Column | Wilders kan geen sorry zeggen, hij meent het

De sfeer zat er goed in, toen Martin Bosma zijn aanklacht in boekvorm tegen de valse, linkse elite van Nederland presenteerde in het oude gebouw van de Tweede Kamer – het instituut waarvan hij zich nu voorzitter mag noemen. Het was september 2010, en kort tevoren was een akkoord bereikt over een centrumrechts kabinet, met gedoogsteun van zijn eigen PVV.

Het riep om een feestje – en dat werd de boekpresentatie, waar ook ik rondliep, als democratische ramptoerist. De machtshonger, of pluche-geilheid, hing zwaar in de zaal, gevuld met donkerblauwe pakken en hoogblonde kuiven. PVV-leider Wilders, nooit helemaal op zijn gemak in Bosma’s buurt, hield een plichtmatig praatje. Bosma zelf trok al wat meer registers Spengler open, maar vol op het orgel ging de sympathiserende arabist Hans Jansen. Hij meende dat met het gedoogakkoord „D-Day” was bereikt in de strijd tegen de islam, al zouden wellicht nog „rivieren van bloed” stromen – een verwijzing naar een beruchte anti-immigratietoespraak van de Britse racist Enoch Powell.

Bij die woeste woorden veerde ik op en begon een kort, feitelijk bericht te tikken (er zaten tenslotte twee handenvol collega’s in de zaal). Het haalde de site nrc.nl, niet de papieren krant, en verdween daarna spoorloos in de digitale mist. Het stukje ambachtelijke vlijt (‘Rivieren van bloed’) is nog wel op te vissen bij een van de vele bloggers die destijds het web bevolkten, met het commentaar dat NRC kennelijk „van de ene in de andere verbazing” was gevallen.

De herinnering kwam terug, nu de radicaal-rechtse euforie opnieuw om zich heen grijpt en parlementariërs als onmachtige kleuters in de rij stonden achter de interruptiemicrofoon om een bullebak te vragen „sorry” te zeggen. Bijna een parodie op de excuuscultuur; alsof je sorry kunt zeggen voor je gietijzeren wereldbeeld van volk en volksverraders. Onbedoelde winst: iedereen, inclusief de beoogde coalitiepartners, weet nu waar hij aan toe is.

Op dat feestje in 2010 raakten de besprenkelde gemoederen allengs verhit: macht in zicht! De arabist beende boos weg toen ik hem een toelichting wilde vragen. Gelukkig was een oudere, sierlijk besnorde heer bereid me alsnog uit te leggen hoe het zat met die moslims. Net als ooit met de Noord-Koreanen, zei hij: ze zijn met te veel om tegen te houden (hij drukte zich nog iets meer in loopgraaftermen uit). Was maar een grapje hoor, lichtte zijn echtgenote vriendelijk toe.

Toen de bierpomp was dichtgedraaid, eindigden de festiviteiten in stijl, met een knokpartij op het Plein. Een PVV-Kamerlid deelde een (niet-vloeibare) kopstoot uit aan een ambtenaar. Geen rivier van bloed, maar toch. Het zaakje werd geschikt, maar ook toen was sorry zeggen er al niet bij.

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een -column.



Leeslijst