Dat zelfs gematigd Bretagne openstaat voor RN toont hoe riskant Macrons gok is

Net buiten het Bretonse plaatsje Piré-sur-Seiche staat een grote boerderij. Zwart-witte koeien netjes opgesteld in de stal. Als onbekende bezoekers het terrein opkomen, bonken ze nieuwsgierig tegen het hek. Achter een schuur klinkt het geronk van een tractor. Verder enkel het gekwetter van vogels, af en toe het voorbijrazen van een met hooi of varkens gevulde vrachtwagen op de nabijgelegen weg. Het is er rustig. Alleen het door bewoners demonstratief omgekeerde plaatsnaambordje iets verderop verraadt iets van sluimerende onvrede.

Onder de ronkende tractor ligt Éric Lize, de 63-jarige voormalige eigenaar van de boerderij, te klussen aan de motor. „Ik ben eigenlijk met pensioen, maar er is hier altijd werk”, zegt hij terwijl hij zijn zilveren vullingen bloot lacht. Dan komt zijn zoon Vincent Lize (39) op een tweede tractor aanrijden. Hij nam het bedrijf vorig jaar over: „138 hectare grond, honderd koeien, zestig kalveren.” De mannen hebben dezelfde brede werkhanden, dezelfde gebruinde gezichten van het werken op het land.

In het typisch Bretonse dorpje Piré-sur-Seiche (net onder Rennes, 3.000 inwoners) lijkt het goed toeven. Wegen, huizen en bedrijven zijn goed onderhouden. Openbare wc’s zijn smetteloos. Het Bretonse landschap met zijn eindeloze weilanden, kaarsrechte maïsvelden en indrukwekkende boomgaarden ademt rust. Ook in de cijfers doet ‘Piré’ en Bretagne in bredere zin het goed: er is weinig werkloosheid, relatief weinig armoede. Het gemiddelde inkomen ligt hoger dan het Franse gemiddelde, de criminaliteitscijfers lager.

De regio was altijd wars van extremen. Toch heeft ook hier het radicaal-rechtse Rassemblement National voet aan de grond gekregen bij de Europese verkiezingen van twee weken geleden. De radicaal-rechtse en EU-kritische partij van voorvrouw Marine Le Pen en partijvoorzitter Jordan Bardella kon Bretagne-breed op bijna 26 procent van de stemmen rekenen. In Piré was dat ruim 28 procent. Op nationaal niveau haalde het RN 31,4 procent.


Ook Vincent Lize stemde op het RN, zegt hij met zijn handen in de zakken van zijn blauwe overal. Zijn vader, in eenzelfde kledingstuk gestoken, zou dat misschien ook wel hebben gedaan als hij niet op vakantie was geweest. Ze vinden dat Frankrijk „van de rit” is geraakt onder president Emmanuel Macron, op wie beiden jarenlang stemden. Vincent Lize: „Mensen zijn er klaar mee en willen een verandering.” De uitslagenkaart van Bretagne, die in 2019 nog de grotendeels Macron-geel was maar inmiddels bijna volledig radicaal-rechts blauw kleurt, toont dat veel Bretons het met hem heen zijn. De grote vraag is nu of deze kiezers bij de parlementsverkiezingen (30 juni en 7 juli) die Macron onverwacht uitschreef, eveneens tegen Macron en vóór het RN zullen stemmen.


Lees ook

Radicaal-rechts grote winnaar in Frankrijk, Macron schrijft riskante parlementsverkiezingen uit

Aanhangers van de Rassemblement National juichen voor het historisch goede resultaat dat de partij van Marine Le Pen met haar lijsttrekker Jordan Bardella heeft behaald.

Breuk met het verleden

De winst van radicaal-rechts in Bretagne is een breuk met het verleden, zegt Stéphane Perrin-Sarzier (45), de linkse vicepresident van de regio Bretagne. Op zijn borst prijkt een regenboogvlaggetje. „Bretagne heeft altijd een open mentaliteit gehad. Je hoeft niet in Bretagne geboren te zijn om als Bretons te worden beschouwd. En we combineren hier onze identiteiten: je bent Bretons, Frans én Europees”, zegt hij in zijn sobere kantoor in de Bretonse hoofdstad Rennes – aan de muur hangt een grote kaart van de puntige regio. Dit is anders in Franse regio’s met een sterke regionale identiteit zoals Corsica, waar men zich afzet tegen de nationale identiteit.

De Bretonse open blik komt doordat Bretagne lange tijd een emigratieregio was. „Tot aan de Tweede Wereldoorlog was er weinig werk, waardoor het niet makkelijk was om hier te leven. Daardoor gingen Bretons vaak naar andere regio’s om te werken. We hadden niet de kans naar binnen gekeerd te raken.”

