Naast het militaire geweld tegen burgers (met tot nu toe meer dan 54.000 doden tot gevolg) probeert Israël in Gaza bewijs van de Palestijnse cultuur en geschiedenis uit te wissen, stelt de Verenigde Naties in een half juni verschenen rapport. Meer dan 70 procent van de schoolgebouwen is beschadigd, in Noord-Gaza zelfs 100 procent. Meer dan de helft van de plekken met een religieus of cultureel belang voor de Palestijnen is schade toegebracht.
Het gaat om gebouwen en instituten als de Omari-moskee, het Centrum voor Manuscripten en Oude Documenten, het Rafah Museum en archeologische opgravingen die door Unesco waren aangewezen als werelderfgoed. Dit „ondermijnt de cultuur en identiteit van het Palestijnse volk”, aldus de de onafhankelijke internationale VN-commissie.
Eind 2023 daagde Zuid-Afrika Israël wegens genocide voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Culturele vernietiging beschouwen de Zuid-Afrikaanse aanklagers als een onderdeel van genocide. Ze benadrukken dat het daarbij niet alleen om tastbare gebouwen en voorwerpen gaat, maar ook om immaterieel erfgoed zoals religieuze uitingen, eetcultuur en taal. Zoals een Palestijnse getuige zei: „Al onze herinneringen, ons hele leven… alles is verdwenen, alles is veranderd in as.”
Het is niet het meest in het oog springende aspect van de genocide in Gaza, maar de poging om de cultuur, de religie en de identiteit van Palestina te vernietigen maakt daar wel degelijk deel van uit.
Dat met genocide ook een cultuur wordt vernietigd, is geen nieuw inzicht. „Het gericht vernietigen van cultuur is altijd onderdeel van oorlogvoering geweest”, zegt Sanne Letschert, directeur van de Cultural Emergency Response (CER), dat lokale instanties helpt bij het beschermen van erfgoed dat door klimaatverandering of conflict wordt bedreigd. Bij koloniale oorlogen werd geprobeerd de cultuur van de oorspronkelijke bewoners uit te wissen, en ook bij veroverings- en vernietigingsoorlogen werd en wordt geprobeerd datgene te vernietigen of onderdrukken waar de ander een identiteit aan ontleent: religie, taal, cultuur.
Gebombardeerd theater
Sinds de oorlog in Oekraïne is de aandacht voor het culturele aspect van genocide toegenomen. In het begin van die oorlog gingen beelden van een gebombardeerd theater in Marioepol en ingepakte standbeelden in Odesa de wereld over. Letschert: „Wat je daar ziet gebeuren is dat de Oekraïense identiteit onderdrukt en vernietigd moet worden, opdat Rusland later kan ontkennen dat er ooit zoiets wás als een Oekraïense identiteit.”
CER helpt mensen in Oekraïne om bewijs te verzamelen voor systematische cultuurvernietiging. Dat bewijs, legt Letschert uit, kan gebruikt worden om op termijn in te dienen bij het Internationaal Gerechtshof, om later te kunnen aantonen dat er inderdaad sprake was van de intentie om een volk, een cultuur uit te wissen. „Het in kaart brengen van de systematische vernietiging van cultureel erfgoed kan helpen bij het aantonen van genocide.”
Het besef groeit dat ook in Gaza de vernietiging via de cultuur plaatsvindt. „Israël heeft decennialang meedogenloos geprobeerd de Palestijnse identiteit, geschiedenis en aanwezigheid uit te wissen, door het Palestijnse volk systematisch hun inherente recht op zelfbeschikking te ontzeggen”, verklaarde de Palestijnse mensenrechtencommissie Al-Haq voor de Algemene Vergadering van de VN. Vernietiging van leven en van cultuur zijn niet los van elkaar te zien. Letschert: „Cultureel erfgoed kan alleen bestaan als er ook mensen zijn om dat erfgoed te beschermen en er waarde aan te geven.”
Zes voorbeelden van culturele uitwissing

