De Nederlandse economie trekt de komende jaren weer langzaam aan en de koopkracht van huishoudens zal de komende jaren licht stijgen, maar de begrotingstekorten van de overheid ook. Dat zijn drie belangrijke conclusies uit de augustusraming van het Centraal Planbureau (CBP) die vrijdag verscheen. De raming, ook wel de concept-Macro Economische Verkenning genoemd, is een doorrekening van de staat van de Nederlandse economie in de komende jaren. De uitkomsten van het rapport vormen de basis voor de laatste besluiten en onderhandelingen van het kabinet deze maand, bij het maken van de rijksbegroting die op Prinsjesdag verschijnt.
Economische groei en koopkrachtstijging
Na een aantal zware kwartalen trekt de economie in de loop van 2024 en 2025 weer geleidelijk aan, blijkt uit het rapport. Dat komt mede doordat de lonen de afgelopen kwartalen stegen, terwijl de arbeidsmarkt krap bleef. Ook de wereldhandel trekt gestaag weer aan. Het Nederlands bruto binnenlands product (bbp) zal in 2024 stijgen met 0,6 procent en in 2025 met 1,6 procent. Dat komt grotendeels door de magere kwartalen die achter ons liggen, aldus het CPB.
Doorsnee huishoudens hebben de komende tijd meer te besteden: de koopkracht zal dit jaar stijgen met 2,5 procent en afvlakken naar 1,1 procent in 2025. Alle huishoudens zullen erop vooruitgaan, maar de werkenden relatief meer dan de uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden. Het koopkrachtverlies als gevolg van de inflatie van de afgelopen kwartalen is daarmee volgens het CPB weer grotendeels ingelopen. De koopkracht komt zelfs boven het niveau van 2021 uit, toen de inflatiegolf begon.
De koopkrachtstijging is groter dan het CBP eerder beraamde. Dat komt met name door de lastenverlichting voor huishoudens die het kabinet-Schoof aankondigde in het Hoofdlijnenakkoord. Het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, zal in 2025 dalen naar 4,1 procent – het laagste niveau sinds het CBP in 2011 begon met de ramingen – en daarna weer licht oplopen.
Vooruitkijkend naar 2028 zal, zonder gericht beleid, de armoede na 2025 weer verder oplopen, waarschuwt het CPB. Dat komt deels doordat de aangekondigde lastenverlichting tijdelijk is.
Begrotingstekort ‘scheert langs vangrail’
Zorgen zijn er wel over het begrotingstekort van de overheid – het verschil tussen de inkomsten en uitgaven – dat de komende jaren flink zal toenemen tot een tekort van 2,6 procent in 2025. Daarmee komt het tekort de komende jaren in de buurt van de Europese „vangrail” of grenswaarde van -3 procent.
Dat komt mede door aangekondigde lastenverlichtingen, maar ook door een aantal grote financiële tegenvallers: de herstelbetalingen aan vermogenden die volgens de Hoge Raad te veel belasting hebben betaald over hun vermogen in box 3, herstelbetalingen aan gedupeerde toeslagenouders en uitgaven aan de oorlog in Oekraïne.
Volgens het CPB heeft het kabinet de komende jaren „weinig ruimte om tegenvallers op te vangen” en bestaat de kans dat in de toekomst ad hoc bezuinigd moet worden. De aantrekkende economie en aangekondigde bezuinigingen gaan niet voorkomen dat de overheidsschuld oploopt. Het kabinet schuift de rekening van het oplopende begrotingstekort door naar de volgende generaties, aldus het planbureau.