Curator wil dat gerechtshof onderzoek instelt naar faillissement Lightyear

Faillissement De curator van Friends of Lightyear, een aan de zonnewagenstart-up gerelateerde bv, zegt veel vragen te hebben bij de gang van zaken. Hij wil een officieel onderzoek naar het faillissement.

In januari ging zonneauto-start-up Lightyear failliet, kort nadat in Finland een eerste automodel in productie was genomen.
In januari ging zonneauto-start-up Lightyear failliet, kort nadat in Finland een eerste automodel in productie was genomen. Foto Rob Engelaar/ANP/HH

Het faillissement van zonnewagenstart-up Lightyear krijgt een vervolg in de rechtbank. De curator van een aan de start-up gerelateerde bv wil dat de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam een officieel onderzoek instelt naar het faillissement: een zwaar middel waarbij eventueel wanbeleid kan worden vastgesteld. Daarvoor heeft curator Maarten van Ingen een verzoek tot een ‘concernenquête’ ingediend, zo bevestigt hij aan NRC. Het verzoek wordt op 9 november bij de Ondernemingskamer behandeld.

In januari ging zonneauto-start-up Lightyear failliet, kort nadat in Finland een eerste automodel in productie was genomen. Daarbij verloren rond de vijfhonderd mensen hun baan. Het bedrijf, een van de bekendste start-ups van Nederland, maakte in februari een kleinschalige doorstart, maar de afwikkeling van het faillissement loopt ondertussen door.

Maarten van Ingen is in mei aangesteld als curator van Friends of Lightyear Holding bv. In deze onderneming verzamelde Lightyear geld van investeerders, in totaal over de jaren zo’n 180 miljoen euro. Deze bv werd pas in mei in een hoger beroep failliet verklaard, nadat een van de investeerders hier bij de rechtbank om had gevraagd.

Voor de afwikkeling van dit faillissement koos de rechtbank voor een andere curator dan die van Lightyear zelf, omdat Friends of Lightyear 180 miljoen euro terugeist van Lightyear. Als dezelfde curator was aangesteld, zou dit volgens de rechter tot belangenconflicten hebben kunnen leiden.

Verschillende belangen

Het resultaat is dat er nu twee curatoren met verschillende belangen en aanpakken zich bezighouden met de afwikkeling van het faillissement. Naast Maarten van Ingen is dat Reinoud van Oeijen, die zich al sinds januari bezighoudt met het faillissement van Lightyear. Van Ingen heeft op 27 juli een zogenoemde concernenquête aangevraagd bij de Ondernemingskamer. Als die wordt ingesteld, benoemt de Ondernemingskamer een externe onderzoeker die uitgebreid zal kijken naar het gevoerde beleid.

Van Ingen zegt veel vragen te hebben bij het faillissement. „Er zijn bijvoorbeeld tot veertien dagen voor de surseance geldleningen afgesloten, voor meer dan een miljoen euro.” Hij zegt zich onder andere af te vragen of investeerders correct zijn ingelicht.

Van Ingen wil dat een onderzoeker breed kijkt naar het bestuur bij het bedrijf. „Het lijkt mij te makkelijk om te roepen: ja, dit is gewoon een start-up die is mislukt. Je mag ook daar bepaalde verwachtingen hebben van het bestuur, zoals het bewaken van de cashflow.”

Curator Reinoud van Oeijen van Lightyear doet op dit moment ook zelf onderzoek naar het faillissement, zoals gebruikelijk is voor een curator. Van Ingen denkt dat dit onderzoek niet diep genoeg zal gaan en wil dat veel breder gekeken wordt, naar of sprake is geweest van wanbeleid. Dat kan in een enquêteprocedure vastgesteld worden.

Lightyear zegt in een statement dat het bestuur meewerkt aan het onderzoek dat curator Van Ingen doet naar het faillissement van Friends of Lightyear en dat het verder niet inhoudelijk kan reageren.

Curator Reinoud van Oeijen zegt in een reactie dat hij kennis heeft genomen van het verzoek van Van Ingen. Hij laat verder weten de resultaten van zijn eigen onderzoek af te wachten, en wijst erop dat hij voor dat onderzoek ook een forensisch accountant in de arm heeft genomen – iets wat niet ongebruikelijk is bij grotere faillissementen.

Lightyear, dat in 2016 werd opgericht, ging in januari van dit jaar failliet. Het bedrijf was in 2022 enorm gegroeid in personeelsbestand en was begonnen met de kostbare productie van auto’s in een fabriek in Finland. Daardoor raakte het snel door het opgehaalde geld heen. Toen een nieuwe investering van industrieconcern VDL niet doorging, kon het bedrijf niet meer aan betalingsverplichtingen voldoen.

Uiteindelijk werd een doorstart gerealiseerd van ongeveer 8 miljoen euro. Eerder in augustus kondigde Lightyear aan een intentieverklaring te hebben getekend voor een nieuwe investering van 3,5 miljoen euro van het Zuid-Koreaanse industrieconcern Sunbo.