Bedachtzaam kijken ze me aan, de mummie-portretten in het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Tijdloos, zonder oordeel. De dikke zwarte wimpers doen me aan die van mijn dochters denken (veel mascara is in), de vlassige snorretjes van de jongemannen aan de jongens op het plein om de hoek. „Heden en verleden zijn verweven”, beaamt de tentoonstellingstekst.
Onbewust kringelt de Derde symfonie van Mahler mijn gedachten in. En ik weet: vaak zegt dat mij iets, zo’n muzikale associatie. „De hele natuur heeft daarin een stem en vertelt iets dat diep geheim is – en dat je alleen soms in je de dromen voorvoelt”, schreef Mahler in een brief. Hij gaf de delen van de symfonie werktitels – die later weer werden afgevoerd als de steigers voor een afgebouwd huis. ‘Wat de bloemen in de wei mij vertellen’, was zo’n titel. En wat de dieren in het woud vertellen, en de mensen, en de engelen, en de liefde natuurlijk.
Maar wat vertellen mij dan de mummies?
Dat kunst je een reiziger laat zijn. Door tijden, culturen, gedachtewerelden. Als je eigen wereld je even niet bevalt of verveelt of zelfs beangstigt, zijn er altijd andere tijden en culturen en hoofden om in rond te dwalen. Zo start ik het grijze nieuwe jaar jolig met de sappige kleurenfilmversie (1972) van Strauss’ operette Die Fledermaus uit 1874 en neem me voor wat one-liners uit het libretto uit mijn hoofd te leren. „Glücklich ist / wer vergisst / was nicht mehr zu ändern ist.”
Hmm, ja, zou het? Terwijl op het Hilversumse landgoed De Zwaluwenberg de politieke toekomst contour krijgt, ontwaakt ook de zorg voor de toekomst van cultuur. Hoe bescherm je kunst tegen bezuinigingen? Onderstreep je de maatschappelijke waarde? Hamer je op de omvang van het beroepsveld, op de bijdrage aan het Bruto Nationaal Product (ca. 3,5 procent) of het maatschappelijk draagvlak, zoals genoemd door het Sociaal Cultureel Planbureau?
Dat berekende recent dat de overgrote meerderheid van de bevolking – circa 85 procent – „tamelijk of sterk in een of meer kunstvormen geïnteresseerd is”. Het meest in film (bijna twee derde), popmuziek (ruim de helft) en cabaret (een derde). Van de ‘hoge’ of gecanoniseerde kunstvormen (klassieke muziek, moderne dans, klassiek ballet en toneel) is klassieke muziek het meest geliefd (een vijfde).
Het zijn geruststellende cijfers. Maar toen de NRC-cultuurredactie de hoogtepunten van komend half jaar besprak, is het Bruto Nationaal Product niet ter sprake gekomen.
De jonge talenten, concerten, voorstellingen, films en exposities die we hier tippen, kozen we omdat we verwachten dat ze deuren openen, perspectieven verbreden, gesprekken aanzwengelen of sluizen openzetten naar al die emoties – ergernis, ontroering, verwondering – waaraan je tussen je werken, zorgen, slapen en de rest even niet was toegekomen.
Dat was wat de mummies mij vertelden. Wij wensen u een rijk cultuurjaar.
Ahmed Aboutaleb, de burgemeester van Rotterdam, vertrekt na ruim vijftien jaar. En dat gaat niet met stille trom. Onlangs was er een groot afscheidsfeest voor ‘alle Rotterdammers’ in een zonnig Rotterdams park waar de burgemeester door honderden enthousiaste Rotterdammers werd bedankt. Er zijn verschillende andere festiviteiten, er komt een boek van AD-journalist Peter Groenendijk. En een tentoonstelling.
Die tentoonstelling, Aboutaleb: burgemeester/ burgervader met foto’s van fotograaf Salih Kiliç is te zien in de Rotterdamse Kunsthal. Kiliç volgde Aboutaleb vanaf 2018 tot het uitbreken van de coronapandemie tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden – net als Pete Souza, de fotograaf die Barack Obama tijdens zijn presidentschap volgde en erin slaagde om de bijzondere momenten vast te leggen.
Kiliç lukt dat ook. Als je zo lang met iemand meeloopt, word je vergeten door je onderwerp, lijkt het. Hij fotografeert Aboutaleb tijdens zijn talloze interacties met Rotterdammers: in een ‘Huis van de Wijk’ in gesprek met jongeren en jeugdwerkers over etnisch profileren. Bij het ontsteken van de kerstverlichting voor het stadhuis. Tijdens een naturalisatie ceremonie waarbij een ‘nieuwe’ Nederlander wordt verwelkomd en een Nederlands paspoort krijgt na het behalen van de inburgeringdiploma’s. Tijdens een signeersessie voor zijn poëziebloemlezing Lees!
We zien op de tentoonstelling een man die met gezag zijn rol als burgervader invult; gedegen, hardwerkend en betrokken. Een man die gewend is geraakt aan zijn populariteit. Hij werd in 2021 uitgeroepen tot ‘beste burgemeester van de wereld’ door de internationale denktank City Mayors Foundation die hem „een van de langst dienende en meest gerespecteerde burgemeesters van Europa” noemde. Het tijdschrift Binnenlands Bestuur riep hem al drie keer uit tot beste lokale bestuurder. En toen RTV Rijnmond na twee termijnen een peiling onder zesduizend Rotterdammers hield, bleek dat zo’n tachtig procent een derde ambtstermijn.
Aboutaleb is niet alleen maar geliefd. Met name jongere Rotterdammers met een migratieachtergrond hadden kritiek op zijn, in hun ogen, harde opstelling in het integratiedebat. Zijn legendarisch woorden bijvoorbeeld na de aanslag op Charlie Hebdo – “als je het niet ziet zitten dat humoristen een krantjemaken, ja… mag ik het dan zo zeggen: Rot toch op!” – vielen niet bij iedereen goed. Het zou het wij-zij denken versterken. En de meeste Rotterdammers zijn het inmiddels vergeten, maar in het begin van zijn burgemeesterschap werd er door een deel van hen nog wantrouwig naar Aboutaleb gekeken. Hij was formeel en tamelijk kleurloos.
