Het was een cabaretjaar met veel memorabele momenten. Allereerst was er het afscheid van Youp van ’t Hek, die na een indrukwekkende carrière afscheid nam met uitverkochte optredens in Carré. Zijn collega en eeuwige tegenstrever Freek de Jonge had ook aangekondigd minder te willen optreden, maar hervond in de zomer zijn inspiratie en knalde er op zijn tachtigste nog een fraaie conference uit.
Hun mogelijke opvolgers dienden zich al aan, want het cabaretjaar werd bovenal gekleurd door vrouwelijke comedians. Lisa Ostermann klom in haar tweede programma tot grote hoogte en presenteerde zich als een nieuwe ster. Terwijl Valentina Tóth een overrompelende debuut afleverde, waarin ze in theatrale stijl haar plek opeiste.
Er vielen ook prettige comebacks te noteren. Na ruim tien jaar was Thomas van Luyn terug in de theaters. Hij bood een kwetsbaar inkijkje in zijn worsteling met ADHD, terwijl collega Jochem Myjer, die eenzelfde worsteling al eerder blootgaf, terugkeerde na een burn-out, met een voor zijn doen bezonken optreden.
Goed voor de sector was de entree van veelbelovende debutanten, onder wie Piet van Eeghen, Selma Visscher en Luuk Ransijn. Steun die jonge makers en gaat hen zien!
Ron Rijghard
10. Lucky Fonz III: Moederland
Ook als cabaretier blijkt zanger Lucky Fonz een intrigerend figuur. Hij formuleert nogal bloemrijk, maar hij is dan ook „dichter en geen notaris”. Grapjes en fantaseren zijn geen vormen van wegkijken, maar wegen die kunnen leiden tot geluk, laat hij overtuigend zien.
Lees ook
Lucky Fonz III brengt mooie ode aan de fantasie in een eigenzinnige mengvorm van cabaret en muziek
9. Ronald Snijders: Als Mens
Tussen definities van neologismen als „sleurtocht” (dezelfde speurtocht voor de vijfde keer lopen) en het vertellen van „óngevleugelde” uitspraken van intellectuelen door, onderzoekt Snijders op een grappige en originele manier of je op het podium ‘jezelf’ kan zijn.
Lees ook
Absurdist Ronald Snijders: ‘Als er gehandeld moet worden, heb je weinig aan mij’
8. Thomas van Luyn: De Grote ADHD Extravaganza
In een verrassende mix van eigen ervaringen en commentaar van deskundigen kijkt Van Luyn naar de aandoening die zijn leven beheerste, tot hij eindelijk de juiste diagnose kreeg. Geestig, maar ook ontroerend en informatief.
Lees ook
Thomas van Luyn wil de wereld vertellen over ADHD: ‘Grappen maken is een manier ermee om te gaan’
7. Piet van Eeghen: De verlichting nabij
De voormalig wiskundeleraar debuteert met een erg leuke voorstelling. Van Eeghen openbaart zich als enigszins stuntelige tobber, grappig en aandoenlijk tegelijkertijd. Hoogtepunt is een „realistisch levenslied”. Uiteraard in wisselende maatsoorten, net als het leven zelf.
Lees ook
Voormalig wiskundeleraar Piet van Eeghen zet als verlegen personage een sterke eerste cabaretvoorstelling neer
6. Freek de Jonge: Vrede op aarde
Op zijn tachtigste weet Freek nog steeds zijn verontwaardiging en verbazing over de staat van het land tot grote hoogte op te schroeven. Het rechtse kabinet krijgt ervan langs, maar eigentijdse ontwikkelingen bekijkt hij evengoed met de nodige ironie.
Lees ook
Freek de Jonge is ouderwets goed – soepeler en ontspannener dan in jaren
5. Pieter Derks: Ja, leuk
Innovatie klinkt hartstikke leuk, maar is het wel synoniem voor vooruitgang, vraagt Derks zich af. Antwoorden volgen middels scherpe politieke analyses en komische persoonlijke lotgevallen over ervaringen met technologie. Derks produceert veel redenen tot pessimisme, maar óók een vrolijke avond.
Lees ook
Cabaretier Pieter Derks is aanstekelijk als vrolijke pessimist
4. Flip Noorman: Animal Farm
Flip Noorman neemt Animal Farm (1945), het beroemde boek van George Orwell, als uitgangspunt voor een liedjesvoorstelling. Orwells allegorie over een dierenopstand op een boerderij was geïnspireerd op de Russische communistische revolutie in 1917. Het inspireert Noorman tot scherpe en grappige kritiek op het zelfgenoegzame Westen.
Jelle Brumsen: Noorman heeft het beroemde Animal Farm van Orwell hertaald tot een indrukwekkend liedjesprogramma. De allegorie over een dierenrevolutie gaat bij Noorman niet over Russische communisten, maar over moderne slavernij. Wat blijft is de scherpe én komische ontleding van de destructieve werking van machtsstructuren. Samen met een geweldige band geeft Noorman elk personage een lied. Werkpaard Boxer zingt fel: „Zie je millennials al werken in een lithiummijn, hoe kan die hele generatie overspannen zijn?!”