Stephane Perrin-Sarzier.
Boer Éric Lize en zijn zoon, Vincent, Piré-sur-Seiche.

Foto’s: Mouna Saboni

Ook is er van oudsher een afkeer van autoritaire partijen, uit vrees dat zij zouden kunnen pogen de lokale identiteit uit te wissen – zoals de Franse staat in het verleden een bedreiging vormde door de Bretonse taal op veel plekken te verbieden.

Vanaf de jaren zestig veranderde Bretagne. „Door het ontstaan van grootschalige landbouw hoefden Bretonse arbeiders de regio niet meer te verlaten. Economisch ging het vooruit, de werkloosheid nam af, we werden een regio van vooruitgang die juist mensen ontvangt.” De open houding jegens anderen bleef en de Europese Unie werd omarmd. Vanwege miljoenensubsidies voor de in Bretagne zo belangrijke landbouw en visserij, maar ook doordat Brussel Bretagne helpt tegenwicht te bieden aan het gecentraliseerde Parijs. „We zitten ver weg van de macht, dus we voelden de noodzaak om ons te verbinden aan Europa.”

Maar de laatste jaren is „een gevoel van déclassement, van sociale achteruitgang, ingetreden”, zegt Perrin-Sarzier. Terwijl de agro-economische boom tot zoveel economische voorspoed leidde, voelen boeren zich de laatste jaren bestraft door zowel Brussel als Parijs. „Landbouw werd voorheen gezien als iets nobels. Maar nu voelen boeren zich gestigmatiseerd door de elites die willen dat ze hun bedrijven transformeren [naar biologische landbouw] of verkleinen en [diesel-]auto’s willen uitfaseren die inwoners van het platteland zo hard nodig hebben vanwege het gebrekkige ov buiten grote steden.” Dat de staat niet aan auto’s moet komen, bleek al eerder. In 2018 was een verhoging van brandstofprijzen om milieuredenen aanleiding voor de maandenlange Gele Hesjesprotesten. En vijf jaar eerder waren Bretons onder de vlag Bonnets Rouges (rode mutsen, hiernaar werden de Hesjes vernoemd) massaal de straat op gegaan om te demonstreren tegen de toen ophanden zijnde invoering van een ecotaks voor wegtransport. „Dit zijn geen mensen die Tesla’s kunnen rijden.”

Daar komt de inflatie van de laatste jaren bovenop. „We hebben niet de werkloosheidscijfers die andere regio’s hebben, maar wel veel mensen met lage salarissen. Zij werken, maar hebben alsnog moeite om hun gasrekening te betalen – dat is vernederend.” Intussen gingen ook publieke diensten achteruit – een trend die overigens al voor Macron ingezet was. Zo zijn in grote delen van Bretagne geen artsen meer beschikbaar en kraakt het onderwijsstelsel onder lerarentekorten. „Het creëert een angstig klimaat.”


Lees ook

Een op de tien Fransen zit zonder huisarts. ‘Het enige wat je hier kunt doen om gezond te blijven, is niet ziek worden’

De apotheker van Plœuc-L’Hermitage laat de apparatuur voor teleconsultatie zien.

Omgekeerde plaatsnaambordjes

In het kalme Piré-sur-Seiche lijkt politiek ver weg. In het dorp hangen anders dan in veel steden geen actieposters waarmee onvrede met Macron geuit wordt. De verkiezingsposters van de Europese verkiezingen zijn al weggehaald en die voor de parlementsverkiezingen zijn nog niet geplaatst. Alleen het omgekeerde plaatsnaambordje is een uiting van boerenontevredenheid: het is de Franse versie van de Nederlandse omgekeerde vlag.

De redenen die RN-stemmers in Piré geven voor hun keuze, valt deels binnen de uitleg van Perrin-Sarzier. Zo zegt Vincent Lize dat de salarissen te laag liggen en is hij boos dat zijn vader niet het minimumpensioen van 1.000 euro ontvangt dat Macron in 2019 aan boeren beloofd had. (Wel is Éric Lize uitgekocht en krijgt hij 900 euro pensioen per maand.)

De 26-jarige schoonheidsspecialiste Manon Kasmi – lange wimpers, pakje Marlboro in de hand – noemt de gestegen prijzen als belangrijkste reden voor haar stem voor het RN: „Alles is duurder geworden, zoals producten en elektriciteit.” Ze denkt dat RN’s plannen om onder meer de btw op eerste levensbehoeften en brandstof te schrappen, zullen helpen. Dat Bardella inmiddels de btw-verlaging in de spreekwoordelijke ijskast heeft gezet en experts zeggen dat de plannen van de partij onbetaalbaar zijn, noemt ze niet.