Dat zien we niet op de tentoonstelling. Iets anders dat we niet op de foto’s zien, is zijn gezin. Aboutaleb heeft zijn privéleven, hij heeft drie dochters en een zoon, altijd buiten de publiciteit gehouden. Daarom is de foto die Kiliç van hem en zijn dochter tijdens de vuurwerkshow op de Erasmusbrug maakte bijzonder. Toch een blik op een kant van Aboutaleb die we minder goed kennen. Die van vader. Hij is overigens ook opa. Misschien zien Rotterdammers hem binnenkort wel met een van zijn kleinkinderen in een Rotterdamse speeltuin.
Dat de Europese Unie naar rechts afslaat, is op basis van de peilingen waarschijnlijk. Maar hoe radicaal gaat die bocht eruit zien? In tal van EU-landen staan radicaal-rechtse partijen op winst. Dat die peilingen ook kunnen leiden tot een grote overwinning, toont het voorbeeld waarnaar in veel EU-lidstaten nu wordt gekeken: de PVV-winst in Nederland.
Centrumpartijen vrezen voor de gevolgen van zo’n rechts-radicale ‘golf’. Bijvoorbeeld omdat de steun voor Oekraïne bij veel van deze partijen niet vanzelfsprekend is. Maar ook omdat ze klimaatbeleid zeggen te willen blokkeren of vormen van Europese samenwerking willen stopzetten of hinderen – bijvoorbeeld die op het gebied van defensie.
Ook niet onbelangrijk: deze partijen maken in het Europees Parlement geen doortastende indruk. Veel Europarlementariërs klagen al jaren dat hun rechts-radicale collega’s nooit komen opdagen en zich onttrekken aan onderhandelingen. Daarmee vrezen sommigen ook een verlamming van het Europarlement als de rechts-radicale flank fors groeit.
Ruslands oorlog in Oekraïne
Er woedt een verwoestende oorlog op het Europese continent en die werpt ook een schaduw op de verkiezingen. Vooral omdat in veel (oostelijke) EU-landen de Russische dreiging heel direct gevoeld wordt en de vrees groeit dat zij Poetins volgende prooi kunnen worden.
De oorlog, klinkt het bij veel politici, heeft de inzet verhoogd: houdt Europa de rijen gesloten, blijft de meerderheid die Oekraïne volmondig steunt in stand, of winnen partijen die de EU willen ‘ondermijnen’ of Poetin zelfs steunen?
Lees ook De NRC-serie In de schaduw van Poetin: ‘We leven niet in een naoorlogs tijdperk, maar in een vooroorlogse periode’
De voortwoekerende oorlog beïnvloedt ook de thema’s waar het om gaat. Het versterken van de Europese defensie is nu misschien wel het belangrijkste verkiezingsonderwerp, terwijl de hogere energieprijzen als gevolg van de oorlog ervoor zorgen dat ook economie aan belang heeft gewonnen. Dat gaat in de ogen van veel partijen ten koste van ambitieus klimaatbeleid – vijf jaar geleden nog een van de belangrijkste thema’s.
Een nieuwe termijn voor Trump?
Grapje in The Economist vorig jaar, bij een vergelijking tussen de Europese verkiezingen en Amerikaanse presidentsverkiezingen: ,,Eén van deze verkiezingen zal enorme gevolgen hebben voor Europa en mogelijk het hele politieke landschap hervormen. Tijdens de andere zullen de leden van het Europees Parlement worden gekozen.”
Grappig of niet: de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen zal grote invloed hebben op Europa. De dreiging van een mogelijke nieuwe termijn van Donald Trump wordt nu al gevoeld. In de campagne versterkt het de roep om méér te investeren in defensie, maar ook om als Europa na te denken over het versterken van de eigen autonomie – bijvoorbeeld met betrekking tot cruciale grondstoffen en technologie.
De (echt) grote thema’s
Klimaat: hoeveel vergroening?
Het was de afgelopen vijf jaar het centrale thema in Brussel: de Green Deal, een grootschalig wettenpakket rond het terugdringen van CO2-uitstoot, het verbeteren van biodiversiteit en het stimuleren van circulariteit (met afval nieuwe grondstoffen maken). Maar terwijl de steun voor dat programma aanvankelijk weinig omstreden was, groeide afgelopen jaar verzet – vooral tegen de onderdelen die gaan over natuur en biodiversiteit, en die daarmee de landbouw raken.
Lees ook Onder druk van de Europese verkiezingen wordt het beleid minder groen
Deze verkiezingen gaan daarom ook over de vraag: wat wordt de toekomst van de Green Deal? Groene en linkse partijen vinden dat de EU nu door moet pakken, met bijvoorbeeld de vergroening van de landbouw. Aan de andere kant staan rechtsere partijen, waaronder de christen-democraten, die pleiten voor pragmatisme, zoals: geen harde normen voor de landbouw en geen taboe op het (deels) terugdraaien van beleid. Rechts-radicale partijen willen helemaal af van klimaatbeleid.
Door de felle discussies over klimaat, maar ook door de geopolitieke spanningen en de opkomst van radicaal-rechts lijken deze verkiezingen op meer belangstelling te kunnen rekenen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de stembereidheid voorafgaand aan de verkiezingen. Die is gemiddeld genomen groter dan in 2019.
Defensie: hoeveel Europese samenwerking?
Vijf jaar geleden was het nog een marginaal thema, maar nu is er haast geen partij die er niet voor pleit: méér Europees defensiebeleid – en snel een beetje. De Russische inval in Oekraïne heeft EU-landen ervan doordrongen dat ze hun legers en defensie-industrie versneld moeten versterken en dat Europese samenwerking daarbij cruciaal is.
Het betekent dat veel partijen nu pleiten voor een Eurocommissaris voor Defensie, hoewel dat volgens de EU-verdragen nog niet zo eenvoudig is – officieel gaat de baas van de EU-diplomatie (de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken) al over defensie. De verdragen verbieden het ook dat er zomaar geld uit de EU-begroting in defensie wordt gestoken.