Lees ook
Kleinkunstenaar Flip Noorman: ‘We moeten opkomen voor álle verworpenen der aarde’
3. Rundfunk: Schau
In een flitsende aaneenschakeling van losse sketches demonstreren Van de Velde en Van Kalmthout wat er schuilgaat achter allerlei façades. Een bijzonder grappige én scherpe ontleding van het soort gedrag waar de mensheid zo bedreven in is: je anders voordoen.
Lees ook
In hun derde show is Rundfunk nog beter en grappiger
2. Valentina Tóth: Wildbloei
In haar magnifieke debuut brengt Valentina Tóth een ode aan ‘de hysterische vrouw’. Ze speelt vrouwen die weliswaar hun zelfbeheersing verliezen, maar die vooral blootleggen tegen hoeveel onderhuids en ongeremd seksisme ze moeten opboksen.
Ron Rijghard: Wat Wildbloei behalve zijn rijke en rake inhoud zo’n overrompelend programma maakt, is de theatrale wijze waarop Tóth comedy bedrijft. Ze speelt eigenlijk sketches, zoals duo’s als n00b, maar dan solo. Elk portret van een in het nauw gedreven vrouw acteert ze met veel overtuiging. Zo transformeert ze bijvoorbeeld in haar Russische pianolerares, die alleen maar kan schreeuwen en kritiek kan leveren, met aangezet accent: „Fallentjina, waarom wil jij mij moedwillig pijhijn doen?” Ze ontspoort volledig en is dan een seconde lief, voor het schreeuwen doorgaat. Prachtig.
Lees ook
Een overweldigend debuut van cabaretier Valentina Tóth over ‘de hysterische vrouw’
1. Lisa Ostermann: Makkelijk in de omgang
In een overrompelende voorstelling onderzoekt Ostermann hoe ze zachtheid kan vinden in haar wereld vol knagende twijfels. Volstrekt natuurlijk vertelt ze grappige anekdotes die – nog veel meer dan over haarzelf – gaan over de menselijke soort. Bijna alle liedjes zijn hoogtepunten op zichzelf.
Lees ook
Het cabaret heeft er een nieuwe ster bij: Lisa Ostermann
10. Johan Neefjes: De puinhopen van Sari (Hanabi Uitgevers)
De puinhopen van Sari is een zeldzaam goede strip voor kinderen vanaf elf jaar. Het verhaal over het Japanse schoolgaande meisje Sari, dat de strijd aangaat met reuzenmonsters, is een strip die vriendelijk, energiek en vooral ijzersterk is. Het leest als een trein, is spannend en grappig.
Lees ook
In de superstrip van Johan Neefjes redt de elfjarige Sari ons van de monsters
9. Ingrid Chabbert & Carole Maurel: Onderstroom (Daedalus)
Onderstroom is een aangrijpend, grotendeels autobiografisch verhaal over het verlies van een kind en hoe moeilijk het is om je leven erna weer op te pakken. Veel gebeurt zonder woorden, wat de lezer genoeg licht en lucht geeft om er een intuïtief verhaal van hoop en liefde van te maken. Indrukwekkende leeservaring.
Lees ook
Woordloos zien wordt voelen in ‘Onderstroom’, een aangrijpende strip over het verlies van een kind
8. Benjamin Flao & Fred Bernard: Het verborgen leven van bomen (Scratch Books)
In een even informatieve als kleurrijke strip, gebaseerd op het boek van Peter Wohlleben, vertelt boswachter Wohlleben met veel enthousiasme over de natuur, waardoor we zien waar het in onze groene ambities aan schort. Wohlleben is eerder liefdevol over bomen dan boos op de mens. Uitbundige pagina’s, met schilderachtige kijkplaten: krachtvoer voor leergierige lezers.
Lees ook
Strip over het verborgen leven van bomen wakkert groen enthousiasme aan
7. Aimée de Jongh: Lord of the Flies (Scratch Books)
Pageturner van jewelste. De Jongh vertelt het klassieke verhaal van William Golding in een daverend tempo. Met name de filmische, tekstloze sequenties zijn wonderschoon. Die voegen een fraaie extra dimensie toe aan het origineel: de kracht van het beeld is veelzeggend.
Lees ook
Klassieker ‘Lord of the Flies’ verstript: hoe een samenleving geregeerd door angst ten onder gaat
6. Kevin Huizenga: Curses (Drawn & Quarterly)
Verzameling korte verhalen van de excentrieke Amerikaanse stripmaker Kevin Huizenga. Via de onderkoelde piekeraar Glenn Ganges, stripfiguur tegen wil en dank, leren we over de systemen die ten grondslag liggen aan ons leven en onze emoties. Soms bizar of filosofisch, maar altijd boeiend.
