant zijn, en dat de emancipatie voltooid is.” Pim Fortuyn verkondigde dat homorechten in Nederland zijn verworven en alleen nog worden bedreigd door de ander, in dit geval moslimmigranten. Dat wordt ‘homonationalisme’ genoemd.

De PVV zit nog steeds op die lijn, zegt Spierings. „Klassiek populistisch rechts wandelt mee met de publieke opinie: we zijn een goed volk, we moeten niet pushen om meer te willen.” Met zijn aanklacht tegen de islam wil Geert Wilders zich neerzetten als iemand die homoseksualiteit steunt. Wilders kan zich weliswaar druk maken over de ‘gendergekte’, maar is niet degene die het debat over bijvoorbeeld de Week van de Lentekriebels of de Transgenderwet initieert, zegt Spierings. Vooral voor neoconservatief rechts doen zaken als drag en non-binariteit afbreuk aan Nederlandse waarden.

Opvallend genoeg lijkt ‘neoconservatief’ daarmee juist meer op een lijn te komen met islamitische groepen. „Uitingen over seks en seksuele diversiteit worden opgedrongen”, zei Denk-Kamerlid Stephan van Baarle in een recent promotiefilmpje. „Ik heb altijd de moslimgemeenschap als een spirituele buffer tegen het doorgeschoten liberalisme gezien”, twitterde de rechtse opiniemaker Sietske Bergsma begin april. Haar zoon ging die dag met school naar de moskee. „Vijf jaar geleden had ik daar wat van gevonden”, schreef ze. „Nu denk ik: je weet tenminste zeker dat er geen dragqueens met dildo’s rondzwaaien.”

Overgewaaid

Seks en kinderen blijken keer op keer de ingrediënten van de ophef. Bij Pim Lammers, bij de Week van de Lentekriebels en bij de dragvoorleesuurtjes. ‘Stop seksualisering van kinderen’, staat op de banner van De Roze Leeuw. ‘Genderideologie = pedofilie’, staat ergens anders. Kinderen vergroten de ‘morele paniek’, schreef kinderrechtenorganisatie The Elevate Children Funders Group in 2021 in een rapport, en worden zo ingezet om sociale en politieke doelen te bereiken.

De bescherm-de-kinderen-retoriek kent al haar oorsprong in 1977, toen de Amerikaanse zangeres Anita Bryant met haar organisatie Save Our Children een regeling probeerde tegen te houden die discriminatie op grond van seksuele oriëntatie verbood. Sommigen zien een overeenkomst met de Don’t Say Gay-wet bijna vijftig jaar later in Florida, waarmee gouverneur Ron DeSantis lessen over seksuele oriëntatie en genderidentiteit verbiedt aan kinderen.

„Die overgewaaide onzin uit Amerika, daar moeten we echt mee stoppen”, zegt COC-voorzitter Oosenbrug op het protest, waar de angst breed leeft dat Nederland het voorbeeld volgt van de VS. Daar heeft de weerstand al geleid tot wettelijke beperkingen voor trans personen in de zorg en de sport.

Steunbetuigingen voor het voorleesuurtje door dragqueens komt er niet alleen uit de lhbti-gemeenschap maar ook van de anti-facistische groep Antifa. Foto Hedayatullah Amid

„Natuurlijk vinden mensen elkaar online en verspreiden argumenten zich door het internet makkelijk”, reageert Spierings. „Maar Nederland is een heel ander land. De Verenigde Staten zijn gigantisch religieus, ontzettend gepolariseerd, met veel conservatieven. Als één partij wint, hebben ze ook alles voor het zeggen.” Ook Anne Louise Schotel denkt dat het wel meevalt met de invloed van de Verenigde Staten. „De antitransbeweging is in de Verenigde Staten ontzettend groot en georganiseerd. De evangelische kerk heeft enorm veel geld, het is echt een machine.” Schotel: „Dat is op geen enkele manier vergelijkbaar met wat er in Nederland gebeurt.”

„Wij horen van de tegenstanders: jullie halen de discussie naar Nederland”, schreeuwt Lennard van Mil. „Maar dat doen ze zelf!”

Niet veel later trekt vicevoorzitter Erik Havenaar aan zijn mouw. „Lennard, we moeten eigenlijk…”

„Moeten we gaan?”

„Ja, want hier blijven alleen Antifa en Voorpost over.”

„O, daar hebben we geen zin in.”