Een pistool gericht op zijn kruis. De man die het pistool vasthoudt, draagt een trainingspak en een gouden ketting. Undercover agent Neil Woods – ‘Woodsy’ voor collega’s – wordt onder schot gehouden. AgentWoods probeert het gesprek met de man in trainingspak gaande te houden. “Geen gemakkelijke situatie als je kruis onder schot wordt gehouden.”
Woods vertelt de anekdote op de conferentie ‘Dealing With Drugs’ vrijdag in Amsterdam. De undercover agent werkte veertien jaar (1993 tot 2007) vermomd als junkie in het heroïne- en cocaïnecircuit van Leicester in het Verenigd Koninkrijk. Inmiddels is hij met pensioen en schreef hij een boek over zijn undercover werk en het trauma dat hij aan het werk overhield.
Het resultaat van zijn maandenlange undercover werk is nauwelijks een succes te noemen, zegt Woods cynisch. Het criminele circuit ligt na zijn undercoveracties en de arrestaties die daarop volgden voor ongeveer twee minuten stil. Zeven maanden undercover werk voor twee minuten. Het voorbeeld is volgens Woods exemplarisch voor het falende beleid. Zijn lezing vrijdag heet ‘How winning the battles does not mean winning the war’.
Reguleren
De War on Drugs heeft gefaald. Dat is de herhaalde boodschap vrijdag van wetenschappers en mensen uit de praktijk zoals agent Woods. Zo’n 280 mensen zijn vrijdag aanwezig.
burgemeesterFemke Halsema Ik ben niet van plan om het bij één conferentie te laten
Het verbieden van drugs, zoals cocaïne is niet effectief, daar zijn de meeste sprekers het over eens. Verbieden en opsluiten leidt tot een escalatie van geweld en een verdienmodel voor criminelen. De drugsmarkt moet gereguleerd worden zeggen sprekers zoals de burgemeester van Amsterdam, Bern en Bogota – en daar is een internationale aanpak voor nodig.
De burgemeester van Bogota (Colombia) Claudia Lopez benadrukt dat drugs uit de criminele sfeer gehaald moeten worden en net als seks bespreekbaar moet worden gemaakt. „Het is een verantwoordelijkheid van ouders, leraren, van ons allemaal. We moeten dit gesprek over drugs blijven voeren.”
Aanwezigen uit Montréal, Kaapstad, Bogota, UK en de Verenigde Staten, spreken hun bewondering uit voor de moed van Halsema om deze conferentie, uniek in zijn soort, te organiseren.
Overleden of invalide
In de middagworkshop vertelt ex-verslaafde Grace hoe ze als 15-jarige in jaren 80 in Amsterdam verslaafd was aan cocaïne en heroïne. De meeste van haar vrienden uit die tijd zijn overleden of invalide. Veertig jaar later ziet Grace nog steeds jonge mensen die verslaafd zijn. Er is niet zoveel veranderd, constateert ze.
Tijdens het slotdebat presenteert burgemeester Halsema een manifest om tot een andere aanpak te komen.
Halsema is „heel tevreden” over de conferentie.
„De internationale combinatie van bestuurders, mensen uit de politie, civiele organisaties, die zich achter de noodzaak van het reguleren stellen, is uniek,” zei zij. „Dit onderwerp zit nog steeds in de taboesfeer. Mensen zijn bang om als idealist of als hippies weggezet te worden.” Halsema denkt dat dit de meest effectieve manier is om de georganiseerde misdaad te bestrijden. Ze wijst erop dat er „meer dan drie miljard per jaar” aan de bestrijding van drugscriminaliteit wordt uitgegeven. Het is 80 procent is van de activiteiten van de politie. Juist dan moet je een praktische en intelligente discussie voeren over alternatieven. Reacties als dat dat gevaarlijk zou zijn, noemt zij emotioneel en irrationeel.
Halsema: „Ik ben criminoloog van huis uit maar ik ben ook uitvoerder van rijksbeleid. Ik wil al heel lang deze discussie openen, maar ik zie ook dat dit kwetsbaar is. Ik ben niet van plan om het bij één conferentie te laten.”
In een eettent in de Zuid-Afrikaanse regeringsstad Pretoria neemt de 41-jarige Conrad Myburgh opgelucht een flinke slok bier. „Eindelijk ziet de wereld dat onze regering witte Afrikaners discrimineert,” zegt hij tegen zijn tafelgenoot en vriend Hannes Bruwer. Sinds afgelopen maandag de eerste 49 witte Afrikaners via het nieuwe Amerikaanse vluchtelingenprogramma in Washington zijn geland, speelt het tweetal met de gedachte om ook de vluchtelingenstatus in de VS aan te vragen. „Ik hou van dit land, maar tegelijk voel ik me gedwarsboomd door de regering”, beklaagt Myburgh zich.