Lees ook
Stripmaker Kevin Huizenga laat zijn doodgewone personages in hun hoofd de remmen los gooien
5. Julia Wertz: Onmogelijke mensen (Scratch Books)
Twee flessen wijn per dag en toch redelijk normaal functioneren als stripmaker. In haar bij vlagen hilarische autobiografische memoir vertelt de Amerikaanse Julia Wertz over haar leven, haar strijd tegen de drank en hoe ze daarna zichzelf ontdekte. Dat doet ze met zelfspot en mildheid: hardop lachen.
Lees ook
Julia Wertz gaat met zelfspot haar drankverslaving te lijf
4. Jan Vriends: De kosmonaut (Scratch Books)
Totaal vertederend ruimtesprookje over een kosmonaut die uit de baan vliegt. Deze Vladimir Vasiljevitsj wordt verliefd, belandt pardoes in een wereld die de zijne niet is en neemt het leven zoals het is. Poëtisch verhaal in heerlijk tempo van Stripmaker des Vaderlands Jan Vriends. Even leuk voor volwassenen als voor kinderen.
Stefan Nieuwenhuis: 2024 was het jaar van Jan Vriends. De stripmaker die vooral bekend is van strips uit meidenblad Tina werd de derde Stripmaker des Vaderlands, voor een periode van drie jaar, en zag zijn graphic novel De kosmonaut bekroond worden met de Willy Vandersteenprijs, de belangrijkste onderscheiding voor een stripalbum. Terecht: de strip is een empathisch verhaal dat bescheidenheid en vriendelijkheid viert. Wie goed leest, ziet dat geen enkel figuurtje (bij)bedoelingen heeft, anders dan volkomen positieve. En toch gaat Vriends de grote vragen van het leven bepaald niet uit de weg. Schitterend.
3. B. Carrot: Uitweg (Oogachtend)
In haar graphic novel Uitweg vertelt de sociaal betrokken stripmaker B. Carrot het aangrijpende verhaal van een jonge Poolse vrouw die voor abortus kiest. Alleen: in Polen beslissen politici daarover. Via via komt deze Magda in contact met het Collectief Abortus Netwerk Amsterdam (ANA). Het kleurgebruik is uitgekiend en slim: het ondersteunt het verhaal, dat beslist een plek verdient in de canon van relevante strips.
Lees ook
Ontroerende graphic novel over de twijfels en emoties rond abortus
2. Grégory Panaccione: Iemand om mee te praten (Lauwert Uitgeverij)
Iemand om mee te praten is een herkenbaar verhaal, naar de roman van Cyril Massarotto, over idealen, dromen en geluk, in een aanstekelijke en expressieve tekenstijl. De vastgelopen dertiger Samuel Verdi belt op een zwak moment het telefoonnummer van zijn ouderlijk huis, uit zijn jeugd. Hij krijgt een jongetje aan de lijn: de tienjarige Samuel Verdi. Samen trekken ze Samuels leven weer vlot.
1. Jean-Marc Rochette: De laatste koningin (Concerto Books)
Urgente en meeslepende graphic novel die leest als een pleidooi om beter voor de aarde te zorgen. Rochette maakte een indrukwekkende, gelaagde natuurvertelling over de laatste beer uit de zuidelijke Alpen. In alle rust wordt de lezer verteld hoe de mens de confrontatie met de natuur verliest, maar het tegenovergestelde denkt.
Lees ook
En toen was er nog maar één beer over, in de fraaie strip ‘De laatste koningin’ over de Franse Alpen
Inter Arma covert Neil Young 20/4, festival Roadburn, Tilburg
Frank Provoost: „HEY! HEY! MY! MY! ROCK! AND! ROLL! WILL! NEVER! DIE!” Je moest ervoor in de rij staan en de Tilburgse kou trotseren, maar dan had je ook wat. Het is traditie dat metalbands op festival Roadburn een secret show geven. Verstopt op een skatebaan vergreep het Amerikaanse Inter Arma zich aan het oeuvre van oervader Neil Young. Het bij ome Neil opbeurend klinkende ‘Don’t Let It Bring You Down’ transformeerde tot alles verwoestende en ijzingwekkend gekrijste blackmetaltrip. En nimmer klonk ‘Hey, Hey, My, My’ zo angstaanjagend traag. „OUT! OF! THE! BLUE! AND! INTO! THE! BLACK!”
Lees ook
Neil Young-covers, theremins en een trip door zwarte gaten – festival Roadburn blijft het experiment zoeken
Nick Cave & The Bad Seeds 27/9, Ziggo Dome, Amsterdam
Amanda Kuyper: Nick Cave, getormenteerd gentleman van het zware gemoed, literair liedjesschrijver vol bijtende spot en dromer van gitzwarte sprookjes, is na donkere jaren dichter bij zijn fans dan ooit. En bij mij.
