Zangeres Davina Michelle kan hoog schoppen, hoog zingen, en heeft hooggeplaatste ambities. Michelle streeft een internationale carrière na, vandaar dat ze het grootste deel van haar liedjes in het Engels zingt. Na de aftrap in Paradiso zaterdag, vervolgt ze haar nieuwe tournee met een reeks optredens in Duitsland.
Davina Michelle (28) heeft de kenmerken van een ster: de stem, met zijn ongelimiteerde orkaankracht, een innemende houding op het podium, en doorzettingsvermogen. Daar gaan haar meeste teksten dan ook over: ‘Aiming for the stars’, ‘hold on’, ’Aim higher’.
De in Nieuwerkerk aan den IJssel, als Michelle Davina Hoogendoorn geboren zangeres werd rond 2018 bekend met covers van onder anderen Pink, en door de uitvoering van ‘Duurt Te Lang’, geschreven door Glen Faria, dat een grote hit werd en haar tot nationale popster maakte.
Voor haar net verschenen, derde album Higher schreef ze een verzameling poprocksongs waarin haar stem op de voorgrond staat. Die stem is als een goed ontwikkelde spierbal: indrukwekkend in zijn mogelijkheden, en soms een beetje ongenuanceerd. Toch is de expressie in een aantal nummers raak: in ‘Lullaby’ bijvoorbeeld glijdt ze soepel van rafelig naar fluwelig, naar keihard. Het vrolijke ‘All Is Ours’, met zijn jaren tachtig-synthesizermotief, zingt ze snel en opruiend in een spervuur van woorden.
Live was ‘All Is Ours’ een hoogtepunt, een van de eerste liedjes waarbij ze over het podium wervelde. Paradiso was niet helemaal uitverkocht, dat zal waarschijnlijk in Ahoy’, volgende maand, wel het geval zijn. In Rotterdam, de omgeving van haar geboortegrond, heeft ze veel fans. Maar het aantal aanwezigen lijkt haar niet uit te maken, Michelle zingt voor iedereen persoonlijk. Als een hartelijke tv-presentatrice leidde ze de nummers in: ’Okay lieve mensen’, legde de bedoeling van het liedje uit en barstte los in wild dansen met kickbox-bewegingen en wapperend haar.
Visueel was er weinig opsmuk. Maar muzikaal was er de mooie toevoeging van twee violen en een cello. Zo kreeg haar eigen band van vier personen, versterking in bijvoorbeeld ‘Higher’ en bij ‘No One Said It Was Easy’, de strijkers gaven een subtiele extra laag aan het rockgeluid.
Non-stop paradeerde Michelle, in wisselende korte rok en fetisj-achtige attributen, over het toneel. Maar ze was niet uitsluitend energiek. Zo riep ze met haar liedje ‘No Angel’ op tot zelfliefde (‘Okay lieve mensen?’) en als iemand je onderuit haalt dan zeg je ‘fuck you’. Ook de boodschap van ‘I Said No Sir’ is duidelijk: ‘Keep your hands off/ I’m the boss of these breasts and ass’. Het refrein, ‘I said no sir’, wordt toepasselijk ondersteund door een koor aan vrouwelijke proteststemmen.
Haar nummer ‘My Own World’ werd lang uitgebouwd, soepel aangedreven door de straffe slagen van drummer Sebastiaan Brouwers. En, verrassing, hier dook een citaat op uit Nirvana’s ‘Smells Like Teen Spirit’. Als het aan Davina Michelle ligt mag de vuistslag van de rock nooit ontbreken.
Eigenlijk is het voorval klein, maar toch komt alles erin samen. Lachend poseert de nieuwe volksvertegenwoordiger Cansin Köktürk eind maart op haar eerste dag in het Duitse parlement voor een foto op X. De 31-jarige politica van Die Linke draagt voor de gelegenheid een decent reepje zwart-wit geruite stof om haar hals. Het is een kleine, haast modieuze variant van de ‘Palestijnse sjaal’, de keffiyeh.
