‘Het plast lekker op die Willem van Oranje hoor”, zegt Bas Steman terwijl hij voor de camera van Omroep Gelderland zijn broek dichtritst. Hij staat voor een urinoir in het stadsmuseum Harderwijk, met daarin een sticker van de Vader des Vaderlands. Steman vormt samen met René Arendsen het presentatieduo van het programma ‘De Ridders van Gelre’, dat door Omroep Gelderland wordt uitgezonden. De aflevering met het urinoir, van januari 2023, ging over de opening van een tijdelijke tentoonstelling over Gelderland in het Harderwijkse museum. Willem van Oranje was voor Gelderland geen ‘bevrijder’, leert de bezoeker van de tentoonstelling, maar een veroveraar die alles in de provincie verwoest heeft. Vandaar de sticker. En vandaar ook het oranje wc-papier.
‘De Ridders van Gelre’ begon in 2015 als geschiedenisprogramma op de regionale zender omroep Gelderland. Steman en Arendsen zijn de ‘ridders’ die in een pak en met blauw- en geelgekleurde stropdas om op een lollige manier presenteren. Het programma werd steeds meer een pleidooi voor de oprichting van een Gelders museum, waar hét verhaal van Gelderland (van prehistorie tot nu) verteld moest worden. In verschillende afleveringen is te zien hoe de mannen ‘logeren’ op een matras in het provinciehuis en meerdere Gelderse statenleden bestoken met hun plan. „Wie de Nederlandse geschiedenis wil kennen, moet niet naar het Rijksmuseum, maar naar het Fries museum, het Brabants museum of Zeeuws museum,” zei Arendsen. „En in die puzzel ontbreekt een belangrijk stuk. De geschiedenis van Gelderland wordt nergens in een overzichtstentoonstelling verteld.”
Hoewel het idee van een Gelders museum al decennialang af en toe de kop opstak, kwam het er nooit. Inmiddels is een meerderheid in de Provinciale Staten vóór een Gelders museum. De gemeente Zutphen bood onlangs een locatie aan. Wat is er veranderd?
Politieke discussie
In een zaaltje in een oude vleugel van het stadhuis in Zutphen werden deze maand de plannen gepresenteerd. „Zutphen, de geschiedenishoofdstad van Gelderland, stelt deze vleugel beschikbaar voor een museum”, zegt een blije cultuurwethouder Sjoerd Wannet in zijn openingsspeech. Stichting Musea Zutphen zal het organisatorische deel voor haar rekening nemen. Voor de onderzoeksfase trok de provincie al een paar miljoen uit. Het Gelders museum zal uiteindelijk allerlei Gelders erfgoed, zoals voorwerpen en schilderijen, van ándere Gelderse musea in bruikleen nemen, is het plan. „Het Gelders museum is de etalage van objecten uit andere musea”, zegt Steman in de presentatie in het stadhuis.
„Het idee voor een Gelders museum komt al langer af en toe bovendrijven”, zegt Marc Wingens, directeur van Erfgoed Gelderland, een samenwerkingsverband van 250 Gelderse musea, monumenten en erfgoedorganisaties. „Toen het Fries museum er bijvoorbeeld kwam, ontstond er politieke discussie.” Altijd trok men de conclusie dat zo’n museum niet bij Gelderland past. „In de museumwereld overheerst het idee dat alle musea sámen het verhaal van Gelderland vertellen. Waarom zou je dat concentreren op één plek?”
In Gelderland ontbreekt het ook aan één Gelderse identiteit. Uit een landelijk onderzoek uit 2014 bleek dat slechts een kwart van de Gelderlanders een emotionele band voelt met de eigen provincie. In Zeeland, Friesland, Noord-Brabant en Limburg was dat ongeveer het dubbele. Een Gelderlander voelt zich niet snel Gelderlander, maar Achterhoeker, Veluwnaar of Arnhemmer. Dan zou een overkoepelend museum niet logisch zijn.
De keuze van Dolly Verhoeven, hoogleraar Gelderse geschiedenisWat hoort er in het Gelders museum?
De constante aandacht voor een museum in ‘De Ridders van Gelre’ zorgde er deels voor dat de politiek langzaam van gedachten veranderde. Maar dat is niet de enige reden voor de draai: erfgoed wordt überhaupt belangrijker gevonden. „In de Staten waait een nieuwe wind”, zegt Steman tijdens de presentatie in Zutphen. „Als het museum nú niet lukt, lukt het nooit meer.”
Een Gelders museum werd vorig jaar juni expliciet opgenomen in het Gelders coalitieakkoord van de partijen BBB, VVD, CDA, ChristenUnie en SGP. „Erfgoed past bij identiteitspolitiek en een bepaalde mate van chauvinisme”, vindt Wingens van Erfgoed Gelderland. Partijen als BBB of PVV verhouden zich goed tot die thema’s. De BBB, bij uitstek een partij die zich bezighoudt met de identiteit van ‘de regio’, kreeg 15 zetels in Gelderland. Ook cultuurwethouder Wannet ziet een „verschuiving” van aandacht in de regiopolitiek: van dans of theater, naar erfgoed.