Ik vond Cave jarenlang ongrijpbaar. Moeilijk te peilen. Muziek van een briljante tragiek. Maar die donderwolken. En gevoelens? Een bourgeois concept. Hoe hij boven de rouw in zijn gezin wist uit te stijgen deze jaren was ongelofelijk. Cave werd persoonlijker, eerlijk en ja, gevoelig. Op zijn laatste platen dringt zijn muziek nu veel dieper bij mij door. In de Ziggo Dome kwam vervoering door de volle sound van de zeskoppige Bad Seeds en vier zangers en een bezeten Cave in gloeiend-gruizige rocksoulclimaxen. Adembenemend.
Lees ook
Bitterzoet, bijtend en hoopvol: Nick Cave is na donkere jaren dichterbij zijn fans dan ooit
Karol G 14/6, Ziggo Dome, Amsterdam
Jonasz Dekkers: Honderden vlaggen van zo ongeveer alle Spaanstalige landen ter wereld, neonlampjes in iedere kleur en de meest extravagante glitteroutfits zetten die warme vrijdagavond een onherkenbaar Ziggo Dome in lichterlaaie. Op het podium klonk geen woord Engels, maar het stralende enthousiasme van het publiek was te aanstekelijk om zelf niet ook te ontvlammen. Gillen, gíllen. Niet te geloven. En terecht ook: de Colombiaanse Grammy-winnares Karol G is een op-en-top entertainer, die drie uur lang haar publiek om al haar vingers windt. Wat een ervaring. Mocht de reggaetonkoningin ons land nog eens aandoen: niet twijfelen, gaan. Je zal dansen, dánsen.
Lees ook
Colombiaanse reggaeton-superster Karol G laat de Ziggo Dome koken met drie uur lang feministisch totaal-entertainment
Raye 12/7, North Sea Jazz, Rotterdam
Peter van der Ploeg: Ik was geen Raye-fan. Leuke plaat, goed verhaal, maar toch niet mijn ding. Dacht ik.
En toen kwam ze op tijdens North Sea Jazz. Ze liet haar stem krullen, hij cirkelde om m’n hoofd, door mijn haar, langs mijn ruggengraat en terug naar boven om me ermee om m’n oren te slaan. De combinatie van charme, haar tragische, emotionele teksten over misbruik en zelfdestructie, en dan haar humor, energie en – mijn god – die stem. Dit jaar heb ik niets gezien dat op ook maar één van die punten beter was dan Raye, en dat zal ook niet snel nog eens gebeuren.
Lees ook
Van spirituele jazzodyssee naar emotionele knock-out: dit zijn dé momenten die North Sea Jazz kleurden
LCD Soundsystem 5/7, Down the Rabbit Hole, Beuningen
Ralph-Hermen Huiskamp: „I’m losing my edge”, brult frontman James Murphy getergd in de finale van de show terwijl hij het opneemt tegen een podium vol apparatuur en bandleden. „The kids are coming up from behind!” De band heeft al acht jaar geen nieuw materiaal uitgebracht en heeft dus iets te bewijzen. Maar van de explosieve danceclimaxen tot de talloze referenties naar de muziekgeschiedenis (vanavond extra met snippers Kraftwerk en Suicide) en het kraakheldere geluid waardoor zelfs een subtiele xylofoon een emotionele punch heeft: LCD Soundsystem is nog altijd vlijmscherp.
Lees ook
Escapisme én activisme op festival Down The Rabbit Hole
Hannah Elsisi 9/11, Le Guess Who?, Utrecht
Leendert van der Valk: Het beste concert van 2024 duurde dertien uur en werd samengesteld door historicus Hannah Elsisi. Tijdens festival Le Guess Who? kreeg de Egyptisch-Britse ruim baan om haar debuutalbum Chromesthesia te lanceren. Tientallen muzikanten, dj’s en dansers vervlochten duizend jaar migratie en muziek. Wie eenmaal binnen was geweest, werd ondanks het enorme aanbod elders op het festival steeds terug gezogen naar de grote zaal van TivoliVredenburg, om daar verrast te worden door afrofuturistische bands, Egyptische electro chaabi of loeiharde Venezolaanse clubhouse.
Lees ook
Op Le Guess Who? brengt een historicus het publiek in extase
Nick Cave & The Bad Seeds 27/9, Ziggo Dome, Amsterdam
Hester Carvalho: Na vele transformaties, zowel persoonlijk als muzikaal, was Nick Cave dit jaar terug met een nieuwe plaat en een nieuwe stemming. Minder kwetsbaar dan weleer, maar krachtig. In een choreografie van zwaaiende armen, benen en wapperende jaspanden en met onberispelijk strak kapsel, was hij meester van de vervoering. Met een melange van zorgvuldige gedoseerd klokkenspel, orgel, piano, percussie en zoemende bastonen creëerden zijn muzikanten ter plekke hun eigen genre: barock.
