N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Jeugdcriminaliteit Zaterdagnacht was de 49-ste explosie in Rotterdam. Criminoloog Ferwerda vindt vooral de betrokkenheid van jonge jongens zorgelijk. „Deze kinderen zitten al in criminele netwerken, anders worden ze niet gevraagd.”
De afgelopen week vond in Rotterdam vrijwel elke dag een explosie plaats. In de nacht van zaterdag op zondag ontplofte een explosief bij een toko aan de Crooswijkseweg in Rotterdam-Noord. Een dag eerder ontstond brand bij een winkel aan de Strevelsweg (Feijenoord) nadat daar illegaal, zwaar vuurwerk was ontploft. Op dinsdagochtend ontplofte een explosief in een portiek aan de Van Speykstraat (Oude Westen). Er vielen geen gewonden.
In totaal zijn er in Rotterdam dit jaar al 49 explosies geweest, net zoveel als in heel 2022. De Rotterdamse politie pakte donderdag twee jongens van veertien en vijftien op omdat zij vermoedelijk een explosief hadden willen plaatsen. Zondag werd een 21-jarige Rotterdammer gearresteerd die wordt verdacht van betrokkenheid bij een explosie.
De betrokkenheid van jonge jongens is zorgelijk, vindt criminoloog Henk Ferwerda, die onderzoek doet naar jeugdcriminaliteit. De politie heeft weinig zicht op deze jonge criminelen: ze zijn te groot voor de wijkagent, en te klein voor de recherche. Politie moet criminele netwerken beter in beeld krijgen om te voorkomen dat kinderen uitgroeien tot professionele criminelen, vindt Ferwerda.
Burgemeester Ahmed Aboutaleb wijt het grote aantal explosies aan onderschepte drugstransporten. Is dat aannemelijk?
„De laatste tijd zijn inderdaad veel drugs in beslag genomen omdat de politie versleutelde berichten tussen criminelen heeft weten te ontcijferen. De inbeslagnames kunnen leiden tot conflicten tussen verschillende criminele groeperingen, bijvoorbeeld over wie moet betalen voor de onderschepte drugs. Als er krapte op de markt ontstaat, kunnen er ripdeals plaatsvinden, waarbij de ene criminele groep drugs steelt van de andere. Criminele bendes kunnen zo tegenover elkaar komen te staan.”
De politie spreekt van „clusters” van explosies: er worden brandbommen geplaatst bij vrienden, buurtgenoten en familie van degene waar de criminelen het op gemunt hebben. Wat zegt dat?
„De drugscriminaliteit is georganiseerd in gesloten netwerken van vertrouwelingen waarin de familiebanden heel sterk zijn. Kijk naar het netwerk van Ridouan Taghi: in het Marengo-proces figureren vrienden en familieleden die hij nog kent uit zijn jeugd in Utrecht en Nieuwegein. Als er conflict ontstaat tussen criminele netwerken is het niet gek dat de naasten van de grote jongens worden aangevallen of bedreigd. Het laat zien dat de criminaliteit in het drugscircuit is verhard.”
Waarom zijn er zulke jonge jongens bij betrokken?
„Op zich is dat niet heel vreemd: grote criminelen gaan niet zelf handgranaten aan de deur hangen bij hun rivalen. Ze ronselen daar ‘soldaten’ voor: jonge mannen uit hun netwerk die ze vertrouwen. De kinderen van veertien en vijftien die deze week gearresteerd werden zijn wel erg jong, dat is erg zorgelijk. Meestal zijn dat jongens tussen de 16 en 23 jaar oud. Kennelijk zitten deze kinderen al in criminele netwerken, anders worden ze niet voor zo’n opdracht gevraagd. Dat baart zorgen voor de toekomst, want jongeren die dit soort opdrachten uitvoeren, kunnen snel groeien in de hiërarchie en uitgroeien tot professionele criminelen.”
Wat kan de politie doen om te voorkomen dat deze kinderen snel carrière maken in het criminele circuit?
„Er is sprake van een rare paradox: de jeugdcriminaliteit is de afgelopen tien jaar gehalveerd, maar tegelijkertijd zien we dat de criminaliteit onder jongeren wel verhardt. Vooral in steden zie je dat jongeren geronseld worden door criminele groeperingen en snel betrokken raken bij zware criminaliteit.
„De politie heeft deze jongeren niet goed in beeld. Zodra ze klusjes gaan doen voor de grote jongens worden ze crimineel actief in andere wijken. De wijkagent verliest ze dan uit het oog. Maar deze jongeren zijn nog te klein om in beeld te komen bij de recherche. Ze zitten in een vacuüm waarin ze relatief onzichtbaar zijn voor politie en langzaam carrière kunnen maken in de criminele wereld.
„Deze week zijn in Rotterdam gelukkig wat jonge jongens opgepakt, hopelijk gaan zij nadenken waar ze mee bezig zijn. Maar meestal worden daders van dit soort explosies niet gepakt, en groeit hun status in het criminele milieu.”
Maar wat kan de politie doen om te voorkomen dat ze uitgroeien tot grote criminelen?
„Deze jongeren moeten uit het vacuüm komen waarin ze onzichtbaar zijn voor de politie. De politie zou meer onderzoek moeten doen naar criminele netwerken en de positie van jongeren daarin. Kijk niet alleen naar de grote namen, maar ook naar de jongeren die voor hen werken, om te voorkomen dat zij uitgroeien tot grote criminelen.”