Sinterklaasmuseum
Die groeiende aandacht voor erfgoed is er niet alleen in Gelderland, ziet hoogleraar antropologie Irene Stengs. „Het is een buzzwoord”, zegt ze. „Kijk naar de aandacht voor het woord noaberschap – het zorgen voor elkaar en de gemeenschapszin in dorpen in het oosten van het land – of lokale tradities als carbid schieten of de paasvuren. Lokale Sinterklaasmusea schieten als paddestoelen uit de grond. Toeristen hebben het altijd al leuk gevonden om het lokale museum te bezoeken, maar daar het label erfgoed en identiteit plakken, is nieuw.” In de jaren negentig kwam het woord erfgoed bijna niet voor, volgens Stengs. „Toen heette dat nog cultuur.”
Wat als erfgoed wordt aangewezen en wat niet, is nooit willekeurig, zegt Stengs: „Erfgoedpolitiek is niet neutraal. In de selectie zit altijd een gevoel van crisis. Er is iets afgepakt, of verdwenen en dat moet behouden worden. De crisis in dit geval is het gebrek aan de eigenheid en de herkenbaarheid van Gelderland.”
Van die verloren identiteit maken de ridders inderdaad een punt. Ze publiceerden eerder een stripboek over Gelderland met henzelf in de hoofdrol: Ons verloren Hertogdom. Gelderland, vinden Steman en Arendsen, is „weggemoffeld” aan de randen van de geschiedenis. Het ‘Hollandse’ verhaal domineert. „Dat is erg”, zegt Steman. „Als je denkt dat we in Gelderland in berenvellen rondliepen terwijl alles in Amsterdam gebeurde, dan ga je je daar als provincie naar gedragen.”
Volgens Wingens plaatsen de ridders „de Gelderse identiteit in hun programma vaak tegenover de Hollandse, om zich daarna af te vragen: waarom gaat het altijd over Holland? In de Provinciale Staten wordt dat ook sterk gevoeld”. Dat de gemiddelde Gelderlander geen Gelders gevoel heeft, komt volgens de ridders vooral door zo’n dertig jaar „falend” cultuur- en erfgoedbeleid van de provincie. „In Brabant is het provinciebestuur de afgelopen 25 jaar bijvoorbeeld het Brabantgevoel gaan promoten”, zegt Arendsen.
Er is lange tijd vanuit de provincie weinig aandacht geweest voor het Gelderse verhaal, vindt ook Dolly Verhoeven, hoogleraar Gelderse geschiedenis. „Maar dat een Gelders museum als doel heeft de Gelderse identiteit bevorderen, vind ik te plat. Waarom zou je dat willen? Ik zie liever dat mensen begrip krijgen voor hun omgeving.” Verhoeven is wel voorstander van een Gelders museum, en ze adviseert de ridders in hun plannen, maar zou in een museum meer aandacht willen voor het stellen van vragen. „Zij zitten aan de ludieke kant”, zegt Verhoeven. „Ik ben wat voorzichtiger en minder van het Holland-bashen. Ik vind vragen stellen interessanter: waarom verschillen Nijmegen en Apeldoorn zo, terwijl ze al achthonderd jaar in hetzelfde bestuurlijk gebied vallen? Wat maakt je Achterhoeks?”
Eind 2022 bracht Verhoeven een vierdelig boek uit over de Gelderse geschiedenis. „Niet iedereen gaat 1500 bladzijden aan geschiedenis lezen. Je wil het levend maken, door bijvoorbeeld een stripboek, fietstochten, lezingen en dus een museum.”
Blockbusters
Dat heel Nederland op een Gelders museum zit te wachten, bleek volgens de mannen wel uit hun proeftentoonstelling in Harderwijk. In vier maanden tijd trok die 15.000 bezoekers. Zutphen verwacht dat van de twee miljoen dagjesmensen die de stad jaarlijks trekt, een deel het museum zal gaan bezoeken. Wingens daarentegen vraagt zich af wat de aantrekkingskracht van zo’n museum voor niet-Gelderlanders zou zijn. „In het Drents-, Fries-, Noord-Brabants- en Zeeuws museum zit het succes niet per se in de geschiedenistentoonstelling”, zegt hij. „Die komt van blockbusters, grote tentoonstellingen die vaak vanuit het buitenland worden binnengehaald.” Precies daar zal het in het Gelders museum aan ontbreken. De kosten zijn te hoog. „We willen ook geen echte topstukken uit andere Gelderse musea halen”, zegt Steman. „Maar er ligt nog heel veel in depots, en voor topstukken verwijzen we weer door naar de andere musea.”
Wat wordt het lokkertje van het museum? Op 30 januari komen de leden van Erfgoed Gelderland bij elkaar om over het museumplan te praten. „Het museum moet geen splijtzwam worden”, zegt Wingens. „Dat gebeurt wel als de provincie zo’n museum financieel zou steunen en subsidies dus ineens deels die kant opgaan.”
Beleving is volgens hem het belangrijkste. Als voorbeeld noemt hij het Openluchtmuseum in Arnhem, dat sinds 2017 door middel van spellen, animatie en film de canon van Nederland toont. „Dat vinden mensen over het algemeen veel spannender dan een object achter glas.”
Lees ook
Overal kastelen, maar veel Gelderland is te uitgestrekt voor één identiteit