Byzantijnse mozaïeken uit de vijfde tot zevende eeuw die Salman al-Nabahin en zijn zoon in 2022 bij toeval aantroffen onder hun olijfboomgaard in het Bureij-vluchtelingenkamp in Gaza.
Foto Mohammed Abed/AFP
1De mozaïeken van Bureij in Gaza
Het was begin 2022 in het Bureij-vluchtelingenkamp in centraal-Gaza. Salman al-Nabahin groef in de grond van zijn olijfboomgaard om te onderzoeken waarom zijn bomen niet goed wortelden. Zo ontdekte hij een grote Byzantijnse mozaïekvloer.
Drie maanden lang werkte hij samen met zijn zoon aan het opgraven van de kleurrijke, zeer goed geconserveerde mozaïeken van dieren, vogels en complexe geometrische patronen. De vloer dateert naar schatting uit de vijfde tot de zevende eeuw, en beslaat mogelijk vijfhonderd vierkante meter.
Het Palestijnse ministerie van Cultuur startte een onderzoek naar de mozaïeken, in samenwerking met de École Biblique et Archéologique Française in Jeruzalem. Archeoloog René Elter omschreef de mozaïeken destijds als „de mooiste die ontdekt zijn in Gaza” en „in een perfecte staat van conservering”.
Vergelijkbare mozaïeken waren eerder ontdekt in een vijfde-eeuwse Byzantijnse kerk in Jabalia, in Noord-Gaza. Deze kerk werd in oktober 2023 verwoest door een Israëlische luchtaanval, en waarschijnlijk daarmee ook de mozaïekvloer met dieren, planten, mensen en mythologische scènes.
Gaza was duizenden jaren een handels- en militair knooppunt tussen Afrika en Eurazië. In het gebied – gecreëerd als „strook” na 1948 – liggen circa 130 archeologische sites, nog los van de historische steden.

Het dertiende-eeuwse Ottomaanse ‘paleis van de Pasha’ in Gaza-Stad in oktober 2023.
Foto Mustafa Hassona/Anadolu

Het ‘paleis van de Pasha’ in Gaza-Stad in februari 2025.
Foto Omar Ashtawy/Polaris
Een aanzienlijk deel van het cultureel erfgoed van Gaza is de afgelopen twintig maanden vernietigd of beschadigd door het Israëlische leger: van de restanten van de haven Anthedon uit de achtste eeuw voor christus tot de zevende-eeuwse Al-Omari-moskee in Gaza-Stad, en het dertiende-eeuwse Ottomaanse ‘paleis van de Pasha’.
Tijdens het bestand afgelopen februari reisde een van de bekendste archeologen van Gaza, Fadel al-Utol, die herhaaldelijk ontheemd was geraakt, van het zuiden naar het noorden. „Ik heb geen enkel intact gebouw gezien. Geen een”, zei hij tegen de Sweden Herald.
De totale schade aan cultureel erfgoed in Gaza moet nog in kaart worden gebracht: zo’n 80 procent van Gaza is onbegaanbaar voor Palestijnen, en door het Israëlische leger veranderd in militaire zones, of bufferzones waar alle gebouwen en landbouwgrond zijn verwoest. Bureij grenst aan de ‘bufferzone’ rond Gaza. Het lot van Salman al-Nabahin, zijn huis, olijfboomgaard en de aldaar gelegen mozaïeken is onbekend.

Door Rusland gebombardeerde school in de Oekraïense stad Mykolaiv in juni 2022.
Foto Pierre Crom/Getty Images
2Het alfabet in Oekraïne
Het rook naar as, op het boekenfestival in Kyiv vorig jaar. Tientallen half verkoolde boeken lagen uitgestald op lange tafels. Ze kwamen uit Charkiv, waar een Russische raket een belangrijke drukkerij had verwoest – waarbij zeven medewerkers werden gedood. Duizenden boeken werden vernield, net als veel van de apparatuur.
Het voelde voor veel bezoekers van de boekenbeurs als een gerichte aanval op de Oekraïense taal. Als de Russische president Poetin de historische eenheid van de twee landen wil benadrukken, noemt hij het Oekraïens een dialect van het Russisch. En als het Oekraïens niet bestaat, bestaat het land Oekraïne dus ook niet.
De Russische onderdrukking van het Oekraïens via verboden en censuur gaat eeuwen terug. Na de Russische Revolutie begin vorige eeuw was er in de jaren twintig een korte bloeiperiode van de Oekraïense literatuur, een renaissance, maar die schrijvers werden bijna allemaal door Stalin gedood – de „geëxecuteerde renaissance”. In de Sovjet-Unie werden Oekraïens vocabulaire en Oekraïense grammatica vervolgens aangepast aan het Russisch, dat de dominante taal werd in het onderwijs en openbare leven.