Lees ook De wereld gaf nog nooit zoveel uit aan wapens
Wat wel kan: meer industriebeleid. Speciale, nieuwe geldpotjes inzetten om wapens aan te kopen of te ontwikkelen. Sommige partijen willen dat de EU voor het versterken van die defensie-industrie ook nieuwe gezamenlijke leningen aangaat. Ook moet Brussel volgens veel partijen een grotere rol krijgen bij het coördineren van de verschillende legers in Europa. Moet Europa daarnaast ook meer zelf inzetbare troepen krijgen? In Nederland zien veel partijen zo’n ‘Europees leger’ niet zitten.
Migratie: hoeveel mensenrechten?
Op de valreep bereikte de EU onlangs een moeizaam bevochten akkoord over het migratiebeleid. Het moet leiden tot de aankomst van minder migranten en een eerlijke verdeling van vluchtelingen over het Europese continent. Dat akkoord betekent niet dat het thema migratie nu verdwijnt: in tal van EU-lidstaten staat het nog steeds bovenaan de lijst van campagne-onderwerpen.
In 2023 vroegen circa 1,3 miljoen mensen asiel aan in de EU: het hoogste aantal in zeven jaar. Sinds begin 2022 vangen veel EU-landen, vooral in Oost-Europa, ook grote aantallen Oekraïense vluchtelingen op. In veel EU-landen groeit een anti-immigratiestemming. Ondertussen nemen de geopolitieke spanningen rond Europa, bijvoorbeeld in het Midden-Oosten, alleen maar toe – met mogelijke gevolgen voor het aantal mensen dat naar Europa wil komen.
Lees ook NRC vindt: stop met het voeren van een schijndiscussie over migratie
Rechtse partijen willen nieuwe deals met bijvoorbeeld Noord-Afrikaanse landen over het tegenhouden van migranten, naar voorbeeld van de omstreden deal die de EU vorig jaar met Tunesië sloot. Maar bijvoorbeeld de Europese christen-democraten bepleiten ook het onderzoeken van de mogelijkheid van een soort Europese ‘Rwanda-deal’: het plan waarmee het Verenigde Koninkrijk migranten naar Rwanda wil verplaatsen om ze daar op te vangen.
Rechts-radicale partijen willen nog veel verder gaan en helemaal af van vluchtelingenverdragen en migrantenrechten. Ter linkerzijde proberen onder meer de Groenen het belang van mensenrechten te benadrukken en blijven zij pleiten tegen een nog hardere migratiepolitiek.
Europese economie: hoeveel slagkracht?
Echt ziek is de Europese economie niet. Flink kwakkelen, dat doet ze al wel een tijdje – en zeker sinds de door de Russische inval in Oekraïne in gang gezette energiecrisis. Zorgelijker nog: de vooruitzichten zijn niet al te best. Als het gaat om innovatie en investeringen lijken de Verenigde Staten en China het veel beter te doen dan Europa.
Het is op de achtergrond misschien wel het thema dat Brussel het meest beheerst: hoe krikken we de concurrentiekracht van de EU weer op? Makkelijk is de opgave niet. Bijvoorbeeld omdat de Europese industrie naar verwachting blijvend te maken krijgt met fors hogere energieprijzen dan elders. Of omdat de interne markt nog altijd te versnipperd is om de EU écht tot één soepel draaiende machine te maken.
Maar vooral omdat de factor geld in Europa veel ingewikkelder ligt dan in grootmachten China en de VS. De afgelopen jaren pompten grote EU-lidstaten flink geld in bedrijven om de concurrentie aan te kunnen met de staatssteun die de VS en China bieden. Maar de wrevel daarover in andere EU-landen groeit.
Het voedt bij sommige partijen en lidstaten de roep om een nieuwe discussie over gezamenlijke EU-investeringen, mogelijk gefinancierd met gemeenschappelijke schulden. Alleen al van die suggestie krijgen ze in Den Haag en Berlijn een hartverzakking. Maar de discussie gaat Europa de komende jaren zonder twijfel beheersen.
Uitbreiding en rechtsstaat: hoeveel landen?
Lange tijd zat de deur van de Europese Unie stevig op slot. Maar sinds de oorlog in Oekraïne en de toegenomen Russische dreiging staat ‘uitbreiding’ als onderwerp weer bovenaan de Europese agenda. De afgelopen twee jaar werden onder meer Oekraïne, Moldavië en Georgië in recordtempo gepromoveerd tot kandidaat-lidstaat en de komende jaren wachten ingewikkelde onderhandelingen.
Lees ook NRC legt uit: nieuwkomers zullen de Europese Unie opschudden
Dat de EU de komende vijf jaar al zal uitbreiden is niet waarschijnlijk – daarvoor zijn kandidaat-lidstaten onvoldoende vergevorderd. Maar ondertussen moet de EU zich wel zelf voorbereiden op een mogelijk grotere kring landen. Wat betekent dat voor de huidige manier van besluitvorming, of voor de verdeling van het geld?
Daarbij komt dat de afgelopen jaren de zorgen over de afbrokkeling van de rechtsstaat in sommige EU-landen alleen maar zijn toegenomen: in de eerste plaats Hongarije, waar volgens veel analisten nauwelijks nog sprake is van een open democratie. Kennelijk lukt het de EU slecht om lidstaten bij de les te houden: zal dat met nieuwe lidstaten met korte democratische tradities veel beter gaan?
Hoe werkt het eigenlijk?
Op wie kun je stemmen?
Elke Europeaan kiest Europarlementariërs uit zijn eigen land. De lijsten van Nederlandse partijen worden aangevoerd door een keur aan ervaren Europarlementariërs, Brusselse oudgedienden, politieke insiders, een gerechtsdeurwaarder en opvallend veel mannen. Afgezien van DENK doen alle partijen uit de Tweede Kamer mee aan de verkiezingen.
Het Europees Parlement is het enige EU-orgaan dat rechtstreeks wordt gekozen. Meer Europeanen zijn van plan te gaan stemmen dan bij de voorgaande verkiezingen, aldus de jongste Eurobarometer. Voor het eerst mogen in Duitsland, België, Oostenrijk en Malta ook 16- en 17-jarigen stemmen, in Griekenland is de grens verlaagd naar 17-jarigen.
Lees ook NRC zet ze op een rijtje: de Nederlandse lijsttrekkers van de partijen die op 6 juni meedoen aan de Europese verkiezingen
Voor een plek in het Europarlement geldt in Nederland geen formele kiesdrempel. Vijftien lidstaten hanteren die wel, variërend tussen 1,8 en 5 procent. Eén zetel in het Europees Parlement vertegenwoordigt evenveel Nederlanders als bijna vijf zetels in de Tweede Kamer.