Een paar dagen later zorgt ditzelfde sjaaltje voor het eerste schandaaltje van de nieuwe Bondsdag. Een symbool van ‘agressie tegen Israël’, vonden drie CDU-critici die de zaak begin april in de landelijke media onder de aandacht brachten. Een vredelievend symbool van ‘solidariteit met Palestina’, vond de draagster zelf. En de nieuwe Bondsdagvoorzitter (CDU) verklaarde in Der Spiegel: „Meningsuitingen op spandoeken, flyers en kleding zijn [in het parlement] niet toegestaan.”
Nieuw is de opwinding over de sjaal niet – Nederland kende vorig jaar vergelijkbare discussies over sjaal-dragende politici, al zijn die nooit zo heftig als in Duitsland. Bij de recentste pro-Palestina-demonstraties in de stationshal van Amsterdam Centraal was hij twee weken geleden opnieuw prominent als statement aanwezig, de flinke zwart-wit-geruite doeken om de hals of het hoofd van de deelnemers gewikkeld. Ook anderhalf jaar na het begin van de oorlog tussen Israël en Hamas zou je de keffiyeh daarom het meest politieke kledingstuk van dit moment kunnen noemen.
Maar: blijft hij dat dan ook?
PLO-leider Yasser Arafat bezoekt in 1993 Nederland, rechts premier Lubbers.
David Beckham
Het is nu nauwelijks voor te stellen dat de sjaal tot voor kort helemaal niet meer zo politiek beladen was. Oorspronkelijk was het een kledingstuk dat in vele varianten in de Arabische wereld voorkwam, maar hij kreeg pas iconische betekenis – na een eerste fase als symbool van Palestijns verzet in de jaren dertig – eind jaren zestig, toen PLO-leider Yasser Arafat in de strijd voor een onafhankelijk Palestina van de zwart-witte variant om het hoofd zijn handelsmerk maakte.
Bij zijn entree in het Westen speelde deze betekenis overigens al snel geen overheersende rol meer, legt designhistoricus Anu Lingala in The Guardian uit. Eerst pikte de kraakbeweging en anti-oorlogsbewegingen de keffiyeh, gedragen om de hals, als een revolutionair vrijheidssymbool op. Al in 1982 poseerde ook popster Madonna ermee op een foto, maar het was pas echt in de jaren negentig dat de sjaal als licht-rebelse mode-accessoire een steeds breder publiek wist te bereiken. Typerend voor dit nieuwe gebruik was de top in keffiyeh-motief gedragen door Carrie Bradshaw, in het vierde seizoen van Sex and the City. Weer een paar jaar later sierden ook sterren als zanger Justin Timberlake en voetballer David Beckham zich met de sjaal. Toen de productie van de sjalen in de jaren 2000 van Palestina naar China werd verlegd en er allerlei kleinere, kleurige, toegepaste varianten op de markt verschenen, leek de sjaal definitief zijn ‘scherpte’ te hebben verloren.
Maar was de politieke functie toen helemaal weg? Dat toch ook weer niet. Uitgerekend in deze modieuze Beckhamjaren dook de keffiyeh tussen de bomberjacks bij Duitse neonazi-demonstraties op. De neonazibeweging hoopte met dit linkse symbool een rebelsere uitstraling te krijgen, maar „onderstreepte er ook haar antisemitisme mee”, zoals het Duitse persbureau DPA al in 2004 meldde.
De cultuurgeschiedenis van de keffiyeh laat dan ook zien dat de sjaal flexibel is; hij krijgt zijn betekenis door de specifieke context waarin hij wordt gedragen.
Een student van Columbia University in New York houdt een keffiyeh omhoog, 12 maart 2025. De Zweedse zanger Eric Saade draagt een armbandje met keffiyeh-motief op het Songfestival 2024.
Foto Stefan Jeremiah/ AP, Foto Jessica Gow/ TT
Nieuwe mix
Dat is nu opnieuw te zien. Op het filmfestival van Cannes in 2024 haalde het Palestijns-Amerikaanse topmodel Bella Hadid de wereldpers, toen ze in een rood-witte keffiyeh-jurk een ijsje ging eten. De jurk van het Amerikaanse modelabel Michael en Hushi stamt uit 2001, toen de politieke bedoelingen minder voorop stonden. Bijna een kwart eeuw later geldt hij als een uitgesproken pro-Palestina-statement.
