Zorgverzekeraar CZ komt onder verscherpt toezicht te staan omdat het niet genoeg heeft gedaan om de lange wachttijden in de ziekenhuiszorg en de geestelijke gezondheidszorg tegen te gaan. Daarmee voldoet CZ niet aan de zorgplicht, schrijft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dinsdag in een persbericht. Het is de eerste keer dat een Nederlandse zorgverzekeraar onder verscherpt toezicht komt te staan.
De NZa concludeerde een jaar geleden dat CZ en één „andere zorgverzekeraar” – Menzis – de zorgplicht niet naleefden en gaf de verzekeraars een half jaar om de situatie te verbeteren. De grootste verbeterpunten die de toezichthouder aan CZ meegaf waren het in beeld krijgen van de knelpunten in het zorgaanbod, de acties die het bedrijf daarop onderneemt en het evalueren en bijstellen van deze acties.
Menzis heeft dat naar tevredenheid van de NZa gedaan, maar de toezichthouder vindt dat CZ niet genoeg vooruitgang heeft geboekt. Over de concrete tekortkomingen van CZ mag de de zorgautoriteit „om juridische redenen” niets zeggen.
CZ is ‘chagrijnig’ over nieuws
CZ laat NRC dinsdagmiddag weten „chagrijnig” te zijn over het nieuws, „en dat is niet naar de NZa maar naar onszelf”. Volgens de zorgverzekeraar, na Achmea de grootste van Nederland, is de opdracht van de NZa „niet breed genoeg” opgevat. „We hebben een inschattingsfout gemaakt”, zegt een woordvoerder.
De voornaamste reden dat de NZa is overgegaan tot deze zware maatregelen is volgens CZ dat de „feedbackloop” rondom initiatieven om de toegankelijkheid tot zorg te verbeteren niet goed is georganiseerd. Dat wijst erop dat het derde verbeterpunt van de NZa, namelijk het evalueren en bijstellen van initiatieven om de wachttijden te verminderen, onvoldoende is doorgevoerd.
Als concreet voorbeeld haalt CZ wachtlijstbemiddeling aan. Dat houdt in dat mensen die lang op een wachtlijst van een zorginstelling staan worden gekoppeld aan zorginstellingen waarbij ze sneller terechtkunnen. Dat deed CZ al, maar na de eerste berisping van de NZa is CZ ook begonnen met het nabellen van cliënten: heeft de bemiddeling geleid tot de gewenste resultaten? „Daar kwam veel interessante informatie uit”, zegt een woordvoerder van CZ. „Maar vervolgens moet je die informatie wel op gestructureerde wijze gebruiken om je processen te verbeteren.”
‘We zijn niet ver genoeg’
„We zijn daarin gewoon nog niet ver genoeg”, vervolgt ze. De verzekeraar gaat daarom een vervolgtraject in en moet aangeven hoe de toegang tot de zorg alsnog gewaarborgd gaat worden. Het komende jaar zal de NZa op verschillende momenten controleren of CZ wel echt de benodigde verbeteringen doorvoert.
Als dit traject niet tot voldoende verbetering leidt, kan de NZa nog een last onder dwangsom opleggen. Dan moet CZ op last van een soort boete alsnog verbeteringen doorvoeren, maar de NZa hoopt dat het zo ver niet komt. „Met verscherpt toezicht houd je er zicht op of de toegang tot zorg beter wordt. Dat is dus een beter middel.”
Het klimaat redden, dat leek al een ambitieuze missie voor de Europese Unie. Daar komt nu een tweede missie bij: de Europese industrie, die het op een aantal vlakken moeilijk heeft, overeind houden. En dat zonder af te doen aan de klimaatplannen, als het even kan.
Deze dubbelslag is de inzet van de Clean Industrial Deal, die de Europese Commissie deze woensdag zal presenteren. De onlangs gestarte Commissie wil met een plannenregen laten zien dat ze het bedrijfsleven tegemoet komt. Op dezelfde dag komt de Commissie met de eerste van een serie omnibuswetten, die regels rond duurzaamheidsrapportages en investeringen moeten versimpelen en versoepelen. De boodschap: we hebben jullie gehoord, bedrijven.