In het verleden is wel eens geprobeerd de verkiezingen over de landsgrenzen te trekken, zodat een Nederlander op een Bulgaar zou kunnen stemmen, of andersom. In 2022 sneuvelde een wetsvoorstel voor het invoeren van transnationale kieslijsten door verzet van de lidstaten. De Franse president Emmanuel Macron is een voorvechter van het concept, maar het merendeel van de landen ziet het niet zitten, waaronder ook Nederland.
Hoeveel invloed heeft Nederland in de EU?
Toen het Verenigd Koninkrijk in 2016 besloot de EU te verlaten, viel voor Nederland een belangrijke ‘grote broer’ weg en werd het gedwongen meer voor zichzelf op te komen. Den Haag maakte van die nood ook een deugd, door een nieuwe positie in te nemen als een soort spelverdeler tussen grootmachten Duitsland en Frankrijk.
Daarin slaagde het relatief goed – vriend en vijand zijn het erover eens dat de invloed van Nederland in de EU de afgelopen jaren is gegroeid. Waar Nederland voorheen nog wel eens werd gezien als een botte dwarsligger, staat het nu eerder bekend als constructieve verbinder.
Cruciaal bij de groeiende invloed van Nederland was premier Mark Rutte. Van een schijnbaar ongeïnteresseerde euroscepticus ontwikkelde hij zich de afgelopen jaren tot een graag geziene, gezaghebbende senior aan de Europese onderhandelingstafel. Het betekende dat Rutte in de Europese pikorde mee kon doen met de leiders van grote landen.
Lees ook Rutte telt in het buitenland mee – tot nu toe
Wie zijn opvolger als premier ook wordt, zij of hij zal die positie hoe dan ook verliezen – ervaring telt zwaar in Brussel. Daarbij komt dat van de partijen die nu onderhandelen over een nieuw kabinet een veel eurosceptischer geluid klinkt dan van de vorige coalities. De kans dat Nederland de komende jaren de ‘constructieve teamspeler’ blijft die ze afgelopen jaren was, lijkt klein.
En de invloed van Europarlementariërs?
De Europese Unie kent drie wetgevende machten:
Het Europees Parlement. Mag geen wetsvoorstellen doen, maar kan wel richting geven aan het wetgevende proces
De Europese Commissie. Doet wetsvoorstellen en houdt in de gaten of Europese afspraken en regels worden nageleefd
De lidstaten, georganiseerd in de Raad van de Europese Unie (ministers) en de Europese Raad (regeringsleiders)
Dat trio moet het ook elk jaar eens worden over de Europese begroting.
Europarlementariërs kunnen, anders dan bijvoorbeeld Kamerleden, zelf geen wetsvoorstellen doen, maar ze kunnen er wel over onderhandelen en zo invloed uitoefenen. De Europese Commissie doet wél wetsvoorstellen. Voor elk EU-land is er één Eurocommissaris, ze zijn een soort ministers met elk een portefeuille.
In onderhandelingen voeren de lidstaten vaak de boventoon, maar zonder medewerking van het Europarlement komen ze in de meeste gevallen niet ver. De snelste weg naar invloed is het rapporteurschap. De rapporteur voert namens het Europees Parlement de onderhandelingen over nieuwe wetsvoorstellen en moet een koers zien op te stellen waar een meerderheid zich in kan vinden.
Zo voerde PvdA-Europarlementariër Lara Wolters het woord op de wet maatschappelijk verantwoord ondernemen, Bas Eickhout (GroenLinks) over superbroeikasgassen (F-gassen) en rapporteerde CDA’er Tom Berendsen over het Europese industriebeleid.
Wat de Europarlementariërs niet kunnen: Eurocommissarissen naar huis sturen. Iets als een motie van afkeuring, zoals Kamerleden kunnen indienen als ze geen vertrouwen meer hebben in een minister – dat bestaat in het EP niet. Wel kunnen ze de héle Commissie naar huis sturen, al is dat nog nooit gebeurd.
Nieuwe wetten die op Europees niveau worden gemaakt, komen in twee vormen: de richtlijn en de verordening. Die laatste vorm is een precies geformuleerde wet die meteen voor de hele EU geldt, zoals bijvoorbeeld de regels voor data-roaming. Een richtlijn daarentegen moet in elke lidstaat eerst nog worden omgezet in en aangepast aan nationale wetgeving. Daar zijn deadlines voor, maar die worden vaak overschreden.
De politieke smaken in het Europees Parlement
Het Europees Parlement telt zeven fracties. Dat zijn grote vleugels waaronder veel verschillen schuilgaan. Aansluiting bij een fractie betekent in de praktijk meer financiële slagkracht en meer invloed.
Politici die in hun thuisland soms tegenover elkaar staan, zitten in Brussel bij elkaar in de bankjes. In de liberale fractie Renew werken D66 en VVD samen. VVD-lijsttrekker Malik Azmani zag zijn kans op een toppositie binnen die fractie verdampen, omdat zijn partij in Nederland met de PVV onderhandelt over een kabinet. Een samenwerking waar de Europese liberalen zich ongemakkelijk over voelen.
De grootste en meest invloedrijke fractie, de Europese Volkspartij (EVP), huisvest straks alle christen-democratische vertakkingen uit Nederland: CDA, BBB en NSC en de ChristenUnie. Het is de partij van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, geleid door de onopvallende maar machtige Manfred Weber, de afgelopen jaren aanvoerder van het verzet tegen groene wetgeving.
Lees ook In Europa ligt de PvdA dichter bij D66 dan bij GroenLinks
Ondanks de gedeelde lijst waarmee ze de verkiezingen ingaan kiezen GroenLinks en de PvdA er voor om elk bij hun eigen Europese fractie te blijven. De PvdA, met zeven zetels de Nederlandse winnaar van de vorige Europese verkiezingen, valt onder de sociaal-democraten. Dat is na de EVP de grootste fractie. GroenLinks blijft onder de Groenen vallen. De Partij voor de Dieren maakt deel uit van de Linkse Fractie.
