Column | Wat komt er na het noodrechtdebacle?

Moet de rechtspraak zich verweren tegen de aantasting van de rechtsstaat? En zo ja, wanneer is dat precies aan de hand en welke vorm moet dat verweer krijgen? Of werkt de rechtspraak ‘gewoon’ door, terwijl intussen de (rechtse) politiek de rechtsstaat verder aantast? Oké, de druk lijkt van de ketel nu de machtsgreep van de PVV naar het noodrecht is mislukt. De smoes van een ‘gevoelde crisis’ heeft het terecht afgelegd tegen de rechtsstatelijke eis van een ‘dragende motivering’. De juridische criteria voor het tijdelijk buitenspel mogen zetten van de Staten Generaal zijn overeind gebleven, nog wel. Die luiden, samengevat: een acute, ernstige bedreiging van een ‘vitaal belang’ waarvoor normale wettelijke middelen ontoereikend zijn. En wel tijdens een crisis die voor iedereen onmiddellijk herkenbaar is.

Die ‘gevoelde asielcrisis’ bleek dus een doorsnee prioriteit die met ‘gewone’ spoed kon worden afgehandeld. Wat nu dan ook gebeurt, na maanden ophef, kletskoek en pseudo-machtsvertoon door minister Faber (PVV). De rechtsstaat overleefde deze operette-aanslag. Maar het is nu wachten op de volgende poging.

Wanneer de acute fase van die rechtsstatelijke crisis dan precies aanbreekt is een vraag die leeft in de trias politica – men voelt breed nattigheid. Ik merkte het eerder bij rechters in het oosten van het land die er een tweedagse opleiding mee afsloten. Deze week zit ik bij een gerechtsvergadering in de Randstad, ook over dit thema. De jaarlijkse vergadering van de ‘Praktizijns-Sociëteit’, van Amsterdamse advocaten behandelde vorige week de ‘staat van de rechtsstaat’ en de ‘fundamenten van de democratie’. En ik heb nog een uitnodiging voor een advocatentreffen over de rechtsstaat. ‘Is het tij nog te keren’ is de centrale vraag. Rechtspraak en rechtsstaat in radicaal rechtse tijden, hoe hoog zal de vloed komen en welke keuzes zijn er dan. Wie luidt dan de bel? Donkere tijden keren terug, dat is waar het nu over gaat.

Wordt het voor rechters en advocaten weer ‘wegkijken en doorwerken’, zoals tijdens de Duitse bezetting? Toen ‘erger voorkomen’ en ‘meeveren’ het excuus was. Eén negatief precedent uit die tijd doet nog steeds pijn. Het ontslag door de bezetter van Lodewijk Visser, de Joodse president van de Hoge Raad in november 1940. Alle raadsheren zwegen toen. Daarmee was de hoogste rechter in één keer z’n gezag kwijt, wat vervolgens nog decennia kostte om onder ogen te zien. Daar stond één positief precedent tegenover. In 1943 hield het Hof Leeuwarden een verdachte uit de wind met een opzettelijk lichte straf ‘om des gewetens wille’. En wel omdat de omstandigheden in Kamp Erica in Ommen ‘in strijd met de menselijkheid’ werden gevonden. Die rechters werden door de bezetter ontslagen.

Wanneer gaat het bij de Rechtspraak nu jeuken? Als het rechtse kabinet na de Macabi-rellen Nederlandse verdachten met een dubbel paspoort voortaan ‘denaturaliseert’ bij soortgelijke incidenten? En wel omdat het 2,5 miljoen Nederlanders met een migratie-achtergrond als ‘niet geintegreerd’ wenst te beschouwen en dus artikel 1 van de grondwet negeert? Of wanneer het kabinet, pak ‘m beet, senator Gom van Strien als Nationale Ombudsman benoemt, minister Marjolein Faber doorschuift naar de Raad van State als vice-president, Kamerlid Dion Graus NPO-voorzitter maakt en Kamerlid Gideon Markuszower voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak? Die dan prompt de pensioenleeftijd van ‘al die D66-rechters’ omlaag brengt, net als in Polen, zodat er ruimte komt voor rechters die wél betrouwbaar zijn? Waarna er tuchtrechtspraak wordt ingevoerd, vooral voor die rechters die al die ongewenste Europese regels toepassen?

Poolse rechters waren destijds (ook) niet voorbereid maar veroorzaakten wel snel publicitaire ophef, demonstreerden op straat en smeedden internationale coalities. Ze gingen vervolgens permanent op campagne ‘voor’ rechterlijke onafhankelijkheid, op markten, scholen en bij popfestivals.

Politieke actie dus, in combinatie met publiek lobbyen. Zie ik dat ‘onze’ toga’s ook doen? Van hen kennen we alleen acties in de vorm van papieren ‘manifesten’, meestal gericht tegen bezuinigingen, centralisatie, IT-projecten, uitkleden van de sociale rechtshulp of de samenvoeging van rechtbanken. Ik hoop maar dat onze magistraten achter de schermen alvast hun knopen tellen, bondgenoten zoeken, scenario’s bedenken, acties verzinnen en hun planning en organisatie op orde brengen. Voor als het misloopt.

Folkert Jensma is jurist en journalist en schrijft om de week op maandag.