Als Europa niets doet, zeggen de industriebonzen, heeft het continent straks geen industrie meer over
De Clean Industrial Deal is een product van dezelfde koerswijziging, gericht op de economische sector die het van alle sectoren het moeilijkst heeft: de industrie. De energieprijzen, cruciaal voor veel industriegiganten, zijn in Europa veel hoger dan in de VS en China. Oude Europese bedrijven in de zware industrie lopen op tegen dreigende Amerikaanse tariefmuren voor staal en aluminium. Autobouwers en ‘groene’ bedrijven vrezen voor hun concurrentiepositie door subsidiegeweld uit China. Als Europa niets doet, zeggen de industriebonzen zelf, heeft het continent straks geen industrie meer over.
Op deze problemen moet de Clean Industrial Deal een antwoord bieden. Dat is niet zomaar geregeld, blijkt uit gelekte conceptversies van de plannen die de afgelopen week al in Brussel circuleerden. Het meest in het oog springt de ruimte die de Commissie, doorgaans terughoudend als het gaat om overheidsinterventies, wil creëren om op de markt in te grijpen en de eigen bedrijven van het continent een handje te helpen.
Japans model
Zo zou in nieuwe aanbestedingsregels moeten worden vastgelegd dat overheidsinstanties vaker in de EU orders plaatsen als die overheden groene investeringen doen. Zulke criteria „kunnen de nationale uitgaven beter afstemmen op de bredere agenda van de EU voor CO2-reductie en concurrentievermogen”, aldus de concept-tekst.
‘Koop Europese waar’, anders gezegd, om op die manier de Europese industrie meer klandizie te geven en te voorkomen dat Europese industriebedrijven worden weggeblazen door de concurrentie uit China en de VS. De Commissie wil ook de private sector stimuleren om meer op eigen, Europese bodem aan te schaffen.
Lees ook
Koop Europees! – is dat een goed idee?
Daarnaast wordt het de EU-landen eenvoudiger gemaakt staatssteun te verlenen, als het aan de Commissie ligt, zodat ze investeringen in schone industrie financieel aantrekkelijk kunnen maken. Ook wordt gekeken naar staatssteun om burgers te beschermen tegen hoge energieprijzen.
Energie speelt een hoofdrol in nagenoeg ieder hoofdstuk van de industriestrategie. Bovenop de plannen uit de Clean Industrial Deal heeft de Commissie zelfs nog een extra actieplan opgesteld om de energieprijzen in de komende jaren te drukken. Daarvoor kijkt Brussel in de eerste plaats naar de nationale hoofdsteden: „Lidstaten kunnen de elektriciteitsrekeningen vandaag al verlagen”, klinkt het, enigszins vermanend. Daar worden immers hoge energiebelastingen geheven; die van Nederland behoren tot de hoogste van Europa.
In de verdere toekomst heeft de Commissie de hoop gevestigd op vloeibaar gas (lng). Importeurs uit Europa zouden weer langetermijncontracten voor vloeibaar gas moeten kunnen afsluiten, om hen „beter te beschermen tegen prijsschommelingen en hen toegang te geven tot lagere prijzen, zodat de prijzen in de EU dichter bij de prijzen op de wereldmarkt komen”.
De Commissie wil nog verder gaan, zo blijkt, door te kijken of het loont om zelf te investeren in de wereldwijde infrastructuur. Bij deze opzet, geïnspireerd door het model waarmee de Japanse regering zijn lng tegen gunstige prijzen importeert, zouden de EU-landen of de EU leveranciers onder meer met leningen kunnen helpen, in ruil voor langdurige toegang tot betaalbare lng.
Acceptabele tussenweg
De focus op lng is niet verbazingwekkend: vloeibaar gas is al jaren aan een opmars bezig. De timing is tegelijkertijd pikant: de afgelopen weken zette de Amerikaanse president Donald Trump Europa herhaaldelijk onder druk om meer vloeibaar gas uit Amerika te importeren.
En de erkenning dat het zinvol is langdurig op vloeibaar gas in te zetten is een breuk met de filosofie van de voorbije jaren. Al bij de totstandkoming van de Green Deal erkenden politici dat duurzame energiebronnen op de lange termijn weliswaar energiezekerheid tegen lage prijzen boden, maar dat de overbruggingsperiode tussen fossiele en nieuwe energie nog lastig kon worden.
