Zijn eerste herinnering is dat zijn vader werd gearresteerd. De Palestijn Basel Adra (1996) was toen vijf jaar oud. Later nam hij de camera van zijn vader over en werd hij activist en journalist. Sinds zijn kindertijd wordt Masafer Yatta, de conglomeratie van Palestijnse bedoeïenendorpjes op de Westelijke Jordaanoever waar hij vandaan komt, belaagd. Zogenaamd omdat Israël er een militair oefenterrein wil vestigen, maar eigenlijk omdat illegale kolonisten er hun oog op hebben laten vallen. Zijn hele leven ziet hij al militaire voertuigen en tanks aan komen rijden, worden er stukjes land onteigend en huizen vernietigd, en soms weer terugveroverd. Een machteloos kat-en-muisspel. De reeks pesterijen en gewelddaden van het Israëlische leger, de chaos, de herrie, de mensenrechtenschendingen, de stress dat je nooit weet of je een rustige nacht zult hebben en of je huis er morgen nog zal staan, het is ondraaglijk.
Adra maakte samen met een collectief van Palestijnse en Israëlische filmmakers No Other Land, waarvoor ze sinds 2019 de wreedheden van het Israëlische leger in Masafer Yatta documenteerden. Kort voor de aanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023 en de daaropvolgende belegering van de Gazastrook door Israëlische troepen hielden ze op met filmen. Maar die gebeurtenissen hangen als een schaduw over de film. Niet in de minste plaats omdat de film na z’n wereldpremière, op het filmfestival van Berlijn vorig jaar, inzet werd van een politieke rel.
Lees ook
‘De schande van Berlijn’: ophef in Duitse media en politiek over Israëlkritiek op de Berlinale
No Other Land won de prijs voor beste documentaire, Adra stond naast de Israëlische journalist (onder meer voor The Guardian) en co-regisseur Yuval Abraham op het podium. Die memoreerde hoe ze daar op dat moment samen konden staan, maar de volgende dag terug zouden reizen naar een land waar ze niet gelijk zijn. Waar de een onder civiel en de ander onder militair recht leeft. De een stemrecht heeft, de ander niet. De Duitse politiek beoordeelde Abrahams Israëlkritische dankwoord als antisemitisch. De film is sindsdien een must-see op internationale filmfestivals. En nog steeds onderwerp van propaganda en controverse. Zo wordt hij bijvoorbeeld niet gedistribueerd in de Verenigde Staten en kon hij in Duitsland pas in de bioscopen uitkomen nadat de directeur van de Berlinale een verklaring had uitgegeven noch de film noch de opmerkingen van de regisseurs als antisemitisch te beschouwen.
No Other Land is niet alleen door de rol die hij speelt in het debat over de oorlog in Gaza de belangrijkste film van het afgelopen jaar. Het is een film die uniek is door de samenwerking tussen Palestijnse en Israëlische filmmakers, en de manier waarop ze in de film zowel hun broederschap als hun wederzijdse dilemma’s bespreken. We kijken hem om te getuigen, om te herdenken. Het is meer nog dan een documentaire een werk van rouw en herinnering. Net als de titel van de film maken zij duidelijk: er is geen ander land, hier moeten we het mee doen, ondanks de conflicterende narratieven die ze hebben meegekregen. No Other Land draagt bij aan de constructie van een gedeeld, collectief geheugen. Hopelijk de eerste stap naar vrede.
Een echte verrassing is het niet als Jesse Eisenbergs (1983) personage David in A Real Pain aan zijn reisgezelschap ‘bekent’ dat hij medicatie neemt tegen angsten en neurosen. In de bitterzoete film, die Eisenberg ook schreef en regisseerde, gaat hij samen met neef Benji (Kieran Culkin) op een toeristische Holocaust-groepsreis door Polen, hun recent overleden joodse grootmoeder Dory is daar geboren.
Nog voor het Amerikaanse duo in Europa is geland heeft de kijker al gezien hoe David dwangmatig voicemails achterlaat bij Benji die zijn telefoon niet opneemt, met verkrampte schouders door de luchthaven beent bij het idee dat zijn neef wiet meeneemt op hun trip én in het vliegtuig al kampt met extreme heimwee.