Andere genoemde redenen passen in het anti-immigratiediscours dat breed wordt gedeeld op sociale media en bij conservatieve media als CNews, inmiddels de meest bekeken nieuwszender van Frankrijk. Zo wijt Kasmi het woningtekort in Rennes aan „buitenlanders die niets doen”. „Als ze hier komen en niets anders doen dan profiteren en de plek van Fransen innemen, vind ik dat ze moeten worden uitgezet.”

Schoonheidsspecialiste Manon Kasmi in Piré-sur-Seiche.
Piré-sur-Seiche, Bretagne.

Foto’s: Mouna Saboni

Vincent Lize begint over „de enorme toename van inbraken” (er is landsbreed inderdaad een toename, die volgt op een forse afname tijdens de coronajaren). Ook hij legt een link met immigranten en vindt dat buitenlandse criminelen harder bestraft moeten worden. „Op het nieuws gaat het steeds over mensen die van alles uithalen en zo weer op straat staan. Die mensen moet je opsluiten of terugsturen naar waar ze vandaan komen.” Lize erkent dat „de media ons misschien wel alleen de ellende laten zien”, maar dat maakt zijn zorgen niet minder. Hij heeft onlangs een slot geplaatst op zijn voorraadruimten met dure benzine.

Ook valt op dat men het RN – dat tot een aantal jaar geleden Frexit bepleitte en ook nu nog beleid voorstaat waardoor Frankrijk allerlei EU-regels zou breken – niet als een bedreiging voor de Europese Unie ziet. Zo zeggen vader en zoon Lize dat „we Europa als boeren nodig hebben” vanwege de landbouwsubsidies. Maar Vincent Lize stelt dat het RN „toch niet zal proberen uit de EU te gaan”. Dat de partij nog altijd eurokritisch is, is voor hem geen probleem: „Ze kunnen niet zomaar alles veranderen.”


Lees ook

Milieuregels? Handelsverdragen? Vergrijzing is het probleem van de Franse boer

President Emmanuel Macron met de prijswinnende Normandische koe Oreillette, afgelopen zaterdag op de Salon International de l’Agriculture in Parijs

De universiteit van Rennes.

Foto’s: Mouna Saboni

Niet-radicale stemmers tonen begrip

Anders dan Piré is Rennes is een plek die politiek ademt. De linkse studentenstad (222.000 inwoners) is gevuld met fietspaden, hippe koffiebarretjes en mannen met oorbellen. Door de hele stad zijn stickers en posters te vinden met antikapitalistische en antiracistische leuzen. RN-kiezers zijn hier niet zomaar te vinden, centrum- en linkse kiezers zonder probleem. Opvallend is het begrip dat zij tonen voor kennissen die wel op het RN stemmen. Zo zegt de 20-jarige psychologiestudent Angeline Dutay op de met anarchistische leuzen bekalkte universiteitscampus dat ze zelf tegen het RN is, maar begrijpt dat haar moeder wél voor die partij is omdat „immigratie een groot ding is”.

Ze heeft gehoord dat immigranten „voorrang op Fransen krijgen bij het vinden van een woning”. Dutay denkt ook dat „de helft van de jeugd RN stemt omdat [partijleider Jordan] Bardella jong is”. „Op TikTok zie ik allemaal berichten over dat hij zo knap en eloquent is.”

De 54-jarige medewerkster van een ngo Laurence Balut, die zelf op een middenpartij stemt, zegt in het centrum van Rennes „heel goed te begrijpen dat mensen worden verleid” door het RN. „Ze zeggen dat ze geld gaan teruggeven aan de Fransen. Mensen hebben dan het idee dat ze elke maand een cheque gaan krijgen.”

Ze noemt verder net als meerdere andere kiezers de toegenomen onveiligheid in Rennes door problemen met drugscriminaliteit als logische reden. „Toen ik twintig jaar geleden hierheen verhuisde, kon je uitgaan wanneer je wilde. Maar nu is er overal drugs en onveiligheid.”

Boerin Anita Collio in Piré-sur-Seiche.
Laurence Balut, Rennes.

Foto’s: Mouna Saboni

Ook Stéphane Perrin-Sarzier van de regio Bretagne zegt dat „we in Rennes en Brest een aantal geweldsincidenten hebben gehad die gelieerd zijn aan de internationale drugshandel, van een hevigheid waar wij niet aan gewend zijn”. Zo werd een buitenwijk van Rennes in maart opgeschrikt door een schietpartij met kalasjnikovs tussen drugsbendes, er vielen twee gewonden. „Het leidt ertoe dat mensen, ook al wonen ze zelf ver weg van de plek waar het gebeurt, het idee hebben dat alles helemaal mis is.”

