N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Pete Harden, componist Zaterdag ontvangt componist Pete Harden de Matthijs Vermeulenprijs. Zijn multimediale ‘M.M’., over Marilyn Monroe, is volgens de jury de beste compositie van het jaar.
Toen Pete Harden een appje kreeg van de directeur van het Fonds Podiumkunsten, of ze even konden bellen, was zijn eerste gedachte: heb ik iets verkeerd gedaan? Het tegendeel bleek het geval: hij had iets heel erg goed gedaan. Zo goed zelfs dat zijn stuk M.M. bekroond is met de prestigieuze Matthijs Vermeulenprijs voor beste compositie van het jaar. Harden krijgt de prijs zaterdagmiddag uitgereikt in Arnhem, tijdens de landelijke Dag van de Componist (zie inzet).
„Het is ongelooflijk”, verzucht Harden (Verenigd Koninkrijk, 1979) in het Haagse kantoor van Ensemble Klang, dat hij twintig jaar geleden mede oprichtte en waarvan hij artistiek leider is. Harden maakte M.M. samen met de Franse schrijfster Pauline Peyrade. De première was afgelopen april tijdens het Minimal Music Festival in het Amsterdamse Muziekgebouw, met ensemble Asko|Schönberg, sopraan Keren Motseri en mezzo Anna Trombetta, gedirigeerd door Joey Marijs. Harden: „Tijdens het maken vroegen Pauline en ik ons af – wat is dit eigenlijk?”
M.M. valt inderdaad lastig te categoriseren: het is een compact multimediaal werk van een kwartier, in negen korte scènes, voor live ensemble, twee live zangeressen, een verteller op video (Peyrade, gefilmd door Harden) en een collage van filmfragmenten. Asko|Schönberg is van plan het werk te hernemen, maar een concrete uitvoering staat nog niet gepland. Voorlopig is M.M. dus alleen als video te zien en horen: Harden monteerde zijn filmcollage, de scènes met Peyrade én een semi-geënsceneerde opname van het ensemble samen tot een intrigerende muziekfilm.
Het Klang-kantoor bevindt zich in het 17de-eeuwse Koorenhuis, waar ooit het Koninklijk Conservatorium gevestigd is geweest. Aan die instelling studeerde Harden bij onder meer Louis Andriessen: „Van Louis leerde ik direct te communiceren: welke noten zijn belangrijk, welke noten zeggen wat ik wil zeggen? En om dan geen onnodige extra noten toe te voegen.” Van zijn andere leermeester, Richard Ayres, leerde Harden nadenken over een compositie als een ervaring: „Richard wees een maat aan in je partituur en vroeg: Wat voelt het publiek hier? Mijn eerste reactie was: hoe moet ik dat nou weten. Maar inmiddels weet ik dat de diepte in je werk kan komen van wat de ervaring is voor het publiek.”
Groene badhanddoek
Harden ontmoette Peyrade in het voorjaar van 2019 een klooster in Avignon, bij een project waarin Franse schrijvers aan componisten werden gekoppeld om te experimenteren met muziektheater. Na een kennismakingsweek met de hele groep besloot Harden haar een mail te sturen: „We hadden elkaar eigenlijk niet gesproken, maar ik vond haar werk heel sterk”, zegt Harden. Peyrades roman L’âge de détruire, bekroond met de Prix Goncourt voor het beste debuut, verscheen vorige maand in Nederlandse vertaling.
Tijdens een tweede week in Avignon, een jaar later, bedachten ze samen een stuk dat zou gaan over de manier waarop we controle proberen uit te oefenen op ons eigen leven, en over het personage dat sommige mensen ontwikkelen om zich aan de buitenwereld te presenteren. Zijdelings kwam actrice en sekssymbool Marilyn Monroe ter sprake, zegt Harden: „Eerst was ze een voetnoot. Vervolgens besloten we een klein hoofdstukje aan haar te wijden, daarna de helft van ons stuk. Gaandeweg nam ze het helemaal over. Marilyn is te groot: we begrepen dat het hele stuk over haar moest gaan.”
Haar volledige naam wordt nergens genoemd, maar Peyrades tekst beschrijft in detail elementen uit het leven van Marilyn Monroe, specifieke foto’s (in een groene badhanddoek gewikkeld op het strand van LA, met een champagneglas in de hand) en fragmenten uit films waarin ze speelde en liedjes die ze zong. „Pauline ontwikkelde tijdens die week een obsessie voor Marilyn, ze zat non-stop documentaires te kijken en artikelen te lezen. Aan het eind van de week had ze een tekst af die daarna nauwelijks nog veranderd is.”
Voor zijn muziek liet Harden zich inspireren door het nummer Turiya and Ramakrishna van jazzpianiste Alice Coltrane, dat is opgebouwd rond een simpele loop van akkoorden en gekenmerkt wordt door Coltranes verrukkelijk luie timing. „Er zit wel iets van de blues in M.M.”, zegt Harden, en zo is het. Een karakteristiek ontstemde elektrische gitaar, die ook te horen is in Hardens recente Solace & Shimmer, zorgt voor een enigszins Hawaïaanse vibe in de klankwereld, die een verwarde sfeer van spookachtige ontspanning ademt.
Zwoele quasi-improvisatie
Volgens de jury van de Matthijs Vermeulenprijs is M.M. juist door de combinatie van genres toegankelijk voor een breed publiek. In het juryrapport staat: „De manier waarop [Harden] het beperkte muziekmateriaal tot het eind van het werk levend weet te houden, dwingt grote bewondering af.” Er ‘gebeurt’ inderdaad weinig in M.M., beaamt Harden. Een van de componisten die hij bewondert is Erik Satie: „Zo’n Gnossienne, bijvoorbeeld: aan de oppervlakte is het een eenvoudig werk, maar toch heeft het een transcendente kwaliteit. Ik zie hoe het in elkaar zit, maar waar komt die extra laag vandaan? Dat vind ik fascinerend. Ik wil ruimte geven aan de luisteraar door als componist een stap naar achteren te doen en niet alles in te vullen. Ik hoop dat zij dan een stap naar voren doen.”
Het drama van M.M. voltrekt zich onnadrukkelijk, tussen de regels, in een sfeer van zwoele quasi-improvisatie. „Het einde heb ik eerst geschreven, het uitgesponnen koraal in delen 7 en 8. Dat is het vlees van het stuk. Toen ik het schreef, aan de piano, dacht ik: het is heel mooi, maar is het ook genoeg? Na een week besloot ik dat het genoeg was. Over het begin heb ik vervolgens heel lang gedaan, tot ik besefte dat ik niets nieuws nodig had.”