Dat veel kijkers Davids bekentenis zien aankomen, komt mogelijk ook door al die zenuwpezen die ze Eisenberg al zagen spelen. Van zijn doorbraakfilm The Squid and The Whale (2005) – waar hij een pompeuze, Kafka-citerende tienerzoon neerzet die moeite heeft met de scheiding van zijn ouders. Via de geestige satire Zombieland (2009), waar hij een van de weinige overlevers van een zombiecalypse is omdat hij zich compulsief vasthoudt aan regels als ‘check altijd de achterbank’. Tot de zelfingenomen en sarcastische leverarts in de veelgeprezen serie Fleishman Is in Trouble (2019).
Lees ook
Recensie ‘A Real Pain’: Als de oorlog er niet was geweest dan hadden wij hier gewoond
Intellectuele neuroten
Terwijl Eisenberg in Hollywood steeds meer bekendheid vergaarde als de go to acteur voor intellectuele egoïsten en neuroten, bleef hij ook steeds actief als schrijver. Hij schreef niet alleen theaterstukken, maar ook humoristische verhalen voor onder meer The New Yorker. In 2022 debuteerde hij ook als filmregisseur met When you Finish Saving the World.
In die laatste film waren de hoofdpersonen – een ijdele zoon en een moeder die meer in haar activistische activiteiten dan in haar kind geïnteresseerd is – mogelijk iets te particulier om een breed publiek te boeien. A Real Pain lijkt Eisenbergs echte doorbraak als filmscenarist en -regisseur te worden. De film was genomineerd voor vier Golden Globes (Culkin kon uiteindelijk die voor Beste Mannelijke Bijrol verzilveren).
In A Real Pain slaagt Eisenberg erin via twee geestige, zelfingenomen personages iets te zeggen over een meer universele worsteling met privilege. Tijdens hun zoektocht naar verbinding met hun joodse wortels, blijken David en Benji immers vooral bezig met zichzelf en de band die ze nog hebben als volwassenen. Als kind waren ze onafscheidelijk, maar nu hij zijn emotionele buien met medicatie onder controle kan houden, lijkt David afstand te hebben genomen van de extreem charmante, maar ook manipulatieve en aandachtzuigende Benji.
Het verhaal is geïnspireerd door een reis die Eisenberg in 2008 maakte met zijn echtgenote door Polen. Ze bezochten ook het geboortehuis waar zijn achtertante, op wie grootmoeder Dory is gebaseerd, als kind woonde. Tijdens het bezoek bemerkte Eisenberg „een dissonantie” tussen wat hij behoorde te voelen en wat hij daadwerkelijk voelde. Andere inspiratiebronnen waren een ‘odd couple–verhaal’ dat hij probeerde te schrijven over twee vrienden op een roadtrip en zijn verbazing over een reclame voor ‘een Holocaust tour (met lunch)’. Eisenberg begon hierdoor na te denken over de vele tegenstrijdigheden van ‘trauma toerisme’.
Filmscript over Woody Allen
Het is bijna onmogelijk om tijdens het kijken van A Real Pain – waarin enorm veel humor zit, hoewel de gruwel van de Holocaust zeer aanwezig is – niet af en toe aan Woody Allen te denken. Eisenberg is nooit huiverachtig geweest om zijn bewondering voor Allen te uiten, al doet hij dat erg omzichtig sinds de beschuldigingen door diens adoptiedochter over grensoverschrijdend gedrag weer onder de aandacht kwamen.
Zo vertelt hij al jaren in interviews hoe hij alles van Allen begon te lezen en kijken, nadat hij als zestienjarige Crimes and Misdemeanors (1989) had gezien. Het was de eerste keer dat hij geconfronteerd werd met iemand die „iets maakte dat grappig en toegankelijk was én op hetzelfde moment, introspectief, contemplatief, doordacht, intellectueel en analytisch.” Eisenberg was zo onder de indruk dat hij op de middelbare school zelfs een filmscript schreef met Woody Allen als hoofdpersoon. Hij stuurde het vervolgens ook op naar zijn idool – en kreeg een officiële dreigbrief terug van diens advocaat. Of Allen ooit zelf de tekst las is onduidelijk, maar later kwam het meer dan goed tussen de twee; Eisenberg zou Allens jongere alterego spelen in twee van zijn films, To Rome with Love (2012) en Café Society (2016).
