Danie Bles, eigenaar van Amsterdam Fashion Week: ‘Ik ben de gekleurde variant van mijn moeder’

Truce

„Toen Danie jong was, was mijn leven seks, drugs en rock-’n-roll. Mijn stijl ook: ik droeg toen al witte bloezen en sjaaltjes, maar dan met leggings met cowboylaarzen. Ik werkte gewoon, maar ging veel uit en kwam vaak pas om vijf uur ’s ochtends thuis. Even douchen en dan kon ik er weer tegenaan. Vanavond blijf ik lekker thuis, zei ik vaak. Maar rond vier uur ’s middags begon het te kriebelen en als ik om vijf uur te gekke muziek hoorde dacht ik alleen maar: where’s the party? Dat moet voor Danie niet leuk zijn geweest. Nu ben ik de rust zelve en hebben we een mooie band. We gaan samen op vakantie en spreken elkaar elke dag.

„Ik zie er eigenlijk altijd hetzelfde uit. Je kunt me uittekenen in een witte bloes, een blauwe jeans of een zwarte broek en een goed jasje. En ik hou van sjaaltjes. In de zijkamer waar mijn kleren hangen heb ik één stang met alleen maar witte bloezen, één met alleen maar gekleurde bloezen, twee stangen met blazers, enzovoort. Ik ben echt een serial shopper, ik koop steeds opnieuw hetzelfde, maar dan wel in een andere uitvoering.

„’s Ochtends ben ik in een paar minuten klaar, Danie ook. We hebben allebei het geduld niet om er uren over te treuzelen. Waarschijnlijk ook omdat we voor ons werk al de hele dag met kleren bezig zijn. En we zijn totaal niet ijdel. Ik ben nog nooit bij een schoonheidsspecialist geweest. Het kan ons niks schelen wat andere mensen vinden van hoe we eruit zien. Me leuk aankleden doe ik voor mezelf, want van mooie spullen word ik blij. Als ik ziek ben en ik loop een leuke winkel binnen, dan ben ik in één klap beter. Krankzinnig, maar waar. Het liefst winkel ik samen met Danie in het buitenland. Ik koop nooit iets online. Ik wil voelen, ruiken, snuffelen, vasthouden. Dan krijg je tenminste gevoel bij een kledingstuk.

„Ik doe bijna nooit iets weg, ik kan slecht afscheid nemen. Als iets niet meer past – je zakt toch een beetje in elkaar op mijn leeftijd – gaat het naar Danie. Die draagt nu vaak een Chanel-jasje van mij dat ik heb gekocht toen ze een jaar of twaalf was.”

Danie

„Het ging bij ons thuis vroeger áltijd over mode. Mijn beide ouders zaten in de mode, en mijn opa’s ook. Ik werd er niet goed van. Als kind zei ik altijd dat ik nooit in de mode zou gaan. Maar het trok toch. Ik besloot wel iets anders te doen: geen groothandel beginnen of textiel ontwikkelen zoals mijn familie, maar stylist worden.

„Mijn moeder en ik zijn allebei stijlconsistent. We hebben een klassieke basis en houden van kleren van Ralph Lauren en Isabel Marant. Alleen ben ik de gekleurde variant van m’n moeder; ik ga meer bold met prints en kleur. We dragen allebei graag een overhemd en jeans, alleen heeft mijn overhemd dan een paisleyprint en is die van mijn moeder wit.

„Ik vind het leuk als iemands outfit me nieuwsgierig maakt. Dat ik denk: waar komt dat nou vandaan? Van top tot teen in de recentste collectie van één merk lopen inspireert niet. In mijn eigen kast is het overgrote gedeelte vintage. Niks leukers dan vintage winkels afstruinen en een treasure vinden.

„Mode is mijn adrenaline. Zoals een telefoon een oplader nodig heeft, heb ik mode nodig om te kunnen functioneren. Het doet iets met je emoties. Ontwerpers als Jean Paul Gaultier, John Galliano en Dries Van Noten kunnen je laten dromen. En er werken veel inspirerende mensen in de mode. Als ik naar de afspraken in mijn agenda kijk denk ik alleen maar: leuk!

„Ik betrap me erop dat ik thuis inmiddels ook vaak over mode praat. Mijn man zit in de bouw en houdt niet zo van winkelen, mijn oudste zoon ook niet. Maar mijn jongste zoon van elf heeft het mode-gen ook. Hij is creatief en ziet het meteen als ik iets nieuws aan heb. Vanochtend vroeg hij nog: mama, krijg ik later ook een mooie tas?”