De twee Afrikaners zijn vooral ontevreden over de door de Zuid-Afrikaanse regering ingestelde quota. In een poging om de uit de apartheidsperiode geërfde raciale ongelijkheid op te heffen, heeft de regering wettelijk vastgelegd dat in het bedrijfsleven een bepaald deel van het management – afhankelijk van welk niveau 50 tot 75 procent – zwart moet zijn. Ondanks deze regeling is van het hogere management 62 procent wit en slechts 17 procent zwart. Dit terwijl 82 procent van de bevolking zwart is en 7 procent wit.
„De quota hebben mij ertoe gedreven naar Angola te verhuizen, daar werk ik sinds twee maanden als manager in de mijnsector,” vertelt Myburgh. Zijn huis in Zuid-Afrika heeft hij aangehouden. Volgens hem vertrekken veel van zijn vrienden ook voor werk naar het buitenland vanwege de quota.
‘Mission South Africa’
De 49 Zuid-Afrikaanse vluchtelingen, met Amerikaanse vlaggetjes in de handen, zijn op Dulles International Airport in Washington met veel egards ontvangen door onderminister van Buitenlandse Zaken Christopher Landau. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken had speciaal voor hen een vliegtuig gecharterd en de nacht voor hun vertrek in Johannesburg een hotel geboekt.
Ook in de VS komen de Afrikaners in een gespreid bedje terecht. In twaalf verschillende staten is huisvesting voor ze geregeld en ze krijgen assistentie bij het vinden van een baan. Geheel op kosten van de VS, zo berichtte The New York Times na inzage van het Amerikaanse memo over dit programma, genaamd ‘Mission South Africa’. Volgens de krant hebben 8.200 witte Afrikaners zich via een email aangemeld als vluchteling. Daarvan zijn zo’n honderd geselecteerd voor de asielregeling. De Amerikaanse ambassade in Zuid-Afrika was niet beschikbaar voor commentaar of verificatie van deze cijfers.
Witte Zuid-Afrikanen tonen hun steun voor president Trump bij de Amerikaanse ambassade in Pretoria, op 15 februari.
Foto Jerome Delay/AP
Net als Myburgh beschuldigt de Amerikaanse president Donald Trump de Zuid-Afrikaanse regering van ‘discriminatie’ van Afrikaners, die afstammen van vooral Nederlandse kolonisten. Ingefluisterd door zijn rechterhand, de in Pretoria opgegroeide Elon Musk, en Afrikaner lobbygroepen, gaat hij nog een stap verder. In een persconferentie afgelopen maandag op het Witte Huis zei Trump dat er „een genocide aan de gang is” in Zuid-Afrika en dat „boeren vermoord worden, die toevallig wit zijn.”
Lees ook
Hoe Musk en de Afrikaner lobby Trump bespelen
Ook zou de regering volgens Trump het land van witte boeren confisqueren, verwijzend naar een nieuwe onteigeningswet. De Zuid-Afrikaanse regering heeft echter nog nooit land onteigend zonder compensatie. De witte minderheid bezit bijna driekwart van het land dat in privé-eigendom is, de zwarte meerderheid heeft daarvan nog geen 8 procent in handen.
Volgens Katia Beeden, die via het platform Amerikaners informatie verschaft over de hervestigingsregeling, zal de komende weken een nieuw vliegtuig met vertrekkers naar de VS vliegen. „Het vluchtelingenprogramma zal nu versnellen. De VS hebben deze week een officieel portaal geopend waar mensen zich kunnen aanmelden,” licht Beeden toe. Zelf heeft ze zich deze week ook aangemeld, omdat ze zich „vervolgd” voelt, vertelt ze over de telefoon vanuit Kaapstad.
Weinig ‘boerderijmoorden’
De Zuid-Afrikaanse regering doet Trumps beschuldigingen af als klinkklare onzin. Buitenlandminister Ronald Lamola benadrukte maandag tijdens een persmoment dat Afrikaners die gebruik maken van Trumps asielregeling geen vluchtelingen zijn. „Er is geen vervolging van witte Afrikaners in Zuid-Afrika en dat bewijzen de statistieken in ons land.”
Zuid-Afrika heeft extreem veel gewelddadige criminaliteit, maar als je kijkt wie de slachtoffers zijn, dan zijn de Afrikaners ondervertegenwoordigd
Zo blijkt uit politiecijfers over 2024 dat van de 26.000 moorden, slechts 54 gevallen classificeren als ‘boerderijmoorden’ en onder de slachtoffers zijn ook zwarte landarbeiders. Daarnaast is de witte bevolking twintig keer welvarender dan de zwarte meerderheid, constateerden onderzoekers in het internationale academische tijdschrift Review of Political Economy.