De keffiyeh heeft door de oorlog in Gaza „zijn radicale symboliek teruggekregen”, zegt designhistoricus Jane Tynan van de Vrije Universiteit in Amsterdam. De sjaal is opnieuw politiek geworden: het dragen ervan kan concreet op Palestina zijn gericht, maar het motief verwijst ook naar bredere thema’s als „postkolonialisme en sociale rechtvaardigheid”.
Tas met keffiyeh-motief van het merk Merrenci. Beeld bol.comBeeld bol.com
Het gevolg hiervan is echter óók dat de modewereld hernieuwde interesse in de keffiyeh heeft gekregen, stelt modemagazine NSS: vorig jaar werden onder andere een keffiyeh-jas van het Berlijnse label GmbH in Parijs gepresenteerd, en in Milaan een jurk van Salvatore Vignola, geïnspireerd op de in Gaza omgekomen dichter Refaat Alareer. De verspreiding van het motief en zijn betekenis lijken afgelopen maanden mede door sociale media extra snel te zijn gegaan, meent NSS.
Het modern gevormde sjaaltje van de Duitse politica Cansin Köktürk sluit dan weer aan bij een flink reservoir aan mode-accessoires die online – ook via commerciële websites – worden verspreid: armbandjes, haarbandjes, sieraden en zelfs laptoptassen met zwartwit-ruitmotief. Een kleine hint naar het origineel blijkt al te volstaan om de associatie met het origineel op te roepen – waarbij veel accessoires opvallend hun best doen ook weer niet té activistisch over te komen. „Een leuke en impactvolle manier om je steun te tonen”, zoals in een advertentie op bol.com bij oorbellen met Palestijnse kleuren staat. Of bij een tas in keffiyeh-ruit: „Deze tas combineert stijl, functionaliteit en een krachtige culturele betekenis.”
Is dit een politieke ‘meningsuiting’, of is het mode met een geëngageerd tintje? De Duitse Bondsdagvoorzitter zal het er nog moeilijk mee krijgen.
Kunstenaar Dries Verhoeven (1976) vertegenwoordigt Nederland op de Biënnale van Venetië in 2026. Dat maakte het Mondriaan Fonds dinsdag bekend. De Nederlandse theatermaker en kunstenaar werkt voor de inzending samen met curator Rieke Vos (1981). De twee brengen, volgens het fonds voor het eerst, performancekunst naar het Nederlandse Rietveldpaviljoen in Venetië.
Met een ‘performatieve interventie’ reageert Verhoeven op de „onzekere gemoedstoestand” die hij in Nederland en Europa ervaart. Verhoeven: „De geopolitieke spanning is op zijn zachtst gezegd grimmig; het is lang geleden dat onze toekomst zo ongewis was. Ik wil proberen om de onrust tastbaar te maken binnen de safe space van de Biënnale.” Hij neemt het Rietveldpaviljoen, dat in principe de aangewezen locatie is voor de Nederlandse inzending aan de kunstbiënnale, als onderwerp mee in de interventie. Het paviljoen uit 1954 werd ontworpen door architect Gerrit Rietveld, en staat volgens Verhoeven voor een optimistische naoorlogse periode.
Lees ook
Verhoevens ‘Dear beloved friend’ toont kritisch portret van de decadentie van de westerling
De inzending is gekozen door een internationale jury die het Mondriaan Fonds adviseert. Eelco van der Lingen, directeur van het fonds, plaatst de keuze voor Verhoevens voorstel in een recente ontwikkeling. In 2022 koos kunstenaar melanie bonajo ervoor buiten het Rietveldpaviljoen te exposeren. Twee jaar geleden organiseerde Renzo Martens een dubbeltentoonstelling in Congo, met een Congolees collectief. Van der Lingen ziet dat het Mondriaan Fonds nu weer een inzending heeft uitgekozen die „gangbare conventies opzijzet en hiërarchie en nationale representatie bevraagt. Het gebouw, de tuin, de Biënnale en de verhouding met de wereld daarbuiten verdienen het om bediscussieerd te worden.”
Dries Verhoeven maakt performances en installaties, soms in de publieke ruimte. Hij nodigt zijn publiek vaak uit mee te doen of te denken, houdt de toeschouwer een spiegel voor in werken over de kapitalistische samenleving. Kunsthistoricus en curator Rieke Vos is sinds 2023 conservator hedendaagse kunst bij het Teylers Museum in Haarlem.