Lees ook
Nick Cave zoekt in zijn concerten naar transformatie
Pulp 24/5, Afas Live, Amsterdam
Cécile van Wijnsberge: Het was al even geleden, maar wat klonk Britpopband Pulp onverminderd fris in Afas Live. Hun eerste concert in Nederland sinds de nineties was een ode aan underdogs, met een tienkoppig strijkorkest en een energieke Jarvis Cocker aan het roer, fascinerend flamboyant en ongemakkelijk tegelijkertijd. Hij bracht een zaal vol misfits in extase met een energiek concert. Het voelde bijna als een afscheidstournee, door die setlist vol hits. Gelukkig speelt Pulp sinds dit najaar ook weer nieuwe liedjes. Hopelijk zien we ze snel terug.
Lees ook
Britpop-underdog Pulp viert de misfit met energieke show
Een echte lockdownband is het, de Rotterdamse postpunkgroep Tramhaus. Ze hadden tijd, wilden graag iets maken en besloten alles wat ze wisten om te gooien. „In het Nieuwe Normaal begon Tramhaus aan een offensief waarbij sjofele punkholen gestaag veranderden in steeds grotere zalen en festivalpodia, en dat in héél Europa”, schreven we in de vijfballenrecensie van hun debuutalbum The First Exit. Ja debuutalbum, want die hele zegetocht ervoor was op basis van één EP’tje en een paar singles. Tramhaus trapte zichzelf, een hele scene en een publiek ver daarbuiten wakker. Daar zijn wij gevoelig voor, zeker als je het in zulke puntige, sterke songs verpakt. Tramhaus maakte met recht de beste Nederlandse plaat van het jaar.
Maar er is veel meer. Wat nou als de ene boezemvriend, een wereldberoemde componist, een eerbetoon componeert voor de gestorven andere boezemvriend, een wereldberoemde blokfluitist – en dat die componist na dat componeren zelf ook overlijdt. Dat gebeurde na May, dat Louis Andriessen voor Frans Brüggen componeerde. Op Tales of song and sadness van Cappella Amsterdam en het Orkest van de Achttiende Eeuw komt nu het moderne werk van Andriessen samen met oude opnames van Brüggen. Door de talloze verrassende dwarsverbanden valt je mond steeds open; alles klopt aan dat album.
De Nederlandse muziekwereld is onverminderd op stoom. En ook al letten we het hele jaar lang op wat er van eigen bodem komt, toch is de internationale muziekwereld soms wat overschaduwend. Vandaar de derde editie van deze lijst, die vorig jaar werd aangevoerd door Robin Kester, en het jaar ervoor door Lucky Fonz III.
Overdonderd werden we opnieuw door de releases dit jaar – we hadden ook wel een top-100 kunnen maken met geweldige platen. Maar we moesten het bij 25 houden, waar toch alles in zit: edgy rock, sterke jazz, prachtige klassieke muziek, experimentele dance, metal, stevige hiphop, punk, indiepop en veel meer.
Peter van der Ploeg, Rahul Gandolahage
25. Greetje Bijma & Oceanic (Sykheljende Lûden)
Zij een gevierd jazz-zangeres (achterin de zestig), hij technoproducer (voorin de dertig), samen maakten ze een tweede album, met muziek die past op zowel ADE als Le Guess Who?. De coronasamenwerking tussen de stemkunstenares en de dj blijkt gelukkig geen gelegenheidsprojectje, maar een voortdurende muzikale vriendschap, die opnieuw een meeslepende, ongrijpbare plaat voortbracht.
24. Thiemo Wind, Erik Bosgraaf & Ensemble Cordevento (Adriana, haar portret, leven, muziek)
Musicoloog en journalist Thiemo Wind vond een wonderkind terug: de 17de-eeuwse Adriana van den Bergh, een tiener die muzikaal Nederland met haar blokfluit verbaasde. Hij schreef een boek over haar en over de wereld en tijd waarin ze leefde: een mengsel van woord, beeld en noten. Niet alleen haar levensverhaal is een mooie ontdekking, dat geldt ook voor de zelden gehoorde 31 stukken die bezield tot leven worden gebracht.
Lees ook
Wonderkind op fluit Adriana komt weer tot leven
23. Kika Sprangers ((In)finity)
Je zou de zachte, meanderende sound van saxofonist Kika Sprangers kunnen onderschatten. Dat is ook prima; je kunt je laten meevoeren op haar ruimtelijke nachtjazz zonder dat er een wekker aan hoeft voor de volgende ochtend. Maar let op, en je hoort de rijke instrumentatie, de smaakvolle details, prachtige vocalen. En dan wringt het soms ook eigenwijs, in samenspel met haar Large Ensemble vol sterke solisten.
Lees ook
Jazzpoëzie van jazzbelofte Kika Sprangers
22. Het Universumpje (Stilleven met Dierentemmer)
Het is een op papier bizarre combinatie. Keiharde stonerrock met poëtische, Nederlandstalige teksten. Alsof Queens of the Stone Age speelt met Spinvis achter de microfoon. Toch is dat de beste omschrijving van de sound van de Amsterdamse band Het Universumpje, en de muziek rockt net zo hard als dat het catchy is. Pas op, ‘Voodoo’ krijg je nooit meer uit je hoofd. Het lijkt wel, ehm, voodoo.