Loren Landau, hoogleraar migratie aan de Universiteit van Oxford en de Wits-Universiteit in Johannesburg, beaamt dat de vertrokken Afrikaners geen vluchtelingen zijn volgens de internationale vluchtelingenwetgeving. „Er is geen gegronde vrees voor vervolging als een specifieke groep. Afrikaners zijn goed vertegenwoordigd op maatschappelijk belangrijke posities, zoals in de regering en in overheidsinstellingen.” Hij vervolgt: „Ook is er zeker geen sprake van genocide. Zuid-Afrika heeft extreem veel gewelddadige criminaliteit, maar als je kijkt wie de slachtoffers zijn, dan zijn de Afrikaners ondervertegenwoordigd.”
De regeling voor witte Afrikaners staat in schril contrast met de behandeling van andere vluchtelingen naar de VS. Op de dag dat Trump intrek nam in het Witte Huis voor zijn tweede termijn schortte hij de toelating van nieuwe vluchtelingen op. En op dezelfde dag dat de eerste groep gevluchte Afrikaners in Washington landde, heeft hij de tijdelijke vluchtelingenstatus van 14.000 Afghanen in de VS ingetrokken.
Protest tegen de komst van de Zuid-Afrikanen op het vliegveld in Washington. Foto Will Oliver/EPA
„Deze regeling is politiek theater van Trump,” analyseert Landau. „Het gaat niet om bescherming bieden, maar om een verhaal te propageren van wit slachtofferschap. Vervolgens kan Trump zich opwerpen als hun redder.” Bovendien schept het een gevaarlijk precedent, aldus de hoogleraar. „Het is een schoffering van vluchtelingen die wel in echt levensbedreigende situaties verkeren. Daarnaast stuurt het een signaal dat landen vrij zijn om het VN Vluchtelingenverdrag, dat de basis is van het internationale vluchtelingenrecht, aan hun laars te lappen.”
Ramkoers
In een poging om de gespannen diplomatieke relatie tussen beide landen te temperen, reist de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa komende week naar de VS voor een ontmoeting met Trump. Er is veel te bespreken: naast de vluchtelingencrisis heeft Trump de hulpgelden aan Zuid-Afrika gestopt, legde hij het land een importheffing van 30 procent op, en weigert hij naar Zuid-Afrika te komen voor de G20-top in november.
Ook liggen Trump en Ramaphosa op ramkoers vanwege de rechtszaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag, waarin het Israël beschuldigt van genocide in Gaza. Volgens Chrispin Phiri, woordvoerder van het Zuid-Afrikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, maakt dit Trumps beschuldiging van een witte genocide aan het adres van Zuid-Afrika extra wrang. „Wij bewandelen de officiële paden via het hoogste rechtsorgaan ter wereld om te bewijzen dat er een genocide plaatsvindt in Gaza, en Trump kan blijkbaar zomaar een genocide uit zijn duim zuigen.”
Tijdens hun gesprek in het eetcafé hebben Conrad Myburgh en zijn vriend Hannes Bruwer besloten dat ze niet naar de VS willen vluchten. „We genieten hier nog te veel van het leven. Ik rij in een mooie pick-uptruck, ik heb een boot waarmee ik op visreizen ga. Dat geef ik niet op om een vluchteling te worden,” concludeert Bruwer.
Maar voor hun kinderen zien ze kansen, legt Mybrugh uit. „Die hebben nog niets opgebouwd, dus die hebben weinig te verliezen. Maar eerst wil ik weten of je als vluchteling makkelijk terug kan keren naar Zuid-Afrika.”
Je kent het vast: een liedje dat in je hoofd op ‘repeat’ lijkt te staan en waar je maar niet van afkomt. Dit fenomeen staat bekend als een ‘oorwurm’, in wetenschappelijke literatuur ook stuck song syndrome genoemd. Want ja, er is onderzoek naar gedaan. Ook naar hoe je er weer vanaf komt.
Maar liefst 98 procent van de mensen heeft weleens een oorwurm, volgens een Gronings artikel in het British Journal of General Practice (2016). De meeste mensen ervaren hun oorwurm als neutraal of wel vermakelijk; zo’n 30 procent vindt ze vervelend. Een klein percentage geeft zelfs aan er ‘gek van te worden’ en er slecht van te slapen. Maar deze mensen hebben vaak ook andere psychische klachten, aldus de Groningers.