De parallellen tussen de twee mannen liggen natuurlijk voor het oprapen. Niet alleen omdat ze beiden in hun werk praten over hun joodse achtergrond en een voorliefde hebben voor het spelen van neurotische, klagende anti-helden. Ook omdat zowel Allen als Eisenberg acteren, regisseren als schrijven én daarbij zeer talige humor inzetten. In hun films brengen ze hun grappen vaak op droogkomische wijze, niet als dijenkletsers – Eisenberg gaf een dvd van Crimes and Misdemeanors als inspiratie aan zijn Poolse cameraman.
Net als bij Woody Allen is bij Eisenberg de grens tussen persoon en personages poreus. Zo vertelde hij in de podcast van komiek Marc Maron hoe hij als kind continu in paniek en aan het huilen was en op een bepaald moment zelfs werd opgenomen in een instelling na zelfmoordpogingen. Hij heeft, net als David, medicatie nodig om te functioneren. Ook het personage van Benji is deels op Eisenberg zelf gebaseerd. Hij overwoog ook lang de rol van Benji op zich te nemen in plaats van die van David, maar producent Emma Stone overtuigde hem uiteindelijk dat het onmogelijk zou zijn een ongeleid projectiel te spelen en tegelijkertijd te regisseren.
Toxische personages
Toch zou het afdoen aan het talent van Eisenberg om hem als alleen een Allen-navolger te zien. Zo is zijn acteerbereik breder dan dat van Allen, die vaak bovenal een komiek blijft. Hij speelt naast schlemielen voor wie je ondanks al hun gebreken vaak toch enige sympathie voelt, op gelaagde wijze personages die weinig tot geen warme gevoelens oproepen.
Zoals zijn Oscargenomineerde interpretatie van Facebook-oprichter Mark Zuckerberg in The Social Network (2010) als iemand die visionair is, maar basale sociale vaardigheden en empathie mist. Of taxi-chauffeur Ralphie in Manodrome (2023), bij wie onzekerheid en zelfhaat leidt richting toxische masculiniteit, geweld en misogynie. Ook bij A Real Pain is de kans groot dat kijkers na afloop gemengdere gevoelens zullen hebben bij zijn David dan bij Benji.
Daarnaast gaat Eisenberg, als iemand van een jongere generatie dan Allen, op een andere wijze om met een onderwerp als ‘intergenerationeel trauma’. Ondanks Benji’s vaak narcistische en hysterische manier van communiceren maakt hij David en de kijker er zeer van bewust dat zij in Polen zouden zijn opgegroeid zonder de oorlog. Én hoe groot de verschillen zijn tussen hun leven en dat van hun voorouders. Hoewel David er weinig oren naar heeft, gaat A Real Pain zo vooral over de ingewikkelde schuld – en andere gevoelens die hun familieverleden mogelijk bij hen oproept.
Het maakt dat Eisenberg uiteindelijk in plaats van als een epigoon, eerder voelt als een eigenzinnig, complex, en ambitieus neefje van zijn grote idool.
Ze hadden niet verschillender kunnen zijn, de neven David en Benji (Benjamin). De eerste een controlfreak, de laatste zo ontregelend en impulsief als maar zijn kan. Toch hebben ze meer overeenkomsten dan ze denken, anders zouden ze niet al hun hele leven bevriend zijn. Ze krijgen gestalte dankzij twee acteurs die óók heel verschillend zijn en die we al zo vaak een variatie op hun personage hebben zien spelen dat je je zou kunnen afvragen of ze in het echt niet ook een beetje zo zijn. De een neurotisch bedachtzaam, de ander explosief. Maar allebei mensen die onder hoogspanning staan.