Ook beginnen zowel radicaal-rechtse als gematigde kiezers over de angst die niet het RN, maar juist radicaal-links hen inboezemt, vooral Jean-Luc Mélenchon, de uitgesproken voorman van de hard-linkse partij LFI. „Hij is een gek”, zegt boerin Anita Collio (54). „Ik ken zijn ideeën niet zo goed, maar hij wil altijd overheersen”, vindt Vincent Lize, zijn vader knikt instemmend. „Hij is te extremistisch. Hij wil niet eens zeggen dat wat Hamas in Israël heeft gedaan [op 7 oktober] terreur is” , zegt Balut. „Mensen zijn echt bang voor hem.”

Balut denkt dat meespeelt dat radicaal-links luid aanwezig is in steden als Rennes. „Ze gaan te ver en de autoriteiten laten het begaan. Er was afgelopen weekend bijvoorbeeld een demonstratie [tegen radicaal-rechts en voor LHBTI-rechten] en nu zit de hele stad onder de graffiti”, zegt ze wijzend naar een muur vol tags variërend van „extreem-rechts is de aartsvijand” tot „ik smijt mijn politieke lesbianisme in jouw vuile smerissenbek” en „queer antifa”.


Lees ook

Macron schrijft nieuwe verkiezingen uit. De Fransen willen vooral weten: pourquoi?

Macron brengt zijn zondag stem uit in de noordelijke badplaats Le Touquet. Foto Hannah McKay/EPA

Macrons plan

De angst voor radicaal-links is er één die Macron graag aanwakkert, te meer daar LFI in aanloop naar de parlementsverkiezingen met meer gematigde linkse partijen optrekt in het Nouveau Front Populaire. De afgelopen dagen noemde de president links-Frankrijk immigrationiste, wat zoiets wil zeggen als ‘dol op immigranten’, en zei hij dat het nieuwe linkse front „absurde voorstellen” steunt zoals het „veranderen van je geslacht bij het gemeentehuis”. De linkse partijen willen de ingewikkelde procedure voor transgenders om hun geslacht in hun paspoort aan te passen versoepelen, iets waar Macron eerder zelf ook voor pleitte toen hij linkse kiezers wilde verleiden.

De president wil zo het beeld neerzetten dat bij de parlementsverkiezingen gekozen wordt tussen radicaal-links, radicaal-rechts óf hemzelf: het redelijke midden. Hij hoopt te profiteren van het systeem bij parlementsverkiezingen; men stemt per district in twee rondes, waarbij de tweede ronde gaat tussen de twee winnaars van de eerste ronde.

Als Le Pen wint kunnen we drie jaar zien wat ons dat brengt

Éric Lize
boer in Piré-sur-Seiche

Alleen is het de vraag of Fransen nog steeds bereid zijn in die tweede ronde op een kandidaat van Macron te stemmen om een front te vormen tegen radicaal-rechts (of radicaal-links). En of zijn kandidaten die tweede ronde überhaupt halen.

De campagne duurt nog een week dus er kan van alles gebeuren. Maar dat men in het van oudsher zo gematigde Bretagne vooral tégen Macron lijkt te stemmen, is een teken aan de wand. En geen kiezer zegt anders te willen kiezen bij de parlementsverkiezingen dan bij de Europese.

De opkomst zal naar verwachting wel hoger zijn, wat invloed kan hebben op de uitslag. Maar vooralsnog tonen de eerste peilingen dat het RN wederom ruim op kop staat. Als de partij doorgroeit, zou ze mogelijk zelfs een meerderheid in het parlement kunnen behalen, wat zou betekenen dat Bardella premier wordt.

Hierop hoopt boer Vincent Lize. „We gaan Macron billenkoek geven. En het is niet zo’n groot risico”, vindt hij. „Want [radicaal-rechts] levert dan niet meteen de president. Maar ze kunnen wel vast veranderingen in gang zetten in de laatste drie jaar onder Macron.” Zijn vader Éric is „nog steeds een beetje bang” voor Marine Le Pen, maar ook hij zegt dat als RN wint, „we tijdens die drie jaar kunnen zien wat ons dat brengt”.

Schoonheidsspecialiste Manon Kasmi heeft haar ogen nog verder gericht, op de presidentsverkiezingen van 2027. Ze wijst erop dat Marine Le Pen bij de presidentsverkiezingen van 2022 tweede werd en een hogere score dan ooit haalde. „Iedereen in mijn omgeving is tevreden. We denken dat ze in 2027 echt zou kunnen winnen.”


Lees ook

Frankrijk kiest met wasknijper op de neus voor continuïteit

De Franse president Emmanuel Macron zwaait zondagavond naar aanhangers tijdens een bijeenkomst op de Champ de Mars in Parijs, na zijn herverkiezing voor een tweede termijn.

Piré-sur-Seiche, Bretagne.
Foto Mouna Saboni