Overblijfselen van boeken die zijn beschadigd bij een Russische raketaanval op een drukkerij in de Oekraïense stad Charkiv, op een expositie in de hoofdstad Kyiv.
Foto Kostyantyn Chernichkin
In de Oekraïense gebieden die Rusland nu bezet,zijn Oekraïense straatnamen vervangen door Russische, en wordt het onderwijs gerussificeerd. Bibliotheken moesten Oekraïense literatuur verwijderen, mensen zijn vervolgd voor het luisteren naar Oekraïense muziek, Oekraïens spreken in het openbaar is niet zonder risico.
Toch kun je – enigszins wrang – stellen dat niemand het Oekraïens een grotere impuls heeft gegeven dan Poetin. Na de oorlog in 2014, en vooral sinds de invasie van 2022, zijn veel Oekraïners die eerder beide talen gebruikten, overgestapt op het Oekraïens. In de grootste winkelstraat van Kyiv kan je sjaals kopen met het Oekraïense alfabet. Oekraïense schrijvers zweren het Russisch af. En in de bezette gebieden wordt soms haastig de letter ‘ï’ op de stoepen of muren gekalkt. Die letter bestaat niet in het Russisch. Alleen in het Oekraïens.
Dronebeelden, gemaakt in februari 2025, tonen de eeuwenoude woestijnruïnes van Palmyra in Syrië. Jihadisten van IS vernielden vele monumenten tijdens hun bezetting van Palmyra vanaf 2015.
Video AFP
3De antieke woestijnstad in Syrië
De eerste jaren van de Syrische burgeroorlog hadden al sporen achtergelaten in de antieke woestijnstad Palmyra. De strategische ligging van de stad – tussen de kust en de moderne Iraakse grens in – maakt het al eeuwen een geliefd militair doelwit. Maar toen Islamitische Staat (IS) Palmyra in 2015 veroverde, begonnen ze een campagne van gerichte vernieling.
Doelwit waren onder meer de tweeduizend jaar oude tempels van Bel en Baal-Shamin, historische heiligdommen die door de jihadisten als afgoderij werden beschouwd en daarom werden opgeblazen. Nabijgelegen sjiitische en soefistische tombes ondergingen hetzelfde lot. Ook voor beeltenissen van mensen was er in het kalifaat geen plaats: Palmyra staat vandaag de dag vol met lege sokkels en beelden met kapotgeslagen gezichten.