Lees ook
Jesse Eisenberg: een eigenzinnig neefje van Woody Allen
Jesse Eisenberg, die A Real Pain tevens schreef en regisseerde, is David. Kieran Culkin, bekend als het ongeleide projectiel uit tv-serie Succession, speelt Benjamin. Ze dragen de last van de geschiedenis op hun schouders. Beide neven ondernemen een Holocausttour ter ere van hun net overleden oma Dory. Zij is gebaseerd op Eisenbergs eigen achtertante, en hij maakte gebruik van het levensverhaal van een familielid dat het vernietigingskamp in het Poolse Majdanek overleefde.
Die nervositeit en onrust, het ongemak en schuldgevoel dat je überhaupt bestaat terwijl bijna je hele familie is vermoord, drijven het onderliggende thema op de spits in laconieke, conversationele tragikomische scènes. Want ja, het gaat over vriendschap, over broederschap in deze road movie annex bromance met geschiedenisles. Maar het gaat vooral over een intergenerationeel trauma en de Holocaust en de link met huidige genocides, ook als ze niet allemaal worden benoemd. Dat doet de film onder meer door de introductie van Eloge (Kurt Egyiawan), die zich als overlever van de Rwandese genocide tot het jodendom heeft bekeerd. Maar je kunt onmogelijk de hele film lang niet aan Gaza denken.
Eloge is het morele hart van de film, die hier en daar wel veel leunt op de algehele malaise van twee charmante millennials die niet helemaal weten hoe te leven. Of hoe ze de levenspijn die ze voelen onder woorden moeten brengen. Wanneer Benji zegt „als de oorlog er niet geweest was, hadden wij hier gewoond”, is dat een kleine zin met een grote wereld erachter. De film laat ons die leegte voelen. Daarin is hij niet perfect, maar wel menselijk. Er blijven vragen open. Daarom ontleent A Real Pain zijn kracht ook aan wat de toeschouwer allemaal aan associatievermogen, ervaring en voorkennis inbrengt.
Hij heeft altijd haast. Hij sjeest over de schaarse fietspaden in Parijs met doodsverachting. De camera zit hem dicht op de huid, waardoor je de zwaarte van de pedalen in je eigen benen voelt, schrikt als hij plotseling moet remmen, en je net als hij de kou en de herrie probeert te negeren. Souleymane is een jonge Guinese migrant zonder papieren die op de vergunning van iemand anders als fietskoerier werkt. ’s Nachts slaapt hij in de thuislozenopvang. Een fabriekshal vol stapelbedden. Elke ochtend moet hij voor dag en dauw inbellen om een slaapplaats voor de avond te reserveren. Dat moment, waarop in die megaslaapzaal al die verschillende ringtones afgaan, is een van de vele ijzersterke observaties van L’histoire de Souleymane. Je weet niet of je moet lachen of huilen.
Net als in zijn eerste speelfilm Hope (2014), werkte regisseur Boris Lojkine ook voor L’histoire de Souleymane met amateuracteurs die dicht staan bij de ervaringen die de film laat zien. Het leverde Abou Sangaré, die Souleymane speelt, vorig jaar in Cannes een acteerprijs op. De film zelf werd bekroond met de Juryprijs van de Un certain régard-competitie. „Sangaré kwam illegaal naar Frankrijk, maar kreeg een verblijfsvergunning omdat hij nog minderjarig was”, vertelt Lojkine. „De film is niet op zijn leven gebaseerd, maar het verhaal dat hij aan het einde aan de ambtenaar vertelt om een verblijfsvergunning te krijgen, is 100 procent autobiografisch.”
We spreken Lojkine vlak voor Kerst via de telefoon, daags nadat de rechter in Utrecht, Rotterdam en Amsterdam laat weten dat de bed-bad-broodregeling die mensen zonder verblijfsvergunning opvangt, voorlopig niet beëindigd kan worden. Minister Faber (PVV) wilde de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen, zoals de regeling officieel heet, per 1 januari stopzetten. Het maakt een verhaal als dat van Souleymane urgenter. Als ik dit aan Lojkine voorleg, reageert hij: „Het is natuurlijk een andere situatie. In Frankrijk is het opvangsysteem voor zowel asielzoekers als ongedocumenteerden al helemaal vastgelopen. Met als gevolg dat er in Parijs hele tentenkampen van asielzoekers en ongedocumenteerde migranten zijn ontstaan. Het lijkt alweer lang geleden, maar tijdens de Covid-lockdowns waren zij de enige mensen op straat. Toen pas zag je hoeveel het er waren.”