Amerikaanse onderzoekers hebben in 2023 in Music & Science alle 47 bekende onderzoeken naar oorwurmen op een rijtje gezet. Die gaan over allerlei vragen, zoals: welke muziekkenmerken vergroten de kans dat iets een oorwurm wordt? En zijn bepaalde mensen er gevoeliger voor dan andere?
Om met die laatste vraag te beginnen: de neiging tot het krijgen van oorwurmen hangt samen met onder meer emoties, stress, ervaring, omstandigheden, persoonlijkheid – maar de Amerikanen vonden daarin geen correlaties.
Talloze studies hebben onderzocht welk soort melodietjes de grootste kans heeft een oorwurm te worden. Maar zulk onderzoek is heel lastig, aangezien de oorwurm per definitie ‘onwillekeurig’ is: hij is niet aan de wil onderhevig. Zodra je het fenomeen probeert te onderzoeken, bijvoorbeeld met hersenscans, gaan mensen zich exprés melodieën voor de geest halen en dat werkt anders, in je hersenen. Expres ingebeelde melodieën zetelen in de zijkanten van de hersenschors, die ook de verwerking en opslag van ‘echte’ auditieve signalen regelen. Maar waar in de hersenen de oorwurm zich nestelt, is niet precies bekend. Waarschijnlijk is naast de auditieve schors ook het werkgeheugen betrokken.
Klassieke thema’s
Oorwurmonderzoekers zijn dus vooral afhankelijk van wat mensen zelf rapporteren. Bijvoorbeeld over de liedjes die bij hen weleens een oorwurm zijn geworden. Daarin konden de Amerikanen geen gemene deler ontdekken. Het zijn dus niet specifiek simpele of cyclische melodieën, zoals wel is geopperd, of lekker in het gehoor liggende – iets wat overigens ook niet gedefinieerd is, maar sterk cultureel en persoonlijk bepaald. Sommige mensen melden vooral oorwurmen met woorden of klanken die je kunt meezingen; andere juist instrumentale fragmenten, zoals bekende klassieke thema’s.
En hoe kom je er dan weer vanaf? Het Amerikaanse artikel waagt zich daar niet aan: dat blijft hangen in de oorwurm als „perplexing phenomenon” zonder duidelijke gemene delers – en dus ook zonder duidelijke oplossing. De Groningers hebben wel tips. Er ontspannen mee omgaan is kansrijker dan ertegen vechten, benadrukken ze. Mindfulness- of ademtechnieken kunnen dus helpen. Er bestaan ook cognitieve technieken, zoals negatieve gedachten over je oorwurm leren herkennen en die dan bewust vervangen door accepterende gedachten. En als je dan toch iets actiefs wilt doen: meezingen kan helpen, of juist naar andere muziek luisteren, „zelfs kauwgom kauwen”.
BBC Magazine zette tien tips van lezers op een rij die in dat straatje passen. „Een interne stilte cultiveren” door meditatie, bijvoorbeeld. Een bad nemen. Visualiseren dat je de naald van de grammofoonplaat af tilt. Een „belachelijk lange staartdeling” doen. Of ‘Mahna mahna’ van de Muppets zingen – met het risico dat dat je nieuwe oorwurm wordt.
Veel vleermuizensoorten hebben in de loop van de evolutie een flink verkorte staart gekregen. Vaak vormt die de middensteun van een extra vlieghuid tussen de achterpoten van de dieren. Bij andere soorten is er niet veel meer van over dan een knobbeltje.
De Egyptische klapneus behoort tot de vleermuizen met een volwaardige staart, een lange worm van 4 tot 6 cm., zeker twee keer zo lang als zijn achterpoten. Niet voor niets heet de soort in het Engels mouse-tailed bat, oftewel de vleermuis met de muizenstaart.
Die staart is niet alleen maar franje, bewezen biologen van de Universiteit van Tel Aviv in een serie proeven. Al langer bestaat het vermoeden dat de klapneus zijn staart gebruikt als blindenstok wanneer hij zich achteruit kruipend door nauwe rotsspleten verplaatst.
De biologen lieten klapneuzen in het lab door een doolhof kruipen, een platte doos met obstakels. Vleermuizen waarbij de staart door een lokale verdoving was uitgeschakeld deden er significant langer over het einde te bereiken. In een andere proef konden de biologen aantonen dat de diertjes met hun staart de structuur van een nauwe doorgang kunnen herkennen.
Overigens is de Egyptische klapneus waarschijnlijk niet de enige vleermuis die zich van deze truc bedient: ook van de Europese bulvleermuis vermoeden biologen dat zijn staart ook tastinstrument is.