Column | Zondagavond 4 mei, in de kerk in Waarde

Ik zet een hoed op en word mijn grootmoeder, de grootmoeder naar wie ik vernoemd ben. Zo ging zij ’s zondags naar de kerk, met een hoed op en een rol pepermunt in haar handtas, de reden dat ik graag naast haar zat. Mijn ouders deden niet aan pepermunt. Ik heb het over meer dan een halve eeuw geleden in Amsterdam-Noord, toen de gereformeerde kerk op de Nieuwendammerdijk nog vol zat. Nu ben ik in de kerk van de Gereformeerde Gemeente in Waarde op Zuid-Beveland, de zuidelijkste rand van de Biblebelt, zondagavond 4 mei, 18 uur. De Dodenherdenking was hier gisteravond al, vanwege de zondagsrust, maar de dominee – L. van der Kuijl (33), vader van zes kinderen – zal preken over het zesde gebod, „gij zult niet doodslaan”, en dan over de „positieve kant” ervan, ‘gij zult uw naaste liefhebben als uzelve’. Dat heeft hij me zaterdag aan de telefoon al verteld. Ja, daarin mag ik een verwijzing voelen naar wat op 4 mei herdacht wordt.

Waarde is een klein dorp, nog geen 1.500 inwoners, maar de kerk is groot en nieuw, uit 2010. De Gereformeerde Gemeente, orthodox, de Bijbel wordt letterlijk genomen, is hier hard gegroeid. Tegen zessen stroomt het gebouw vol met honderden mensen die elkaar kennen en met zachte stem begroeten. „Je was ziek, hoorde ik, fijn dat je er weer bent.” Of: „Hoe was je bijbelreis? Naar Turkije toch?” Of: „Kom je morgen koffiedrinken?”

Als de dienst begint zijn de harde houten banken tot de laatste plaats bezet. Geen zwarte kousen, sowieso weinig zwart, wel veel jonge gezinnen. Voor me zitten een vader en moeder met zes kinderen, vier jongens en twee meisjes. Het jongste meisje, heel klein nog, heeft ook een hoedje op – alle vrouwen hebben een hoed op en hun haar is lang – en zelfs zij zal anderhalf uur lang muisstil zijn. Wel mag ze halverwege de preek, die een vol uur duurt, bij haar moeder op schoot. De moeder is, hoor ik later, medisch specialist. En ja, dat ik dit vertel, zegt iets over mijn vooroordelen. Nergens telefoons, nergens afleiding.

Het kleine meisje met haar hoedje op zal ook anderhalf uur lang muisstil zijn

Er worden luidkeels psalmen gezongen, op hele noten, wat ik nog nooit gedaan heb, het is moeilijker dan ik dacht, maar je wordt er, merk ik, heel kalm van. Net als van de stem van de dominee. Zangerig, bezwerend, vermanend soms, nooit boos of bulderend. Ik geloof niet in God, nooit gedaan, of nou ja, misschien toen ik zes was, en daar zal geen verandering in komen, maar ik zal niet ontkennen hoe fijn het was om anderhalf uur lang te verkeren in een overzichtelijk en besloten universum waar er een oplossing lijkt te zijn voor Oekraïne en Gaza en welke oorlog dan ook, als we maar zouden doen wat lang geleden al is opgeschreven: de moordenaar in onszelf erkennen, onze vijanden goeddoen en jegens hen „geduld, vrede, zachtmoedigheid, barmhartigheid en alle vriendelijkheid” bewijzen.

Na de dienst ben ik bij de dominee in de pastorie en hoor ik hoe hij en zijn vrouw de preek nabespreken met hun kinderen, de oudste is vijftien. Hoe dat gaat vertel ik volgende week.

Jannetje Koelewijn, redacteur van NRC, vervangt Petra de Koning.