Platformeconomie
In de twee dagen dat de film Souleymane volgt, bereidt hij zich voor op zijn gesprek bij de Ofpra, de instantie die in Frankrijk beslist over asielaanvragen en verblijfsvergunningen. En we krijgen een inkijkje in de hele industrie daar omheen: verkopers van vluchtverhalen, handelaren in papieren, de crowdworkers van de platformeconomie, die hun vergunningen ‘verhuren’ aan mensen zoals Souleymane, die niet mógen, maar wel móeten werken. En we maken ook kennis met mensen die het niet gelukt is een verblijfsstatus te krijgen, en die in de informele economie verdwijnen.
Ook Nederland kent een schaduwwereld van ongedocumenteerden, mensen die om tal van redenen geen verblijfsvergunning hebben. Volgens het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum waren het er in 2018 tussen de 23.000 en 58.000. Nieuw onderzoek is aangevraagd. Rian Ederveen is coördinator van het Landelijke Ongedocumenteerden Steunpunt (LOS). Ze woonde in december een aantal voorpremières van de film bij om daarna met het publiek in gesprek te gaan. Ze zegt: „De grote vraag van het bioscooppubliek was hoe het in Nederland gaat, hoe overleef je zonder papieren?”
Het viel haar op dat met uitzondering van een paar experts, mensen doorgaans weinig van de situaties van asielzoekers en ongedocumenteerde migranten weten: „Net als in de film proberen mensen hier ook via via aan werk te komen, als bezorger, in de schoonmaak of de particuliere dienstverlening. Maar zonder Burgerservicenummer kun je feitelijk niets. Er is in Nederland geen route via werk alsnog uit de illegaliteit te komen zoals bijvoorbeeld in Frankrijk. Al is dat ook niet heel erg bekend.”
Verdraagzaamheid op de proef
L’histoire de Souleymane stelt de verdraagzaamheid van de toeschouwer op de proef: beetje bij beetje komen we het ‘echte’ verhaal van de jongeman te weten. Regisseur Boris Lojkine: „Ik wilde de vraag op de spits drijven of er voorwaarden zijn aan wie er recht op een menswaardig bestaan, en een toekomst heeft. Want dat zijn de vragen waar we voor komen te staan. Europa heeft migranten nodig. Dat heeft de Spaanse minister van Immigratie onlangs nog beklemtoond. We moeten ons ook afvragen wat onze eigen rol is in een economie waarin ongedocumenteerden het werk doen wat anders niet gedaan wordt; in de zorg of de bouw. Elke keer als je een maaltijd bestelt via een app, kan het zijn dat die wordt bezorgd door een koerier zonder papieren. Als wij een on demand-leven willen leiden, zijn er mensen nodig die dat mogelijk maken.”
Rian Ederveen vindt het belangrijk dat de film laat zien dat er een heel systeem van uitbuiting bestaat, een hiërarchie onder migranten die papieren uitwisselen of vervalsen. Ze merkt nog iets op waar het in dit debat niet vaak over gaat: „Het is tekenend voor onze maatschappij dat we alleen iets of iemand geloven als het zwart op wit staat. Dit belang dat we aan documenten hechten, genereert ook een handel in documenten.”
Lojkine heeft ook geprobeerd dit soort morele vragen te stimuleren, zegt hij: „Natuurlijk was ik even bang dat mijn film extreemrechts munitie in handen zou kunnen geven. Maar uiteindelijk vind ik het belangrijker dat Souleymane geen perfecte asielzoeker is, want dan is er eigenlijk geen verhaal, alleen een slachtoffer tegenover een hardvochtig systeem. Het is hoognodig dat we niet alleen naar de politiek kijken. Wij moeten ons als individuen de vraag stellen waar onze eigen menselijkheid ligt.”