Column | Wat Wilders met Europa wil

Op de dag dat de PVV in Nederland de grootste werd, werd bekend dat Geert Wilders’ grote geestverwant in Europa, Viktor Orbán, in Brussel allerlei troefkaarten aan het uitspelen is. De Europese Commissie weigert hem ruim 30 miljard aan Europese subsidies uit te betalen, omdat hij de rechtsstaat in Hongarije om zeep heeft geholpen en weinig doet om de endemische corruptie te bestrijden. Nu neemt Orbán wraak. In december zouden de Europese regeringsleiders moeten besluiten of ze wel of niet toetredingsonderhandelingen met Oekraïne beginnen. Dit blokkeert Orbán nu. Hij blokkeert ook Europese financiële en militaire hulp aan Oekraïne – 50 miljard euro voor de komende jaren, plus gezamenlijke wapeninkopen via de EU. En ten slotte heeft hij de goegemeente te verstaan gegeven dat hij, als hij zijn miljarden niet krijgt, zijn veto zal uitspreken over de herbenoeming van Ursula von der Leyen als voorzitter van de Europese Commissie volgend jaar.

Om te bewijzen dat hij het meent, heeft hij zijn land laten volhangen met posters waarop Von der Leyen staat afgebeeld met Alex Soros – de-zoon-van – met daarop de tekst: „Laten we niet naar hun pijpen dansen”.

Wie zich afvraagt wat Wilders met Europa wil: dit. Precies dit. Geen exits meer. En ook geen referenda over exits, maar misschien alleen over delen van het Europese beleid – zoals de vooringenomen, niet-bindende ‘vragen’ over Europese immigratie die Orbán naar Hongaarse huishoudens stuurt. Net als andere extreemrechtse politici in Europa heeft Wilders allang ontdekt dat landjes die alleen staan in deze turbulente wereld waarin brute macht domineert, nog vóór het ontbijt rauw worden gegeten. Het is geen toeval dat Noorwegen en Zwitserland meer toenadering zoeken tot de EU. En dat de wachtkamer vol zit met kandidaatlanden. Een groot blok geeft protectie.

Nu zien nationalisten: je hebt eigenlijk meer soevereiniteit als je in de EU blijft

Zelfs het Verenigd Koninkrijk heeft sinds Brexit internationaal veel invloed verloren. Het slaagt er absoluut niet in zijn vleugels uit te slaan. De economie kreeg een beuk, immigratie is verdubbeld, hedgefondsen peuzelen iedereen op, handelsverdragen met derde landen zijn slechter dan de verdragen die het VK via de EU had. ‘Taking back control’ is, zoals oud-premier John Major opmerkte, meer van toepassing op Europa dan op het VK.

Vroeger was het mantra van de nationalisten altijd: je raakt soevereiniteit kwijt door de Europese Unie, weg dus met de Europese Unie. Nu zien ze: je hebt eigenlijk meer soevereiniteit als je erín blijft. Dan profiteer je van de Europese interne markt en andere goodies die Europa biedt, zoals een Eurocommissaris die Microsoft namens 27 landen op de bon slingert. Bovendien kun je jezelf enorm opblazen door op gezette tijden met veto’s te zwaaien. Je kunt ook je deuren openen voor Russen en Chinezen die poot aan de grond willen in Europa om het van binnenuit te verzwakken. Op die manier heb je iedereen, laten we het maar even recht voor zijn raap zeggen, bij de ballen. Zelfs het Bundeskanzleramt en het Elysée moeten aandacht aan je besteden. Het EU-lidmaatschap geeft je, kortom, leverage: een instrument om jezelf groter te maken dan je anders ooit zou zijn. Een prominentie, een soevereiniteit, die je in je eentje niet hebt.

Dit is het cynische Europa waar mensen als Orbán, Marine Le Pen, Matteo Salvini of Herbert Kickl aan werken. Volgend weekend stemmen ze hun violen weer, in Florence. Wilders is van harte welkom. Woensdag hield Orbán in Zürich een toespraak voor het aartsconservatieve blad Weltwoche. Hij zei dat hij de EU niet wilde verlaten, „omdat EU-besluiten jou als Europees land nog altijd aangaan”. En dat hij daarom blijft, om Europa van binnenuit te veranderen. „Hongarije is geen zwart schaap, maar de eerste zwaluw. We wachten op anderen.”

Voilà, dit is wat zíj met Europa willen. Aan al diegenen die dit niet willen: help ze de volgende keer niet weer aan de macht.