Column | Weg met Oeroeg

Deze week zat ik op het terras met B. en L. die alweer jaren docent Nederlands zijn. Ze genoten van hun laatste nakijkvrije weken, maar hadden ook wel weer zin om te beginnen. Voor B. start het schooljaar zelfs iets eerder aangezien hij op 15 augustus een aantal leerlingen meeneemt naar de Nationale Herdenking van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.

„Leuk”, zei L., „al vraag ik me wel af wanneer er eens een herdenking van de Nederlandse bezetting van Nederlands-Indië komt.”

„Daar gaan we via een boek aandacht aan besteden”, zei B. trots.

Het boek bleek Oeroeg.

„Vind je het niet problematisch”, begon L., „dat je de koloniale periode gaat bespreken aan de hand van een witte schrijver?”

B. haperde dat je toch ergens moest beginnen, waarop L. „Weg met Oeroeg!” riep.

De rest van de dag bleef ik daaraan denken, wat ook kwam omdat ik onlangs Zwerfpost heb herlezen, de geweldige essaybundel van Alfred Birney. Birney heeft de afgelopen decennia zo ongeveer elke roman uit én over de koloniale periode verslonden en concludeert naar aanleiding daarvan dat boeken van Indo’s meestal een genuanceerder beeld geven van de toenmalige gemengde samenleving. Birney noemt Oeroeg dan ook een „tuttig eurocentrisch romannetje” en is van mening dat leerlingen eigenlijk het meesterwerk Winarta (1953), van de Indonesische schrijver Basuki Gunawan, moeten openslaan. Deze novelle is net zo dun als Oeroeg en gaat eveneens over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog maar is meeslepender, genuanceerder én geschreven vanuit een Indonesisch perspectief.

En dat laatste is nodig. Ik bezoek jaarlijks tientallen middelbare scholen, en telkens als ik vraag met welke boeken zij het Indische verleden van ons land willen behandelen, komt men altijd weer aanzetten met Haasse, Multatuli of Couperus. Interessante auteurs, maar ook witte auteurs. En dat terwijl er nog zoveel meer is. In Zwerfpost raadt Birney bijvoorbeeld De diepe stroomingen (1910) van de Indo-Europese auteur J.E. Jasper aan als aanvulling op De Stille Kracht. En prijst hij Victor Ido’s In vreemde sferen (1905) als Indo-Europese reactie op P.A. Daums Goena Goena.

Eigenlijk zou je aan elke docent Nederlands (en overigens ook geschiedenis) Zwerfpost cadeau willen doen. Niet alleen vanwege de talrijke literaire aanbevelingen, maar ook omdat Birney continue het belang van lezen onderstreept. Op een zeker moment schrijft hij: ‘Geschiedenis doet ertoe, de werkelijkheid doet ertoe. Lezen doet ertoe, want het leven doet ertoe.’ Om daaraan toe te voegen: ‘Besef van de werkelijkheid begint met een vermoeden. Breder lezen, breder leven vergroot de ruimte voor deze vermoedens.’

Als dat geen reden is om de leeslijst te verbreden, weet ik het ook niet meer.

Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.