Dansen alsof er geen morgen is: wat brengt een avondje ‘ecstatic dance’?

Een drie uur durende magische reis, belooft het te worden. Een reis waarin je, volgens de site van Ecstatic Dance Amsterdam „samen een sfeer creëert waarin iedereen zich veilig en vrij voelt om te dansen, plezier te hebben, te verkennen, kwetsbaar te zijn, te ontdekken en je grenzen te verleggen”.

De locatie is Kaap, een stadsstrandtent in stadsdeel IJburg in Amsterdam. De roodverlichte zaal is aangekleed met Perzische tapijten, kaarsen en slingers. Buiten brandt een vuur. De avond is helemaal uitverkocht, meldt de barvrouw. Een vrouw komt met open armen binnenlopen en begint direct mensen te knuffelen. Eén van de aanwezigen deinst terug. „Nog niet, dat komt later pas”, zegt hij.

Hoewel het niet mijn eerste keer ecstatic dance is, ben ik net zo nerveus als tien jaar geleden, de vorige en enige keer dat ik ging. Een vriend had toen besloten dat hij meer uit zijn hoofd moest en meer in zijn lijf, en ecstatic dance leek hem daarvoor een goede manier. Hoewel ik aanvankelijk cynisch reageerde op zijn plan liet ik me toch overhalen om mee te gaan. Wie weet, dacht ik nog even, misschien was het wel helemaal mijn ding.

Nog nooit heb ik me zo ongemakkelijk gevoeld als op die dansvloer. Het ging er bij mij niet in dat mensen zich zomaar zó konden laten gaan, zich zó vrij voelden in hun lijf dat ze dansten alsof er geen morgen was. Theatraal vond ik het. Hysterisch. Onecht. Het grootse deel van de avond bracht ik zittend door aan de kant.

Maar ergens besefte ik ook wel dat mijn ongemak te maken had met mijn eigen geremdheid en onvermogen om ergens compleet, zonder oordeel, in te gaan. Stiekem voelde ik ook bewondering voor die wild dansende mensen die zo genoten van de muziek, hun lichaam en de andere dansers. In tien jaar tijd kan er veel gebeuren. Ik ben nu geen ongemakkelijke twintiger meer, maar een zelfverzekerde dertiger. Of althans, daar hoop ik achter te komen. Dit keer zonder de veilige aanwezigheid van een vriend of bekende. Vanavond in Kaap geef ik ecstatic dance, maar vooral mezelf, een tweede kans.

Ecstatic dance is een dansvorm zonder vastgestelde stijl of patronen. Er zijn maar drie regels: geen schoenen, niet praten en geen alcohol of drugs. Het doel is je vrij te voelen, verbonden met jezelf, met anderen of zelfs in een trance of extase te komen.

„Dansen kan je staat van bewustzijn veranderen”, zegt danser en choreograaf Suzan Tuca. Ze onderzocht aan de Universiteit Leiden hoe dansen het fysieke en het metafysische (ofwel: mind, spirit of ziel) met elkaar verbindt. „Dansen maakt iets in je wakker wat er altijd al was. Het kan je doen laten samenvallen met jezelf en alles om je heen.” Zeker als het een vrije vorm van dans is, waar geen mentale controle aan te pas komt, zegt ze. Ecstatic dance kan bovendien je zelfvertrouwen positief beïnvloeden, schrijven onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Dance, Movement & Spiritualities.

Dansavontuur

Ecstatic dance werd in 2012 naar Nederland gebracht door Shanto IJzendoorn (61), die avonden organiseerde in club Lite in Amsterdam. „Ik wilde een dansavontuur creëren waarin niemand zegt hoe het hoort. Waar er niet wordt gezegd hoe je moet dansen en de dj alle muziek kan draaien die hij of zij wil. En dan het liefste door elkaar heen, van het ene uiterste naar het andere.” IJzendoorn volgde al jaren wat er gaande was op het gebied van dansfeesten en kwam zo op internet de organisatie Ecstatic Dance San Francisco tegen. De slogan ‘no booz, no shoes, no chitchat’ was voor hem een schot in de roos. „Gewoon lekker dansen!” Hij legde contact met de organisator en vroeg of hij de naam mocht gebruiken in Nederland.

