Conway The Machine laat bezoekers én zichzelf achter met een kater

Recensie

Muziek

Hiphop Vorig jaar bewees Conway The Machine in een zweterige, stampvolle Melkweg een rapvirtuoos te zijn. Dit jaar liet hij in de Q-Factory de bezoekers lang wachten om vervolgens vooral vervelend gedrag te vertonen.

Conway the Machine.
Conway the Machine.

Foto David Wolff-Patrick/ Redferns

De Amerikaanse rapper Conway The Machine (echte naam Demond Price) is met zijn collectief Griselda verantwoordelijk voor het terugkeren van de doffe drumklappen, donkere samples en illustere sferen in de mainstream-hiphop van dit moment. Trends volgen, daar doet Griselda niet aan. In hun meeslepende nummers wordt heftig gesmeten met verhalen over het straatleven in Buffalo, worstel-referenties en hun liefde voor mode.

Eigenlijk zou de broer van Conway, Westside Gunn (ook Griselda-lid), in januari zijn eerste show buiten de VS komen spelen, maar zijn hele tour en dus ook zijn concert in de Melkweg – waar broer Conway vorig jaar zijn virtuositeit bewees – werd een dag van tevoren afgeblazen. „I can’t give u money back I NEVER got paid”, luidde zijn warrige statement. Conway nam een deel van de speeldata over, wellicht om het financiële gat te dichten.

Randzaken

Dat leek hem behoorlijk dwars te zitten. Nadat hij de wél aanwezige fans lang liet wachten – hij verscheen ruim een uur later dan aangekondigd op het podium – sneerde hij: „Ik weet niet wat er zojuist is gebeurd voordat ik kwam, maar de energie die jullie me nu geven accepteer ik niet. De laatste keer dat ik in Amsterdam was, leek wel een film, what the fuck is dit?” Hij wist klaarblijkelijk niet dat het Nederlandstalige voorprogramma de zaal prima had opgewarmd.

Áls-ie rapte, leunde Conway stevig op zijn soms duizelingwekkende flow, terwijl de knarsende gitaarsamples over de drumpartijen scheurden. Maar liever hield hij zich bezig met randzaken en dat leidde tot vervelend gedrag. Zo liet hij overduidelijk weten de bezoekers in de linkerkant van de zaal leuker te vinden: „Deze mensen geven me meer energie, dus ik blijf lekker aan deze kant van het podium!” Na een schamele 37 minuten verdween hij plots al drinkend en rokend achter de coulissen, om niet meer terug te keren.

Hiphopartiesten professionaliseerden flink de laatste tien jaar. Ze kwamen op tijd, deden een soundcheck en waren niet te stoned of te dronken om een goede performance te geven. Conway The Machine weigerde zelfs die trends te volgen en blies die aloude stigma’s nieuw leven in. Dit was zo’n concert waarvan je al een kater had zodra je de uitgang van de zaal bereikte.