Dat werd helemaal duidelijk toen Europese landen na de Russische invasie in Oekraïne zo snel mogelijk hun afhankelijkheid van olie en gas uit Rusland wilden afbouwen. Vloeibaar gas – dat minder vervuilend is dan olie en steenkool – is daarom wat langer dan voorzien een acceptabele middenweg, zegt de Commissie nu.
De Clean Industrial Deal kan daarmee wel gezien worden als de opvolger van de Green Deal waar de vorige Commissie mee kwam, en toch ook weer niet. Ja, de nieuwe Europese Commissie zet een koerswijziging in waarbij de economie weer wat meer gewicht krijgt en de scherpste randjes van het klimaatbeleid worden geschaafd.
Maar: de Green Deal bestond uit een waslijst van wetten, terwijl zijn industriële tegenhanger geen enkele wet bevat. Het is eerder een actieplan. En zó radicaal is de koerswijziging ook niet, benadrukt de Commissie zelf graag. Het doel om in 2050 klimaatneutraal te zijn, blijft overeind.
Wopke Hoekstra, Eurocommissaris voor Klimaat en Schone Groei, mag de uitvoering van de Clean Industrial Deal op zich nemen, samen met twee van zijn collega’s in de Europese Commissie: Teresa Ribera, een Spaanse sociaal-democraat, en Stéphane Séjourné, een Franse liberaal.
De drie vertegenwoordigen alle smaken uit het politieke midden. Dat zal geen overbodige luxe zijn, als de landen en het Europees Parlement zich moeten mengen in het debat over de koorddans-act tussen industriepolitiek en klimaatdoelen.
Mohamed Amra, een Franse drugsbaron die in mei vorig jaar uit een gevangenenbus ontstnapte, is dinsdag uitgeleverd aan Frankrijk. Bij zijn ontsnapping werden twee beveiligers gedood. Na ruim negen maanden werd Amra, die door Interpol werd gezocht, zaterdag in de Roemeense hoofdstad Boekarest opgepakt.
Toen Amra in mei vervoerd werd, ramden zijn ‘bevrijders’ bij een tolstation in op de gevangenenbus. Ze schoten twee beveiligers dood, wisten met Amra te ontsnappen en bleven negen maanden buiten het zicht van de opsporingsdiensten. De gewelddadige ontsnapping leidde in Frankrijk tot geschokte reacties.
Frankrijk startte een grootschalige zoektocht naar Amra. Ook de internationale politieorganisatie Interpol vaardigde een zoekbericht uit. In verschillende landen zijn sindsdien zeker 25 personen gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de ontsnapping van Amra en hulp achteraf.
Amra werd destijds niet gezien als een grote speler in de criminele wereld en zijn busje werd niet maximaal beveiligd. Hij zat een straf van achttien maanden uit voor „zware diefstallen”, maar werd ook verdacht van poging tot moord en betrokkenheid bij ontvoeringen. Verder zou hij vanuit de gevangenis betrokken zijn geweest bij de moord op een drugscrimineel in de gemeente Le Rove, in de buurt van de Zuid-Franse stad Marseille. Amra leidt volgens de Franse justitie een drugsbende in die door een drugsoorlog geplaagde stad.
Lees ook
Drugsoorlog in Marseille: ‘Totale afwezigheid van respect voor het menselijk leven’
Wie dacht dat Nederland alleen als importeur van drugs een belangrijke rol speelt in de wereld, heeft het mis. Nederland is namelijk ook een belangrijke spil in de internationale handel van de levensgevaarlijke en zeer verslavende synthetische drug kush, zo blijkt uit onderzoek van instituut Clingendael.
Kush is een drug die bestaat uit synthetische cannabis of nitazenen, zeer zware pijnstillers, vermengd met chemicaliën als aceton. Al een paar snippers van het spul zijn genoeg voor een high, zegt Kars de Bruijne van Clingendael. Hij werkte mee aan het onderzoek, dat in opdracht van de regering van Sierra Leone werd uitgevoerd. „Dealers vermengen de kush met tabak en vloei, zodat de gebruiker het kan roken. Binnen een paar sigaretten kan iemand verslaafd zijn.”