Lees ook
Het Universumpje: alsof Spinvis in Queens of the Stone Age zingt
21. Reanny & King Ocho (Liefde Maakt Blind)
Een stel dat hardop ruzie maakt, en iedereen mag het horen. Pijnlijk openhartig zijn Nichowell Nicholas, en Reanny Hortencia. Hij: „Word je de moeder van m’n kind, of word ik vanavond geblockt?” Zij: „Ik zag je staan, maar ik zag je niet zitten”. Au! De liefde wordt hier bezongen met bloedend hart. Soms gemeen, maar ook wordt duidelijk hoe ze niet zonder elkaar kunnen.
Lees ook
Liefdeskoppel Reanny en Ocho ruziet over ruzie maken: ‘Ik zag je staan, maar ik zag je niet zitten’
20. Sam Newbould Quintet (Homing)
Cirkelend rond de vraag wat voor iemand een thuis kan zijn, hoe en waar te aarden valt, is dit Newboulds meest persoonlijke album. De Brit, die ook een master filosofie heeft, heeft gemerkt hoe zijn gevoel van ‘thuis’ als muzikale immigrant in Amsterdam met de jaren veranderd is. Het leverde een gelaagd album op, met filmische, verhalend opgebouwde composities die volop licht doorlaten.
Lees ook
De jazzparel in de dagvangst komt van Sam Newbould – Peggy Gou schiet van springerige clubsound naar calypso
19. Maan (Eclips)
Ze had The Voice gewonnen, scoorde hit na hit, won prijzen, speelde grote shows. Wat wilde Maan de Steenwinkel nog meer? Iets nieuws. Iets anders. Minder commercieel, meer diepgang. Ze werd ervoor neergesabeld, maar uiteindelijk win je met zo’n zoektocht naar artistieke vrijheid altijd van snedige commentatoren. Zo’n breuk met haar eerdere werk is het niet eens, eerder een verdere exploratie van stijlen. Daartussenin fonkelt haar stem.
Lees ook
Zangeres Maan: ‘Ik voelde een verlangen naar iets anders, als een borreling ergens in mijn lijf’
18. Néomi – (Somebody’s Daughter)
Neomi Speelman was niet voor niets NRC’s poptalent in januari dit jaar. Ze werd opgepikt na een Facebookfilmpje, nadat ze op haar muziekopleiding te licht was bevonden. De spring-in-het-veld maakt folkpopliedjes waar steeds meer pop in is geslopen, zonder dat ze de warmte verloor. Live is Néomi met haar sterke band bovendien niet te missen.
Lees ook
Zangeres néomí: ‘Mijn muzikale carrière wordt een totale chaos’
17. Olga Pashchenko & Il Gardellino (Mozart Pianoconcerten 20 & 23)
Onder de handen van de Russische (in Nederland wonende) Olga Pashchenko krijgt de fortepiano iets onweerstaanbaars. Haar eerste noten na de stormachtige inleiding van Mozarts Twintigste Pianoconcert tonen al meteen een kwetsbaar karakter dat tastend een weg lijkt te zoeken door een duister doolhof. Pashchenko deelt met Mozart een diep begrip van de filosofische en emotionele diepte van het menselijke drama en bezit de uitdrukkingskracht en dynamiek om vorm te geven aan deze eeuwige strijd tussen binnen- en buitenwereld.
Lees ook
Olga Pashchenko kan op haar fortepiano dramatisch alle kanten uit
16. Charlotte Wessels (The Obsession)
Zangeres Charlotte Wessels verloor haar band en dus haar baan, toen de symfonische metalband Delain – een heel grote in het genre – uiteenviel. Maar bij de pakken neerzitten zag ze niet zitten, en dus musiceerde ze online een nieuwe, lucratieve baan bij elkaar. Dat ontwikkelde zich tot dit echte eerste album (na twee compilaties), vol heel openhartige, persoonlijke teksten op uiteenlopende lekker heavy en meeslepende songs.
Lees ook
Charlotte Wessels maakt elke maand een liedje (en viel zo niet in een zwart gat)
15. Martijn Padding (Greatest Hits (So Far!))
Onder de typische paddingiaanse titel Greatest Hits (So Far!) brengt label Attacca drie soloconcerten van Martijn Padding bijeen. Padding excelleert in die dialoogvorm van solist versus ensemble. Hier laat hij cello, basfluit en piano in gesprek treden met een ensemble van Haagse conservatoriumstudenten. Schitterende, fijnzinnig geïnstrumenteerde, geestig-diepgravende stukken zijn het, voortreffelijk gespeeld.
Lees ook
Martijn Padding – Greatest Hits (So Far!)
