„Wij zijn niet zo van de emotie frustratie”, zegt Milo Schoenmaker, bestuursvoorzitter van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). „Dan zouden we ons werk niet kunnen doen.” Zijn organisatie is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers. Er komen structureel meer vluchtelingen binnen dan dat er opvangruimte is, waardoor asielzoekers in krappe locaties moeten verblijven en soms buiten moeten slapen. De beelden van asielzoekers in het gras bij de opvang in Ter Apel domineerden vorige zomer het nieuws.
Om Ter Apel en andere opvanglocaties te ontzien, voerde het demissionaire kabinet Rutte IV begin dit jaar de spreidingswet in, waarmee asielzoekers evenredig over het hele land worden verdeeld. Het Rijk kan gemeenten dwingen om te voldoen aan hun verantwoordelijkheid.
Amper vier maanden nadat de wet van kracht werd, kondigde de nieuwe coalitie vorige week aan de spreidingswet te willen schrappen. Volgens COA-bestuursvoorzitter Schoenmaker draagt het intrekken van de wet bij aan de opvangtekorten: „We hadden al een kruiwagen aan het werk. Dat aangekondigd is dat de wet wordt ingetrokken, helpt ons niet bepaald.”
Gemeenten schrappen al plekken
De wet afschaffen, is makkelijker gezegd dan gedaan; de Eerste en Tweede Kamer moeten akkoord gaan, en zo’n traject duurt maanden.
Maar nog voordat het nieuwe kabinet überhaupt is aangetreden, zijn de effecten van de coalitieplannen om de spreidingswet in te trekken al merkbaar. Een zevental burgemeesters heeft aan het COA laten weten opvangplekken te schrappen of in ieder geval te pauzeren totdat met de gemeenteraad is gesproken.
Schoenmaker: „De vier formerende partijen lijken uit te stralen uit dat ze het prima vinden als gemeenten geen asielzoekers opnemen. Dat is funest voor onze taak.” Momenteel komt het COA 8.000 plekken tekort, op 96.000 plekken in totaal. Zolang de wet er nog is, hoopt Schoenmaker„dat gemeentes zich blijven inzetten voor humane opvang”.
Aan Schoenmaker, die in 2019 aantrad als COA-bestuursvoorzitter, de wettelijk vastgelegde taak om de opvang alsnog op een humane wijze te realiseren. De VVD’er, voorheen burgemeester van Bussum en Gouda, reisde de afgelopen jaren het land af om gemeenten ervan te overtuigen vluchtelingen op te vangen. Met wisselend succes; waar de ene tijdelijke opvang kon worden geopend, ging al gauw een andere dicht. Duizenden asielzoekers werden over het land verschoven, van sportzaal naar camping en van hotel naar riviercruiseschip. Lukte het niet om die puzzel te leggen, zoals in de zomer van 2022, dan sliepen asielzoekers buiten. „Dit is hierna met veel kunst- en vliegwerk voorkomen, maar het is een heel dun lijntje”, aldus Schoenmaker.
Dat tijdperk leek voorbij, omdat de verdeelsleutel in de spreidingswet gemeenten duidelijkheid biedt. Schoenmaker: „Ook met gemeenten die vóór de spreidingswet niemand wilden opvangen, hebben we nu constructieve gesprekken.” Wie zijn aandeel vluchtelingen niet opvangt, kan door het Rijk gedwongen worden. „Maar heel veel colleges en gemeenteraden willen het niet zover laten komen dat ze gedwongen moeten worden.”
Volgens Schoenmaker wilden, sinds de invoering van de wet, slechts enkele gemeenten opvang weigeren tot het Rijk hen zou dwingen, zoals de gemeente Westland. Sinds het aangekondigde intrekken van de spreidingswet vorige week, hebben al zeven gemeentes laten weten de opvang te pauzeren of weigeren. Schoenmaker vertelt uit principe niet welke gemeenten, want „dat doet geen recht aan de relatie die we met die gemeentes hebben”.
Lees ook
Zeker tweeduizend opvangplekken minder door voornemen van aanstaande coalitie om spreidingswet in te trekken
‘Al behoorlijk sober’
Het intrekken van de wet is onderdeel van een breed pakket asielmaatregelen van de coalitie, waaronder de versobering van de opvang om asielzoekers af te schrikken naar Nederland te komen. Schoenmaker ziet geen heil in het verder verslechteren van leefomstandigheden van asielzoekers: „Wij vinden onze opvang al behoorlijk sober.”