De politieke geestverwanten van Geert Wilders’ PVV verzamelen zich in de fractie Identiteit & Democratie. Het Duitse AfD, het Italiaanse Lega en het Franse Rassemblement National zijn daarbij aangesloten. Het is op dit moment nog een van de kleinere fracties, qua omvang vergelijkbaar met de Groenen. Na de verkiezingen gaat de fractie waarschijnlijk fors groeien – mogelijk tot een van de grootste. De PVV kwam bij de laatste verkiezingen niet over de kiesdrempel, maar kreeg na de Brexit toch een restzetel voor Marcel de Graaff, die later naar FvD vertrok.
Een andere conservatieve kracht in het Parlement die naar verwachting groter wordt, is de fractie van de Europese Conservatieven en Hervormers, waar JA21 en de SGP deel van uitmaken. De groep was de thuisbasis van de Britse Tories, nu spelen het Poolse PiS en de partij van de Italiaanse premier Meloni er een hoofdrol. FvD zat ook in deze fractie, maar schaart zich nu onder de ‘niet-ingeschrevenen’ die ervoor kiezen om zonder overkoepelende fractie te werken.
Hoe democratisch en transparant is de EU?
Hoe goed worden Europarlementariërs gecontroleerd? Het korte antwoord: het kan beter. Qatargate in 2022 en de Russische beïnvloeding via Voice of Europe laten zien dat het Parlement nog altijd vatbaar is voor beïnvloeding. Een medewerker van AfD-lijsttrekker Maximilian Krah werd eind april nog opgepakt op verdenking van spionage voor China.
De lobbyregels vertonen “zwakke punten en hiaten”, concludeerde de Europese Rekenkamer in april. En lobbyisten zijn er in Brussel overal. Dat merken rapporteurs, die door het parlementsgebouw lopen met een sliert belangenbehartigers achter zich aan. Wie ze ontmoeten hoeven de Europarlementariërs niet te op te geven – dat is optioneel.
Het angstbeeld dat ‘Brussel’ wetgeving over lidstaten uitstort, klopt niet: alle EU-landen, ook Nederland, zijn steeds nauw betrokken bij die wetgeving. Dat betekent uiteraard niet dat Nederland, of elk ander EU-land dan ook, altijd zijn zin krijgt.
Dat neemt niet weg dat kritiek op het democratische gehalte van de EU niet uit de lucht gegrepen is. Het Europarlement heeft nog altijd minder bevoegdheden dan landelijke parlementen. Dat Eurocommissarissen nauwelijks ter verantwoording kunnen worden geroepen wordt door critici gezien als een flinke omissie. En door alle ingewikkelde procedures is het voor burgers bovendien lastig echt grip te krijgen op hoe een wet tot stand komt, en wanneer ze invloed kunnen uitoefenen.
Daarbij speelt ook een rol: het aantal journalisten dat de Brusselse wetgevingsmachine volgt is nog altijd beperkt, zeker ten opzichte van het aantal journalisten in nationale hoofdsteden. Het betekent dat de pers in Brussel veel minder als kritische waakhond functioneert.
(Geen) geur van wilde beesten
Het knettert vaker niet dan wel bij debatten in het Europees Parlement. Parlementariërs klagen vaak over Eurocommissarissen die een minder relevante vervanger sturen als ze in een debat ter verantwoording worden geroepen. Al is de opkomst van de volksvertegenwoordigers zelf ook niet onbesproken. Het komt voor dat Commissievoorzitter Ursula von der Leyen voor een nagenoeg lege zaal staat.
Wat vurige debatten ook in de weg kan zitten, is de veelheid aan talen die de politici kunnen spreken. Voor alle 24 talen zijn live tolken beschikbaar, de EU is de grootste tolkenwerkgever ter wereld. Een Europarlementariër kan dus een meeslepende toespraak houden in het Bulgaars voor een zaal waarin verder niemand die taal spreekt.
Tegelijkertijd lijken deze verkiezingen inhoudelijk wel meer te knetteren dan voorgaande edities, door de grote thema’s die op dit moment spelen, zoals klimaat of de oorlog in Oekraïne. Dat kan ook verklaren waarom een hogere opkomst wordt verwacht dan in 2019.
Na de verkiezingen
Verkiezingsavond
Op de avond van donderdag 6 juni presenteert de NOS alleen een exitpoll. Omdat de definitieve resultaten pas na het sluiten van het laatste Europese stembureau bekend mogen worden gemaakt, moet er vervolgens tot zondagavond 9 juni worden gewacht. Op die avond zelf zullen exitpolls uit andere lidstaten worden gepubliceerd, in de dagen daarna volgen de daadwerkelijke uitslagen.
Hoe worden de topfuncties in Europa verdeeld?
Terwijl de verkiezingen van 6 tot en met 9 juni bepalen wie er in het nieuwe Europees Parlement komen, wordt het voor politici die azen op een topfunctie in de weken daarna pas écht spannend. De uitslag van de verkiezingen speelt vanaf dan een belangrijke, zij het niet doorslaggevende rol, bij de koehandel tussen Europese lidstaten over het verdelen van de ‘poppetjes’.
Een belangrijke rol, omdat het Europarlement bijvoorbeeld het laatste woord heeft over de goedkeuring van de voorzitters van de Europese Commissie en het Europees Parlement. Maar tegelijk ook niet doorslaggevend, omdat in het Europese ruilspel over de topfuncties tal van andere factoren óók een cruciale rol spelen.
De belangrijkste daarvan: wat willen lidstaten, en vooral de regeringsleiders? Volgens het EU-verdrag mogen zij een kandidaat naar voren schuiven voor het voorzitterschap van de Europese Commissie. Daarbij letten ze ook wel op de verhoudingen in het Europarlement: zo mag de grootste partij daar volgens traditie in elk geval de Commissievoorzitter leveren. Andere grote partijen mogen vervolgens weer aanspraak maken op andere topfuncties, bijvoorbeeld die van de president van de Europese Raad of die van EU-buitenlandchef. Ook geografie speelt een rol: is er een goede verhouding tussen kandidaten uit de verschillende delen van Europa?