Inmiddels zijn er volgens ecstaticdance.nl in Nederland zestig vaste locaties waar je, vaak op wekelijkse basis, terecht kunt voor een danssessie van anderhalf tot drie uur, al kan vaak iedereen komen en gaan wanneer hij wil. IJzendoorn organiseert nu nog steeds ecstatic dance-avonden in zijn woonplaats Oosterhout.

De Amerikaanse muzikant en filosoof Gabrielle Roth wordt gezien als de grondlegger van ecstatic dance. In de jaren zeventig ontwikkelde zij, in San Francisco, de ‘5Ritmes’: een vrije dansvorm gebaseerd op het idee dat beweging helend is voor lichaam en geest. De dj leidt de dansers langs vijf ritmes – vloeiend, staccato, chaos, lyrisch en verstilling – die ieder een andere emotie of energie kunnen oproepen. Deze ritmes zijn ook de basis van ecstatic dance, maar een ecstatic dance-dj hoeft zich dus niet per se aan deze ritmes te houden.

Al zijn er dus wel die drie basisregels. Zonder schoenen beweeg je beter en kun je beter aarden, aldus IJzendoorn. Drank en drugs heb je niet nodig om in extase te raken, zegt hij. Daar moet je juist helder voor zijn. Dat je niet mag praten, is volgens hem de belangrijkste. „Je bent dan volledig op jezelf en je lichaam aangewezen. Bovendien voelt het heel avontuurlijk om contact te leggen met anderen zonder spraak.”

Glittertopjes

In Kaap zijn alle 180 bezoekers binnen. Een deel van het publiek ziet eruit zoals je misschien zou verwachten: man buns, lange baarden, harembroeken en kralenkettingen. Maar er zijn ook glittertopjes, bustiers, spijkerbroeken. Tijdens het opwarmrondje, waarin we door de zaal moeten lopen, zwaait een man van in de zestig in een blauw gebreid vest wild om een pilaar heen.

Volgende stap: bewustzijnsoefeningen. Ceremonieleider Léon Beckx (49), een kale man met oorbellen, kettingen en een diepe v-hals staat midden in de kring en praat ons er doorheen. „Voel je voeten op de vloer, voel je lichaam in de ruimte. De ruimte kan groot of kleiner worden, afhankelijk van hoe jij je erin beweegt.” Even later: „Misschien denk je dat je arrived bent, but are you really?” Deze vraag blijkt een teken om hard te gaan ademen. Overal klinkt hijgen en puffen. Ik voel lichte paniek. Als ik nu al te geremd ben om met geluid te ademen, hoe moet ik mezelf dan laten gaan tijdens het dansen?

Om wat losser te komen zingen we gezamenlijk een lied (‘I am here to release of all my fears, to come to pence with all my tears’) en drinken we een bekertje (bijna) pure cacao. Cacaobonen zouden je hart kunnen openen. Om mij heen wordt hard en vals gezongen, wat het makkelijker maakt om mee te doen. Het gaat me bijna beter af dan het drinken van het bittere drankje.

De muziek begint. Kalme sjamanistisch-achtige tonen stijgen op vanuit de dj-booth. Ik behoor tot de buitenste kring op de dansvloer, wat de plek blijkt waar eenlingen vooral rustig heen en weer wiegen, met de armen kronkelend boven het hoofd of naast het lijf. Velen hebben hun ogen gesloten. Ik doe hetzelfde. Dit lukt mij nog wel, denk ik opgelucht. Overmoedig beweeg ik naar het midden.

