Column | Zalmroze ensemble

Ze zeggen vaak ‘die heeft een te grote broek aan’ als ze denken dat iemand zichzelf wellicht overschat, maar Fleur Agema (PVV), onze nieuwe minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, koos voor een ‘zalmkleurig ensemble’. Een rok van zalm en een vest van zalm en daaronder een tot aan de hals dichtgeknoopte witte blouse.

De deskundige bij Goedemorgen Nederland zei: „Goed om kleur te zien bij de dames op het bordes.”

Ze vond het „een mooi statement van Fleur” om in „een onverwacht ensemble” op het bordes te verschijnen voor de groepsfoto met de koning. Wat Fleur Agema communiceerde: ze laat zich door niemand de wet voorschrijven, ze omhelst het onverwachte: we mogen veel van haar verwachten.

Mijn moeder ging zich de laatste jaren ook steeds extravaganter kleden. Op begrafenissen van buurtbewoners verscheen ze consequent overdressed. Van top tot teen in het zwart, tot zwarte handschoenen aan toe. Ze straalde, ondanks haar toenemende onzekerheid, zelfvertrouwen uit.

De kleding gaf houvast.

Fleur Agema koos voor extravert, maar met behoud van haar kuisheid. Het was een beetje terug naar de jaren vijftig, maar ook heel erg van nu. Het verweesde stemvee werd niet op verkeerde gedachten gebracht, maar ze was geen muurbloem gisteren. Ze zei na de overdracht door haar voorganger Conny Helder: „Ik ben trots om mijn eerste stappen te zetten.”

Alsof ze als eerste vrouw op de maan ging wandelen. Eerder zei ze ook al iets als „vanaf nu rust de zorg in Nederland op mijn schouders”. Je kon die hele grote klus die op haar wacht, niet los zien van haar zalmroze ensemble, want er klopt natuurlijk geen fluit van, alles moet anders. Ze heeft jarenlang aan de zijlijn staan briesen, maar nu moet er geleverd worden. Die seventies bril staat haar ook goed, ik heb ook zo’n montuur. Het is een echte nadenkbril, ik had hem bij het schrijven van deze column ook op.

Fleur miste Geert op het bordes.

Hij had het haar schijnbaar niet verteld dat hij er niet tussen zou staan. Gelukkig is Fleur er de vrouw niet naar om te panikeren, maar ze miste hem wel. En dat deelde ze.

„Ik mis Geert.”

Dat is de Fleur die de mensen willen. Oog voor de medemens, oog ook voor de verschoppeling want het was haar heus duidelijk dat Geert niet mee mocht doen van de rest. Ze had zin in Schoof I, maar het kabinet had eigenlijk Geert I moeten heten. Verder jeukten haar handen om ‘de zorg’ aan te pakken, het zalmroze ensemble communiceerde dat we veel mogen verwachten.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.