Officieel spelen ook de zogeheten ‘Spitzenkandidaten’ een rol: een soort Europese lijsttrekkers die door de verschillende Europese partijen naar voren zijn geschoven als officiële kandidaat voor een topfunctie. Maar in 2019 negeerden regeringsleiders die ‘Spitzen’. In plaats daarvan schoven ze de Duitse minister Ursula von der Leyen als Commissievoorzitter naar voren.
Wie zijn in de running voor een topfunctie?
De vrouw die de meeste kans maakt op een topfunctie blijft Ursula von der Leyen. Zij is de ‘Spitzenkandidaat’ van de christen-democratische fractie in het Europees Parlement, wat de kans groot maakt dat zij er deze zomer opnieuw met de ‘hoofdprijs’ vandoor gaat: haar partij wordt vrijwel zeker de grootste én ze kan op brede steun rekenen onder regeringsleiders.
Lees ook De vijf gezichten van EU-baas Ursula von der Leyen
Toch is die steun de afgelopen periode wel een beetje gaan wankelen. Vooral de Franse president Emmanuel Macron zaaide achter de schermen recent twijfel. Volgens Parijs is Von der Leyen te eigenzinnig en handelt ze te veel in het Duitse belang. Dat het Von der Leyens kansen echt schaadt wordt vooralsnog in Brussel niet verwacht. Regeringsleiders houden hun kaarten nu ook nog strategisch tegen de borst, om hun steun voor Von der Leyen niet te makkelijk weg te geven.
Maar niks is zeker in de Europese politiek: uiteindelijk moet Von der Leyen namelijk óók een meerderheid in het Europarlement achter zich krijgen. De verschillende politieke families zullen hun steun voor haar duur verkopen en eisen stellen: over politieke prioriteiten de komende jaren, of over andere topfuncties binnen haar Europese Commissie. Wanneer de stemming over de nieuwe Commissievoorzitter wordt gehouden is nu nog niet zeker, maar waarschijnlijk in september. In de weken en maanden daarna zal dan ook definitief worden welke andere Eurocommissarissen voor de komende jaren benoemd worden.
Regeringsleiders kiezen deze zomer ook een nieuwe voorzitter van de Europese Raad, als opvolger van Charles Michel. Deze persoon zal vrijwel zeker uit de ándere grote politieke familie komen: de sociaaldemocraten. Tot voor kort was de Portugees Antionio Costa de gedoodverfde kandidaat, maar nadat hij recent besmet raakte door corruptiebeschuldigingen is dat niet meer zo zeker. Een andere naam die genoemd wordt is die van de Deense premier Mette Frederiksen. In Italië wordt soms gehoopt dat ook de Italiaanse ex-premier en oud-voorzitter van de Europese Centrale Bank Mario Draghi voor het Raadsvoorzitterschap zou kunnen gaan. Maar de kans dat regeringsleiders zo’n uitgesproken, eigenzinnig persoon tot voorzitter van hun vergaderingen kiezen is klein.
Blijven nog over: het voorzitterschap van het Europees Parlement en de Hoge Vertegenwoordiger voor het Europees Buitenlandbeleid. Voor die eerste functie klinkt de naam van huidig Parlementsvoorzitter Roberta Metsola vaak: zij bekleedt die plek nu al 2,5 jaar en volgens velen naar tevredenheid. Op de plek van buitenlandchef komt waarschijnlijk een politicus uit de liberale fractie. De Estse premier Kaja Kallas zou volgens velen de geknipte kandidaat hiervoor zijn.
Ervaren Europarlementariërs, Brusselse oudgedienden, politieke insiders, een gerechtsdeurwaarder en opvallend veel mannen voeren in Nederland de lijsten voor de Europese verkiezingen aan. Wat ze, eenmaal verkozen, doen in het Europees Parlement: onderhandelen over nieuwe Europese wetten, de EU-begroting, en de Europese macht controleren. Van de 720 Europarlementariërs komen er straks 31 uit Nederland.
Lees ook Bij Europese verkiezingen staat dit keer veel op het spel
Dinsdag leveren de partijen hun kandidatenlijst in bij de Kiesraad. NRC licht hier de lijsttrekkers uit van de partijen die in de Tweede Kamer vertegenwoordigd zijn.
Sebastiaan Stöteler, PVVDeurwaarder die de islam ziet als ’totalitaire ideologie’
Gerechtsdeurwaarder Sebastiaan Stöteler (Almelo, 1983) werd sinds 2017, als beleidsmedewerker in de Provinciale Staten, klaargestoomd voor een carrière binnen de PVV. Sinds maart 2018 zit hij in de Almelose gemeenteraad en sinds december 2022 in de Provinciale Staten van Overijssel. In 2021 viel hij als nummer 25 van de Tweede Kamerlijst buiten de boot voor een Kamerzetel. Zijn adagium is ,,behandel een ander zoals uzelf behandeld wil worden’’, zei hij vorig jaar tegen RTV-Oost. Tegelijkertijd laat hij in de provinciepolitiek het klassieke PVV-geluid horen. ,,De PVV is de enige partij in Nederland die de islam ziet voor wat het is: een totalitaire ideologie die thuishoort in het rijtje met het fascisme, nazisme en communisme’’, valt op zijn Overijsselse PVV-pagina te lezen.
De positie van de PVV deze verkiezingen is interessant. In plaats van een Nexit, wil de partij de EU ,,van binnenuit hervormen’’. ,,Intensieve economische samenwerking is in ons belang.’’
Wel moet er minder geld en macht naar de EU, wil de partij minder asielmigratie en moet er een streep door ,,hysterische klimaat- en stikstofregels’’. Over de islam of moslims spreekt de partij in het programma met geen woord.
Bas Eickhout, GroenlinksInvloedrijke Europarlementariër moet rood-groen samenbrengen
Na vijftien jaar in het Europarlement is Bas Eickhout (Groesbeek, 1976) in Brussel inmiddels een gevestigde naam. Naast voorman van de gezamenlijke lijst GroenLinks-PvdA, is hij ook net als vijf jaar geleden tegelijk Europees aanvoerder van de Groenen. De afgelopen vijf jaar groeide de invloed van Eickhout, onder meer omdat de Groenen na een forse winst in 2019 in het Europarlement de positie van ‘kingmaker’ kregen. Maar vooral omdat er onder de ‘Green Deal’ stapels aan klimaatwetgeving gepresenteerd werden en Eickhout als coördinator van zijn eigen partij bij alles betrokken was.