Vernielde beelden in het Palmyramuseum in Palmyra, Syrië in 2016. Jihadisten van IS vernielden vele monumenten tijdens hun bezetting van de stad vanaf 2015.
Foto SANA/AP
Symbolisch is de dood van Khaled al-Asaad, de archeoloog die decennia voor de oudheden zorgde en een van zijn dochters vernoemde naar Zenobia, de legendarische koningin van Palmyra. Hij werd door de militanten vermoord.
De slooptocht van IS door Palmyra was niet alleen ideologisch gedreven. Geplunderde artefacten brachten geld in het laatje voor de strijd van de groep in Irak en Syrië. Daarbij leverde het IS propagandamateriaal op. De terreurgroep gebruikte het Romeinse theater, daterend uit de tweede eeuw na Christus, als decor voor de gefilmde executies van gevangenen.
De symbolische waarde van het theater ontging ook Rusland niet. Nadat Russische troepen het Syrische staatsleger in 2016 hielpen Palmyra op IS te heroveren, werd het beroemde Mariinskitheater-orkest uit Sint-Petersburg ingevlogen om er een concert te geven. Poetin gaf via een internetverbinding een speech en het optreden werd live uitgezonden op de Russische staatstelevisie.
Het voorkwam niet dat de stad enkele maanden later opnieuw door IS werd veroverd. Er volgde een tweede ronde van vernieling. Onder meer de gevel van het theater werd verwoest voordat de stad weer in handen viel van het regeringsleger.
De tempel in het Nationale Musuem van Soedan in Khartoem in 2019 en in april 2025, nadat het regeringsleger de stad heroverd heeft op paramilitaire troepen.
Foto’s AFP
4Culturele apartheid in Soedan
Soedan heeft geen nationale identiteit met inbreng van alle culturen in het diverse land. De dominantie van één cultuur, die van de Arabische en gearabiseerde volkeren langs de Nijl, bepaalt de politiek en beheerst de nationale instellingen. Het Nationale Museum in de hoofdstad Khartoem leed onder die culturele apartheid. Nu het is leeggeroofd noemen sommige Soedanezen dat een ramp, anderen treuren er niet om. „Degenen die het wel betreuren komen van de Nijloevers en geloven nog in het verhaal van de Soedanese staat als een verenigende kracht. Maar dat is een fictie”, zegt de Soedanese analist Kholood Khair in buurland Kenia. „Het Nationale Museum was een relikwie van een gecentraliseerde staatsstructuur, geen voorbeeld van de multiculturele, multi-etnische en multiraciale identiteit van Soedan.”
De vele oorlogen in Soedan sinds de onafhankelijkheid in 1956 draaiden om de vraag of het land een Arabische of Afrikaanse natie is. Dat leidde tot afscheiding van het niet-islamitische Zuid-Soedan in 2011 en tot de oorlog in het ver van de Nijl gelegen, westelijke Darfur. Daar komen de Rapid Support Forces (RSF) vandaan die twee jaar geleden het regeringsleger uit Khartoem verdreven.

Ingang van het Nationale Museum van Soedan in de hoofdstad Khartoem in augustus 2020.
Foto Ashraf Shazly/AFP

Ingang van het Nationale Museum van Soedan in Khartoem in april 2025, nadat het regeringsleger de stad heroverd heeft op paramilitaire troepen.
Foto AFP
Soedan herbergde na Egypte de grootste verzameling historische cultuurschatten op het continent. Dat kwam door de opgravingen in de streek waar het legendarische Nubische rijk Kush zich bevond, waarvan het granieten standbeeld van de koning Taharqa, heerser tussen 690 en 664 v. Chr., in het museum belandde. Ook waren er beelden, mummies en muurschilderingen en gouden ornamenten. Vrijwel al die schatten zijn nu gestolen en verscheept naar onbekende plaatsen overal ter wereld.
„De RSF-strijders uit de Sahel herkenden niets van hun eigen cultuur en geschiedenis in het museum en namen opzettelijk wraak”, zegt Kholood Khair. Na hun verdrijving twee maanden geleden uit Khartoem, lieten de RSF-woestijnkrijgers hun stront in het museum achter en hakten de ledematen van Nubische heersers af. „Dat deden ze om een rekening te vereffenen en om hun minachting te tonen voor het eeuwenoude machtscentrum van Soedan.”