14. Sticks (Zonneschijn)
Nee, Stickert gaat het niet rustiger aan doen. De Zwolse rapper, die lang lang geleden doorbrak met de groep Opgezwolle, bracht vorig jaar al twee albums uit waarop hij zijn hersenspinsels uitgesponnen uit probeerde te leggen. Daar is nu nóg een album bijgekomen, waarop Junte ‘Sticks’ Uiterwijk het leven beschouwt, met de mooie dingen, maar zeker ook de andere kant: deze plaat gaat over het verlies van zijn moeder. „Wacht niet op zonneschijn, het kan over in een seconde zijn.”
Lees ook
In de nieuwe muziek van rapper Sticks is ‘de dood nooit ver weg, maar het leven altijd dichterbij’
13. Johan (The Great Vacation)
Ze bestaan ruim dertig jaar en hebben aan niets en niemand nog iets te bewijzen. Misschien klinkt Johan daarom zo relaxed op dit zesde album, hoewel achter die lome gitaarpop vaak duistere, diep persoonlijke verhalen schuil gaan. Alzheimer, angsten, eenzaamheid, twijfels. Jacob de Greeuw kreeg hulp van nieuwe gitarist Robin Berlijn (Moke, Kane, Ellen ten Damme) en die impuls maakt de sound van Johan ook na drie decennia fris als een hoentje.
Lees ook
Zanger Jacob de Greeuw (Johan): ‘Ik ben content, maar mijn leven en carrière zijn net niet helemaal gelukt’
12. Ploegendienst (DSM-5)
De band rond punkzanger Ray Fuego geeft woeste optredens. Hun tweede album DSM-5 (naar het handboek van psychische aandoeningen) is weer sneller en strakker, zonder franje, maar vol staccato woede (‘Ik pis in je soep’). Spinvis fulmineert ironisch mee in twee nummers, tegen mensen die zogenaamd interessant doen (in ‘Interessant’) en tegen ‘Mensen In Het Algemeen’.
Lees ook
De jazzparel in de dagvangst komt van Sam Newbould – Peggy Gou schiet van springerige clubsound naar calypso
11. Duo Saraswati (Srikandi)
Voor de klassieke traditie is volksmuziek een onmisbare schakel. Van de groeiende groep klassieke musici uit niet-westerse culturen zoeken sommigen een plek in de westerse canon voor hun muzikale erfgoed. In die ontwikkeling past ook het mooie debuutalbum Srikandi van het Duo Saraswati: twee broers, twintigers, cello en piano, geboren uit een Nederlandse vader en een Balinese moeder. Vooral hun bewerkingen van de Indonesische volksmelodieën vormen een mooie verrijking voor de klassieke canon.
Lees ook
De Balinese wortels van Duo Saraswati
10. Reinier Baas & Ben van Gelder (This Is Water)
Jazzmatties for life. Gitarist Reinier Baas en saxofonist Ben van Gelder weten elkaar al sinds hun jazzstudies blind te vinden in evenwichtig, intuïtief samenspel. Wat opvalt aan hun sterke, alweer derde duoalbum This Is Water is de diepte en focus. In sax en snaar draaien de Nederlandse jazzleeuwen van deze tijd om elkaar heen in moderne ruimtelijke stukken. De toevoeging van interessante gastmuzikanten daagt ze uit en voorkomt eenvormigheid.
9. Froukje (Noodzakelijk Verdriet)
Froukje Veenstra is jonger dan Wikipedia, maar het leek soms of de last van het hele muziekland op haar schouders rustte: dé grote popbelofte, werd ze overal constant genoemd. Na heel wat EP’s kwam er na een rusteloze periode eindelijk een debuutalbum en lijkt er iets van balans te zijn gekomen in die onstuimige carrière. Het hóéft niet zo hard meer te gaan, lijkt het. En dat is ook zo, want met een album vol ijzersterke songs zoals ‘Zonder Liedjes’, ‘Als ik God Was’ en ‘Naar het Licht’ hoeft ze voorlopig toch ook even niets anders?
Lees ook
De zwartomrande euforie van Froukje op haar debuutalbum is spontaan en speels
8. Personal Trainer (Still Willing)
We kennen Personal Trainer als frisse, jonge rockband uit Amsterdam. Maar wat voor publiek trekken ze bij hun (vele) shows in Engeland? Ouwe lullen. Boomers. Vaders! Heeft te maken met hun populariteit op een ouwe-lullen-muziekzender in de UK, en ach, wat zou het. Het succes is ze gegund, met dit tweede album vol energieke indiepop die je telkens heel prettig op het verkeerde been zet (ook als je niet zo lang op één been kan blijven staan).
Lees ook
Hoe het Nederlandse Personal Trainer in Londen wordt omarmd door fanatieke vaders
7. Eefje de Visser (Heimwee)
Met haar vorige album oogstte Eefje de Visser twee Edisons, een 3voor12 Award voor beste Nederlandse album van het jaar en de hoogste positie op de eindejaarslijst van muziekblad OOR. Of dat nu weer lukt moet blijken, Heimwee is op het eerste gehoor ingetogener, en laat zich net wat minder makkelijk kennen. Dat is ook de kracht: die extra moeite levert uiteindelijk net zoveel op. Misschien wel meer.