Het middel wordt veel gebruikt in Sierra Leone, maar treft inmiddels ook omliggende landen in West-Afrika. In Sierra Leone en Liberia is zelfs de noodtoestand afgekondigd vanwege de ‘drugsepidemie’. De Bruijne ging zelf ook naar Sierra Leone om te zien wat kush daar veroorzaakte.
Wat trof u daar aan?
De Bruijne: „Ik zag zelf welke maatschappij-ontwrichtende werking kush heeft. Iemand was bezig zichzelf te wassen op straat, maar stond opeens een halfuur lang verstijfd voor zich uit te kijken. Heel veel mensen, vooral jongeren, zijn verslaafd aan de drug en overlijden er uiteindelijk aan. Je ziet ze van kerngezond veranderen in skeletten. Binnen vrijwel elke familie die ik sprak hoorde ik verhalen over verslaafden of overledenen.”
„Het is niet te zeggen hoeveel kushgebruikers er in Sierra Leone zijn. Toen ik er was, zag ik veel jongeren die het gebruikten. Het begint al vroeg, soms bij twaalf jaar. Het is heel moeilijk om van kush af te kicken. Er zijn heel weinig behandelklinieken. Soms worden verslaafden gewoon een paar weken vastgezet zodat ze niet kunnen gebruiken. Ook door familieleden.”
Wie gebruiken kush?
„In Sierra Leone zijn er twee groepen gebruikers. De groep die al cannabis gebruikte en nu merkte dat kush sneller werkte, verslavender en bovendien goedkoper is. Dan is de stap snel gezet. De andere groep bestaat uit jongeren die aan de drugs raken door een gebrek aan maatschappelijk perspectief. Er is geen werk voor de jongeren en ze voelen zich geen onderdeel van de maatschappij; voor hen kunnen drugs als uitlaatklep werken. Het zet je hoofd uit. Je ontsnapt aan de realiteit.”
Kush komt via Nederland en het Verenigd Koninkrijk in Sierra Leone terecht, ontdekten jullie. Hoe kan dat?
„Nederland levert kant-en-klare kush. We hebben ook aanwijzingen dat er uitsluitend grondstoffen vanuit Nederland naar Sierra Leone gaan, net als uit China. Of de chemicaliën die nodig zijn voor kush in Nederland worden gemaakt, weten we niet.
„De leveringen gaan zowel over zee als via de lucht. Verpakt in containers, maar ook in koffers, tassen of kartonnen dozen. We hebben het wel eens aangetroffen in een auto, en in een vijfliterfles van een Nederlandse sapfabrikant. Kennelijk hebben of krijgen de handelaren de beschikking over dat soort verpakkingen. Of machines die zulke etiketten kunnen maken.”
Onlangs bleek dat de Nederlandse drugscrimineel ‘Bolle Jos’, veroordeeld voor onder meer cocaïnehandel, in Sierra Leone is. Justitie is al jaren naar hem op zoek. Is er een kans dat hij zich bezighoudt met de handel in kush?
„Dat weet ik niet, maar het lijkt me onwaarschijnlijk. De kushmarkt is echt anders dan de handel in cocaïne. De grootste lading kush die is onderschept was 300 kilo, tegen een straatwaarde van 3,5 tot 4 miljoen dollar. Dat is klein bier vergeleken met cocaïne.”
Wat moet er gebeuren om kushverslavingen tegen te gaan?
„Het is belangrijk dat de overheid in Sierra Leone energie steekt in het beperken van de schade, met ondersteuning van Nederland en het VK. Er is nu veel te weinig medicatie voorhanden voor gebruikers die een overdosis hebben gehad. Daarnaast zijn er te weinig behandelklinieken.
„De Nederlandse overheid moet ook naar de export richting het buitenland kijken. We moeten ervoor zorgen dat die gecontroleerd wordt zodat er minder drugs naar Sierra Leone gaan. Dat is in het belang van de hele regio. Anders dreigen dezelfde excessen te ontstaan in de landen eromheen.”
Lees ook
Wat doet Bolle Jos in Sierra Leone? West-Afrika als nieuwe pleisterplaats van de internationale cocaïnemaffia