Daarmee werd Eickhout de afgelopen jaren een centrale speler in Brussel – uit ranglijstjes komt hij standaard naar voren als de meest invloedrijke Nederlandse Europarlementariër. Het betekende ook dat Eickhout pragmatischer werd – steeds meer realo dan fundi. Tegelijk is de kritiek dat hij het allemaal wel érg goed weet en niet nalaat dat anderen voortdurend in te peperen, nooit verdwenen.
Lees ook In Europa ligt de PvdA dichter bij D66 dan bij GroenLinks
Daar kan het ook gaan schuren: dat Eickhout boegbeeld is van de Groenen, terwijl hij óók de lijst van de Nederlandse sociaaldemocraten trekt. Sowieso wordt het de komende periode veel ingewikkelder om klimaatbeleid op de Europese agenda te houden, nu radicaal-rechts groeit en defensie en economie aan urgentie hebben gewonnen. Eickhout zal hard zijn best moeten doen de coalitie vóór de Green Deal in ere te houden.
Malik Azmani, VVDStreng op migratie, gedwarsboomd door de PVV
Malik Azmani (Heerenveen, 1976) kwam vijf jaar geleden naar Brussel met een ,,missie” of zelfs ,,roeping”: Europa ,,voeden met mijn ideeën” over migratie. In 2015 had het toenmalig VVD-Kamerlid een destijds omstreden voorstel gepresenteerd om asielzoekers voortaan buiten Europa te registreren en op te vangen. En in 2024 constateert Azmani graag: de EU is in zijn richting opgeschoven. Onlangs werd een ingrijpend pakket migratiewetten aangenomen, dat de grensmuren van Europa een stuk hoger optrekt.
Azmani genoot de afgelopen jaren zichtbaar als liberaal Europarlementariër en kreeg al bij het begin van zijn mandaat een invloedrijke plek als vicevoorzitter van zijn fractie. Onder collega’s wordt hij gewaardeerd. Maar zijn ambitie door te stoten naar plek één werd onlangs gesaboteerd door de formatieonderhandelingen die zijn partij met de PVV voert: voor veel Europese liberalen nauwelijks te verkroppen.
De komende periode zal Azmani als hij wordt verkozen proberen de Europese migratielijn nog wat verder aan te scherpen. Maar hoe invloedrijk hij kan worden, hangt ook sterk af van het formatieresultaat: komt het werkelijk tot een coalitie met de PVV, dan kan dat de positie van de VVD in Brussel flink schaden.
Gerben-Jan Gerbrandy, D66Oud-Europarlementariër die Dieselgate onderzocht
Gerben-Jan Gerbrandy (Den Haag, 1967) is er trots op dat hij in 2017 door Natuurmonumenten tot groenste politicus van het jaar werd uitgeroepen. De D66’er zat van 2009 tot 2019 al in het Europarlement, waar hij onder meer een kritisch onderzoeksrapport schreef over Dieselgate. Daarna werkte hij onder meer voor het lobbykantoor van de in opspraak geraakte D66-strateeg Frans van Drimmelen.
Behalve vergroenen, moet de EU wat Gerbrandy betreft ook een politieke wereldmacht durven zijn, zeker in het licht van de oorlog in Oekraïne. De antwoorden op grote vraagstukken liggen wat D66 betreft niet in minder EU. ,,Hoe groter de uitdaging, des te harder hebben we de Europese Unie nodig.’’ D66 wil het vetorecht van lidstaten afschaffen om zo sneller en democratischer te kunnen besluiten. Naast een sterke parlementaire democratie met meer tegenmacht, wil de partij meer Europese defensiesamenwerking en een grotere Europese begroting.
Dirk Gotink, NSCIngewijde spindoctor met nieuw eurokritisch geluid
Hij presenteert zich met nadruk als een ‘expert als het om de EU gaat’. En na ruim tien jaar in de gangen van het Europarlement te hebben rondgelopen, weet NSC-lijsttrekker Dirk Gotink (Haarlem, 1982) inderdaad uitstekend hoe het in Brussel werkt. Hij begon er als medewerker en voorlichter bij de Europese fractie van het CDA, stond in 2014 (zonder succes) op de CDA-lijst, maar won vooral aan invloed sinds hij eind 2018 als woordvoerder en spindoctor aan de slag ging voor Manfred Weber, de machtige fractievoorzitter van de Europese christendemocraten.
In die rol was Gotink de afgelopen jaren nauw betrokken bij de scherpere profilering die Weber voor zijn partij koos en waarin hij zich hard keerde tegen Eurocommissaris Frans Timmermans en een deel van zijn groene plannen. Gotink zal met een mogelijke NSC-fractie makkelijk kunnen integreren bij de Europese collega’s, maar zal tegelijk soms moeten uitleggen waarom uit die partij een soms flink eurokritischer geluid klinkt dan ze gewoon zijn – ook van Gotink zelf de afgelopen jaren.
Sander Smit, BBBBBB-uithangbord, voormalig CDA-medewerker in Brussel
Sander Smit (38) lijkt een ideaal uithangbord voor BBB. Zo komt hij uit Overijssel, het achterland van zijn partij. Smit is geboren en getogen in Twente en was raadslid (voor het CDA) in de gemeente Hof van Twente. Maar zijn wereld is groter dan Twente. Smit werkte ruim acht jaar in het Europees Parlement, onder meer als persoonlijk medewerker voor Europarlementariër Annie Schreijer-Pierik (CDA). Ook hield hij zich als beleidsmedewerker van de EVP-fractie bezig met onder meer landbouw, plattelandsontwikkeling, internationale handel, wildbeheer en visserij. Zijn doel in Europa: Europese wetgeving, zoals de Green Deal, aanpassen zodat ze meer rekening houden met de belangen van boeren, vissers en landbouworganisaties.
Tom Berendsen, CDAPleitbezorger van groene industriepolitiek
Toen Tom Berendsen als Europarlementariër aan de slag ging met industrie- en energiebeleid leken dat niet direct de thema’s waarmee je kon gaan schitteren. Maar sinds de energiecrisis, de revival van ‘industriepolitiek’ en groeiende zorgen over Chinese overnames, zat Berendsen alsnog op thema’s die politiek zeer urgent zijn. En dat hij al jaren ijvert voor ‘groene industriepolitiek’ sluit ook perfect aan bij het pleidooi van de nieuwe Haagse partijleider Henri Bontenbal daarvoor.