Lees ook
Nieuwe album Eefje de Visser is even ongrijpbaar als vertrouwd – Max Richters muziek is een overpeinzing
6. Musica Temprana (In Terra Aliena)
Met zijn Musica Temprana heeft de Nederlands-Argentijnse musicus Adrián Rodriguez van der Spoel altijd een goed oor gehad voor de weemoed van de meerstemmigheid. In Tierra Aliena bevat veelal anonieme gezangen. Musica Temprana schetst heimwee in allerlei verschillende gedaanten en weet de kern te vinden van de oerklank van dat verlangen dat de plek ophemelt waar je niet meer bent en de tijd verafgoodt die nooit meer vanuit het verleden zal terugkeren.
Lees ook
Musica Temprana schroeft gevoelens van gemis diep het gemoed in
5. Bente (Drift)
Op haar tweede album Drift vond de Amsterdamse Bente Fokkens diepte in zowel muzikale begeleiding als in haar zang, en in de vanzelfsprekende openhartigheid van haar woorden. Ze knoopte de losse eindjes van haar jeugd samen en ging van zoekend naar blootleggend. Op dit verrassend sterke album kreeg haar muziek focus, en heeft haar zang aan zeggingskracht gewonnen. Zelfs zonder naar de woorden te luisteren hoor je optimisme, maar ook gelatenheid en melancholie. Wat zou er gebeurd zijn met Bente tussen haar debuut en Drift? Ze is zowel volwassen geworden als kind gebleven.
Lees ook
Bente knoopt de eindjes samen – de Balinese wortels van Duo Saraswati
4. Jungle By Night (Synergy)
Hun festivalhit ‘Shirt Uit’ zagen ze deze zomer niet aankomen: Jungle by Night bestaat vijftien jaar, maar door samenwerkingen met rapper Sef of Spinvis bereiken ze nu een nieuw publiek. Zo openden ze Lowlands, en een recordaantal streams volgde – ook dát zagen ze niet aankomen. Ze ontwikkelden hun jazzy sound met pop en dance, nodigden bekende vocalisten uit en braken uit hun schulp. Waarom het zo werkt? Juist omdat ze geen hits wíllen. Vrij experimenterend zoiets bereiken, dat is heerlijk.
Lees ook
Vijftien jaar maakt Jungle by Night al analoge dansmuziek, maar bereikt nu ook de grootste podia. ‘Deze plaat is een XL versie van ons’
3. Dool (The Shape of Fluidity)
Hoe bekend Raven van Dorst ook is, als het om Dool gaat, dan gaat het ook om Dool, en dan moet het niet de Van-Dorst-show worden. En terecht, want Dool verdient het op zichzelf te staan – niet voor niets een van de beste livebands van het land. Toch krijgt ook het persoonlijke verhaal van Van Dorst (geboren met hermafroditisme) enorm veel kracht op dit derde album, tussen de ijzersterke hooks en refreinen. Bij elkaar maakt dat het hun beste plaat tot nu toe.
Lees ook
Raven van Dorst: ‘Je hoeft mij niet aan te passen, pas jezelf maar aan’
2. Cappella Amsterdam, Orkest van de Achttiende Eeuw e.a. (Tales of song and sadness)
Haast te veel om op te noemen, is dit geweldige album. Op de eerste plaats een eerbetoon aan twee boezemvrienden, twee grootse musici, die in 2014 (Frans Brüggen) en in 2021 (Louis Andriessen) overleden. Het bevat Andriessens zwanenzang, het koor- en orkestwerk May, maar ook ander koorwerk van Andriessen, een bedwelmend mooi gezongen elegie van Josquin en, niet in de laatste plaats: verbijsterende oude opnames van blokfluitist Brüggen. Een uniek, divers, briljant vertolkt document: alles klopt aan dit album, dat diepe muzikaliteit, liefde en toewijding ademt.
Lees ook
Cappella Amsterdam brengt eerbetoon aan boezemvrienden
1. Tramhaus (The First Exit)
Er is altijd hoop, en die komt uit Rotterdam, schreven we in september. In een maand waarin het traditioneel grote albumreleases regent, viel de nieuwe van een Rotterdams bandje op, uitgekomen op een klein Gronings label. „Precies wat een debuut moet zijn: spetterend, onstuimig en stuiterend van stemmingswisselingen”, inclusief „mission statement over authenticiteit en eigen koers varen”, schreven we. En daar bleef het niet bij: Tramhaus’ The First Exit bleef de rest van het najaar bij ons, en dwong deze eerste plaats af.
Lees ook
Er is altijd hoop, en die komt uit Rotterdam met rockband Tramhaus – fluwelig warm en in sepia gaan Vercammen en Ivanova op avontuur