Tibetaanse schrijfles op een kostschool in Tibet. Foto gemaakt tijdens door de autoriteiten georganiseerde perstour.
Foto Andy Wong/AP
5De kostscholen in Tibet
Als zijn achternichtjes van vier en vijf thuiskwamen van hun kostschool, zeiden ze niets tegen hun ouders. Als ze samen speelden spraken ze Chinees, vertelde socioloog Gyal Lo twee jaar geleden in NRC. „En dat was al na drie maanden op de kostschool. Ik zie dat als een teken van wat ik noem taal-genocide. En van de genocide op hun wortels, hun afkomst.” Lo, die inmiddels in Canada woont, doet onderzoek naar kostscholen in Tibet.
Volgens een VN-onderzoek uit 2023 wordt „het overgrote deel” van de Tibetaanse kinderen – ongeveer een miljoen – naar zo’n kostschool gestuurd. Door de sluiting van kleinere plattelandsscholen zijn ouders aangewezen op zulke instellingen, waarvan de leerlingen door de lange reisafstand alleen soms in het weekend naar huis kunnen. „Ouders willen niet dat hun kinderen analfabeet zijn, dus ze sturen ze naar deze scholen. Maar als ze weer thuiskomen, kunnen ze geen Tibetaans meer spreken met hun familie”, zegt een gevluchte Tibetaan in een vorige maand verschenen rapport van het Tibet Action Institute, een ngo.
Tibetaans wordt op de kostscholen namelijk niet of nauwelijks gesproken. De meeste leerkrachten zijn Han-Chinezen, en vrijwel alle lessen zijn in het Mandarijn. In het curriculum is geen ruimte voor Tibetaanse geschiedenis, cultuur of religie, wel voor propaganda. „We kregen les in het gedachtengoed van [de Chinese president] Xi Jinping. We kregen betere cijfers als we hem, zijn leiderschap en China prezen. Opstellen en tekeningen werden beoordeeld aan de hand van onze lof voor de partij, de staat en het leger”, vertelt een oud-leerling in het rapport.
De Chinese overheid zegt dat de kostscholen zorgen dat kinderen in achtergestelde gebieden goed, gratis onderwijs krijgen. Van dwang of onderdrukking van de Tibetaanse taal zou geen sprake zijn. Maar critici, onder wie drie VN-rapporteurs, zien „een beleid van assimilatie van de Tibetaanse cultuur in de dominante Han-Chinese meerderheid”.
Ook in andere delen van China worden etnische minderheden zo ‘verchineest’. In de westelijke regio Xinjiang worden Oeigoerse kinderen, een Turkische en overwegend islamitische bevolkingsgroep, volgens VN-onderzoekers eveneens gedwongen in Chineestalige kostscholen ondergebracht. Ze worden beschouwd als „weeskinderen”, omdat hun ouders in veel gevallen zijn gedetineerd.
In zijn werkplaats in Herat maakt Sakhi al tientallen jaren rubabs, de nationale snaarinstrumenten van Afghanistan. Ondanks een harde repressie door de Taliban, die muziek in Afghanistan steeds verder de kop indrukt, weigert hij zijn gereedschap neer te leggen.De beelden, anoniem gefilmd in 2024, tonen hem terwijl hij een van zijn instrumenten bespeelt.
Video AFPTV
6De volkszangers in Afghanistan
Lang kwamen Talibanstrijders graag theedrinken bij de populaire Afghaanse volkszanger Fawad Andarabi. Ze hielden van zijn muziek, totdat ze weer officieel aan de macht kwamen. Het theedrinken was voorbij en Fawad Andarabi werd geëxecuteerd. Zang ging immers in tegen de islamitische wetten, en Fawad Andarabi hield met zijn muziek cultureel erfgoed levend, terwijl dat verleden juist vergeten moest worden.
Sinds 2021 geldt in Afghanistan, net als tussen 1996 en 2001, een verbod op het draaien van muziek op radio en tv. In het openbaar muziek maken mag ook niet. Spelen en dansen op concerten, in restaurants of bij bruiloften is verboden, en het mag ook niet achter gesloten deuren. Nog steeds worden er mensen gearresteerd omdat ze binnenshuis muziek maken.

Regeringsfoto van de Taliban waarop muziekinstrumenten worden verbrand en muzikale apparatuur, juli 2023.
Foto ministerie Afghanistan
In 2001 negeerden de Taliban alle internationale protesten en bliezen in Bamiyan twee boeddhabeelden uit de zesde eeuw op. Sinds zij het land in 2021 heroverden, zijn er monumenten en muurschilderingen vernietigd of overgeschilderd met teksten uit de Koran. Kunstenaars en galeries vernietigden uit voorzorg hun kunstwerken en elke zichtbare kunstuiting is gestopt. Bij het vernietigen van immaterieel erfgoed gaat het om meer dan het opblazen van tastbaar erfgoed: dit zijn kunstvormen die je van generatie op generatie overbrengt.
Al meteen in 2021 verkochten veel Afghaanse muzikanten – die niet wisten te ontkomen – hun instrumenten, wetende dat traditionele instrumenten als de rubab, tambur of sarinda meteen kapot gemaakt zouden worden. De instrumenten die nog in het straatbeeld te zien waren, belandden op vreugdevuren. Met het criminaliseren van muziek en de verhalen die eraan gelieerd zijn, groeit een generatie op die het zonder de verhalen van vroeger moet doen. Wie muziek verbiedt (en de gezongen teksten vol verhalen), verandert de identiteit van een land.
Toef Jaeger