Wanneer Nederlanders komen kijken bij open dagen van opvanglocaties schrikken ze volgens Schoenmaker vaak van de karige omstandigheden. „Asielzoekers krijgen van ons een bed, een locker voor hun spulletjes, basiscatering of kookmogelijkheden en een klein bedrag leefgeld. Veel simpeler kan ik het niet verzinnen.”
De inspectie van het ministerie van Justitie concludeerde in 2023 dat het COA de opvang „niet alleen meer kan bolwerken en dringend bijstand nodig heeft”. De inspectie schreef onder meer over opvangplekken: „De brandveiligheid is er niet op orde, aan basale eisen van bed en bad wordt niet voldaan en het risico op gewelddadige incidenten neemt toe.”
Bovendien is er geen wetenschappelijk bewijs dat het verschralen van opvang asielzoekers afschrikt, aldus Schoenmaker. Vluchtelingen komen nog altijd naar landen waar de opvang nog veel schraler is dan in Nederland. Ook Schoenmaker bemerkt dat comfort voor de asielzoekers in de Nederlandse opvang van secundair belang is: „Ze zijn niet zomaar hun thuisland ontvlucht. In Nederland is de opvang niet luxueus, maar ze zijn hier veilig. Dat is belangrijker dan luxe.”
Spanning door gebrek perspectief
Wat wél voor spanning zorgt, zo meent Schoenmaker, is een gebrek aan toekomstperspectief. De coalitie wil een asielbeslisstop doorvoeren én de voorrang voor asielzoekers op sociale huurwoningen intrekken. Oftewel: „Voor de mensen die we nu opvangen komt dan geen einde aan hun uitzichtloze situatie. Ze zullen in de opvang moeten blijven. Dat leidt tot moedeloosheid en vervolgens tot onrust.”
En het is maar de vraag of er daadwerkelijk veel minder asielzoekers zullen komen wanneer een nieuw kabinet aantreedt, aldus migratie-experts. De asielinstroom wordt grotendeels bepaald door het verloop van oorlogen in andere landen, zoals Syrië of Oekraïne. In vergelijking met de geopolitieke trends is Nederlands asielbeleid een randzaak. Het Centraal Planbureau schatte dat het pakket voor 10 procent minder asielzoekers gaat zorgen, maar voegt toe dat die schatting „met grote onzekerheid is omgeven” en gepaard kan gaan met „juridische risico’s”.
Volgens Schoenmaker zou, zelfs als de CPB-voorspelling klopt, die afname niet het verschil maken. „Op basis van de huidige prognoses moeten we aan het einde van het jaar 96.000 opvangplekken hebben. Trek daar een tiende vanaf en je komt uit op ruim 86.000. Ook dáár zijn we nog lang niet.” In alle gevallen, zo vertelt Schoenmaker, „moeten we dit jaar nog veel meer opvang realiseren”.
In de zomer, zo is de verwachting op basis van voorgaande jaren, zal er namelijk een vluchtelingenpiek komen. In aanloop daar naartoe neemt het aantal opvangplekken snel af; asielzoekers in tijdelijke locaties als hotels en vakantieparken worden weer weggestuurd vanwege het vakantieseizoen. Er zijn ook meevallers: Arnhem gaat 1.700 structurele opvangplekken optuigen, bijna 1.000 meer dan volgens de spreidingswet verplicht.
Schoenmaker blijft rustig onder oplopende tijdsdruk om genoeg bedden te regelen voordat de zomerpiek aanbreekt. Maar optimistisch is hij niet, of nooit geweest: „Mensen zullen hierheen blijven vluchten, zelfs als alle aangekondigde maatregelen doorgaan.” En dus is het zaak een robuust asielstelsel te bouwen. „Ook als de aantallen sterk dalen, zoals de coalitie hoopt, is een eerlijke verdeling nodig die fluctuaties in de instroom kan opvangen.” Want, zo meent Schoenmaker: „Deze constante onduidelijkheid houden we als land niet vol. We overvallen mensen elke keer met nieuwe noodsituaties omdat de opvang niet toereikend is. Dat is niet goed voor het maatschappelijk draagvlak.”
Hoe kijkt Schoenmaker naar de politieke ontwikkelingen? „De partijen die dit akkoord hebben gemaakt, hebben een meerderheid en kijken er anders naar, dus natuurlijk zullen we ons hierop richten. Maar we blijven pleiten voor een stabiel systeem, wat voor kabinet er ook komt. We hebben intussen jaren aan ervaring met een crisisachtige situatie die ons werk bemoeilijkt.” Frustreert dat hem echt niet? „Nee, maar het past ons om duidelijk te maken hoe wij denken dat je het opvangsysteem het beste kan organiseren.”
Lees ook
Rechter: COA sloot asielzoeker ten onrechte op in omheinde opvanglocatie