Volgens Frits de Lange, schrijver en emeritus hoogleraar ethiek, is dansen dé manier om met het leven om te gaan. In zijn boek Overweldigend. Leven met wat je niet in de hand hebt omschrijft hij hoe we continu te maken krijgen met mensen of ervaringen die ons uit balans kunnen brengen, en waartoe we ons opnieuw moeten verhouden. Net als in een dans. „Opstaan, ontbijten, naar je werk gaan, eten koken, omgaan met je partner, je buurt, wat je stemt in de politiek, hoe je omgaat met tegenslag – het is een dagelijkse dans waarin we op zoek zijn naar balans, evenwicht en ritme”, zegt De Lange.

Als we het leven zouden zien als een vloeiende, overweldigende dans waarin we meebewegen is het volgens hem een stuk beter te verdragen. „We moeten af van het idee dat we individuen zijn die met ratio de wereld proberen te beheersen. We zijn lichamelijke wezens, die worden aangedaan, geraakt en bewogen door alles wat ons omringt.”

Ecstatic dance kan hierbij helpen, denkt De Lange. Wie danst en zich overgeeft, aan bijvoorbeeld muziek of andere dansers, komt uit het hoofd en in het lijf. Dat is voor iedereen goed, zegt De Lange. „Ook voor een stijve hark als ik.”

Dancehall

Op de dansvloer maken de rustige tonen plaats voor snellere beats. Er komt zelfs dancehall voorbij. Even waan ik mezelf in een ‘gewone’ club. In de binnenste cirkel gaat het er al snel intenser aan toe. Ik laat me aansteken door de enthousiaste menigte, spring op en neer, draai in de rondte. Even vergeet ik al mijn gêne. Is dit extatisch te noemen?

Er ontstaat een kronkelende massa; mensen liggen op de grond, rollen over elkaar heen, of dansen dicht tegenover elkaar en maken synchrone bewegingen, alsof ze elkaars spiegelbeeld zijn. Het lijkt of ze het onderzoek van Bronwyn Tarr, danser en onderzoeker aan de Universiteit van Oxford, kennen, waaruit blijkt dat samen dansen verbindt, wat een gelukkig gevoel oproept. Als je bovendien synchroon met elkaar danst, wordt nog meer endorfine aangemaakt.

Een man in een geheel witte outfit en een vrouw in korte jurk staan minutenlang in omhelzing, met hun handen op elkaars hart, de ogen dicht en hun voorhoofd nat van het zweet. Vergeleken hiermee was ik nog lang niet in extase, constateer ik.

Ik probeer me weer op mezelf en de muziek te focussen, maar wat om me heen gebeurt leidt nogal af. Waarom danst niemand met mij? Hoe kunnen deze mensen zo makkelijk contact leggen, en ik niet? Op weg naar de wc moet ik over drie innig omstrengelde mensen op de vloer stappen. Het is voor mij tijd om aan de kant te gaan zitten.

Het gevoel dat ik had toen er dancehall werd gedraaid, is verdwenen. In plaats van met mezelf samen te vallen, of met mijn omgeving, ben ik mezelf nu vooral aan het vergelijken met de mensen om me heen. Ik heb het nog steeds niet begrepen, denk ik. In plaats van gewoon te dansen, gewoon te ‘zijn’, ben ik aan het oordelen en nadenken. Dat is wat ecstatic dance mij waarschijnlijk kan leren, denk ik daar aan de kant: mijn gedachten en gevoelens accepteren en doorvoelen, in plaats van te analyseren. En ondertussen gewoon blijven dansen.

Een vijftiger met halflang haar en een zachte, vriendelijke blik steekt zijn hand uit; hij vraagt me ten dans. Dit is mijn kans om mezelf te bewijzen, denk ik. Maar ik glimlach en schud mijn hoofd. ‘Nee dankje’, zeggen mijn lippen zonder geluid te maken.