De biënnale vindt plaats in 2026, van 9 mei tot en met 22 november.
Voor Nathalie Baartman (51) hoeft er maar weinig te gebeuren wil ze zich ergeren. Zo heeft ze een dorpsgenoot met een deurbelcamera, onderdeel van een bestaanszekerheid waar een andere dorpsgenoot (Pieter Omtzigt) „zijn vingertjes bij kan aflikken”. Een belachelijk idee, aldus Baartman in Deer. Zou ze zelf buitenshuis kunnen zien dat er ongewenst bezoek voor haar deur stond? Ze zou nooit meer huiswaarts durven keren uit angst dat de ongewenste bezoeker zich op een later tijdstip opnieuw kwam melden.
Baartman laat zich kennen als iemand voor wie chaos, een gebrek aan controle en onhandigheden een manier van leven zijn. Ze kan niet anders, dus leveren kleine praktische zaken vaak groots tumult op. In enorme haast vanwege een bijna vertrekkende trein naar Zwitserland, grist ze nog snel een prei mee van huis. Want ja, ze heeft er natuurlijk niet op tijd aan gedacht om wat gangbaarder eten voor onderweg te regelen.
De anekdote over het chaotische verloop van een moeder-dochtertripje naar Zwitserland is de losse strik waar Baartman haar verhalen mee samenbindt. Dit is soms een leuk verhaal, zoals wanneer Baartman uitlegt waarom ze in tegenstelling tot haar dochter liever niet in een kano stapt (er blijkt sprake van een „tweedegeneratie-kanotrauma”) maar wel naar een jodelcursus wil. De puberteit en gevaren van sociale media lonken voor haar 12-jarige dochter, dus „dit is hét moment om haar op de valreep nog wat oudere communicatietechnieken bij te brengen”.
Dik aangezet
Minder geslaagd is dat Baartman uitvoerig vertelt over haar weinig spannende avonturen tijdens de treinreis: iets met reserveringskosten, een bezette stoelplaats, een strenge conductrice. Baartman maakt graag gebruik van een stijlmiddel waarbij ze zichzelf zo ongeveer uit elkaar laat spatten van ergernis. Daar zijn de wel bekende treinproblemen echter niet meeslepend of verrassend genoeg voor. Ook niet in de vertelstijl van Baartman.
Deze expressieve stijl vol dik aangezette mimiek en kreten van verbazing komt beter tot zijn recht wanneer Baartman je meevoert naar een prikkelender deel van haar leven of belevingswereld. Zo treft ze een vrouw die wil weten of ze met haar outfit soms wil lijken op een omgekeerde prei. Baartman komt dan met een komisch zinnetje als: „Elke gelijkenis tussen mij en een omgekeerde prei berust op louter toeval.”
Ook achter het kunstwerk op het podium zit een leuk verhaal. Bedoeld als beeldende verwijzing naar de voorstellingstitel, maar in plaats van een hert kwam de dorpsgenoot die zich heeft gespecialiseerd in het maken van knaagdieren van cortenstaal met een aardvarken op de proppen. Baartman fantaseert grappig over het aardvarken, dat een eigenschap blijkt te bezitten dat hem tot een zeer geschikte landsbestuurder zou maken.
Het kunstwerk op het podium was bedoeld als beeldende verwijzing naar de voorstellingstitel, maar in plaats van een hert kwam de maker met een aardvarken op de proppen.
Foto Willem van Walderveen
Degenen die nu in functie zijn vindt ze ongeschikt. Baartmans blokjes politieke ergernissen zijn op zichzelf meestal oninteressant en nogal geforceerde afslagen in Deer. Mooi is wel het slotlied, waarin ze op klaagzangerige accordeonklanken een protestlied zingt over verschillend groot leed dat haar ‘deert’.
Uit Baartmans negende voorstelling spreekt vooral dat de totale onmacht en frustratie die je kan voelen over nauwelijks controleerbaar wereldleed, vaak zijn weg vindt naar leed van een meer behapbare orde. Ergernissen over de definitie van een inloopdouche en de onzin van ‘slimme’ koelkasten en deurbelcamera’s kunnen een mens daarom bijna laten ontploffen van irritatie.
Lees ook
het Cultuurdagboek van Nathalie Baartman: ‘De was wacht en volgende week ga ik in première’