Tegelijk blijft de expertise van Berendsen wel wat technisch en een tikje saai – en daarmee ook zijn eigen profiel. Voor hij in 2019 Europarlementariër werd, studeerde hij bestuurskunde en werkte hij als accountant. De afgelopen jaren werkte Berendsen succesvol aan Europese plannen om strategische afhankelijkheden te verkleinen.
In de fractie van Europese christen-democraten komt hij straks waarschijnlijk twee nieuwe Nederlandse partijen tegen: BBB en NSC. Aan Berendsen de taak het CDA zichtbaar te houden, zowel in de huidige campagne als straks in het Europarlement.
ANja Hazekamp, PvddIntroduceerde de ‘plofkip’ in Brussel
Voor Anja Hazekamp is het lijsttrekkerschap routine, dit is haar derde ronde voor de PvdD in Brussel. Ze introduceerde de term ‘plofkip’ in het Europees Parlement in 2018, met een motie voor verbetering van het kippenwelzijn. De afgelopen jaren reisde ze door Europa om diertransporten te inspecteren.
De PvdD, onderdeel van de linkse fractie in het EP, wil onder meer een subsidiestop voor de agro-industrie, meer nadruk op omschakeling naar duurzame landbouw en afschaffing van fossiele subsidies. Hazekamp (Ter Apelkanaal, 1968) is bioloog en was onder meer beleidsmedewerker bij een Zeehondencrèche in Pieterburen, vervangend Tweede Kamerlid en lid van de Provinciale Staten in Groningen.
Gerrie Elfrink, SPOud-wethouder met ‘Bokito-gedrag’, trots op zijn lastpak-status
Vergroeid met Arnhem, vergroeid met de SP. Gerrie Elfrink (Zevenaar, 1974) is al sinds 1999 betrokken bij zijn partij, momenteel als penningmeester. Hij was eerder fabrieksarbeider, portier van een parkeergarage en leraar. Ook ging hij undercover als arbeidsmigrant bij een uitzendbureau. Sinds 2002 is Elfrink politiek actief in Arnhem: als raadslid, fractievoorzitter en wethouder. Hij is kritisch en altijd nadrukkelijk aanwezig.
Als wethouder werd hem, in een onderzoeksrapport, zelfs ‘Bokito-gedrag’ verweten. Dat mensen hem als lastpak beschouwen, noemde hij begin dit jaar in De Gelderlander een compliment. Daarin zei hij ook in Brussel te willen „blootleggen hoe het eraan toe gaat. Het is een plek waar het grote geld ongelofelijk veel macht heeft, terwijl het eigenlijk zou moeten gaan om de samenwerking van de mensen in Europa.”
Reinier van Lanschot, VoltPartijgrondlegger met pan-Europese idealen
Het zijn vooral mannen, de lijsttrekkers voor de Europese verkiezingen. Dat hebben ze bij Volt ook gedacht. Oprichter Reinier van Lanschot heeft op het laatste moment een ‘co-lijsttrekker’ gekregen: Anna Strolenberg, de nummer twee. Van Lanschot (1989, Saint-Germain-en-Laye) studeerde rechten en overzag de ontbijtgranen bij Ahold Delhaize, voor hij zich voltijds op Volt stortte.
Strolenberg, waarvan het nog minder waarschijnlijk is dat ze aan een zetel komt, werkt als voorlichter bij VluchtelingenWerk en is al langer actief binnen de partij. Van Lanschot gelooft in een federaal Europa, en heeft zich eerder tevergeefs ingezet voor transnationale kieslijsten voor de Europese verkiezingen. De pan-Europese partij heeft één Europarlementariër, de Duitse Damian Boeleslager.
Bert-Jan Ruissen, SGPEuropa remmen vanuit Krimpen aan den IJssel
SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen (Kruiningen, 1972), sinds 2019 in het parlement, heeft nooit een pied-a-terre genomen in Brussel. Hij houdt nog altijd kantoor in Krimpen aan den IJssel, en verblijft als hij moet doordeweeks in hotelkamers. De SGP wil Europa ‘remmen’, regelvermindering voor mkb’ers, en, uiteraard, een Bijbels geluid in Brussel vertolken. Ruissen zette zich in het Parlement in voor de visserij en tegen abortus.
De partij vormde de afgelopen decennia één Europese kandidatenlijst met de ChristenUnie. In 2019 braken ze over de vraag of ze nog thuishoren in de conservatieve ECR-fractie, waar toen ook FvD onderdeel van werd. De ChristenUnie verliet de fractie, Bert-Jan Ruissen bleef. Hij gaat op voor een tweede termijn, maar zetelbehoud zonder bundeling van krachten met de ChristenUnie lijkt onwaarschijnlijk.
Ralf Dekker, FVD‘Voor Europa, dus tegen de EU’
Ralf Dekker (Utrecht, 1957) werkte vanaf 1992 bij de Rabobank, waar hij van 2013 tot 2017 in de raad van bestuur zat. Na de verkiezingszege van FvD in 2019 werd Dekker Statenlid in Noord-Holland, later verving hij Tweede Kamerlid Simone Kerseboom. Naast huissommelier in de FvD-talkshow Forum Inside, is Dekker is ook voorzitter van het wetenschappelijk bureau en initiatiefnemer van de Renaissancescholen.
FvD is de enige partij in de Tweede Kamer die nog een Nexit bepleit. Dekker wil de steun aan Oekraïne stoppen en immigratie beperken om zo de ,,autochtone Europese bevolking’’ te beschermen. ,,Woke en lgbtqi+’’ moet bestreden worden, en het Europese klimaatbeleid moet van tafel. ,,Voor Europa, dus tegen de EU’’, is het motto.
ANja Haga, ChristenuniePlasticvrije Friesin met Christelijke waarden
,,Christen met een groen hart’’, noemt ChristenUnie-lijsttrekker Anja Haga (Drachten, 1976) zichzelf. De ,,Friesin in Europa’’ leeft naar eigen zeggen plasticvrij en zet zich als Europarlementariër dan ook in voor duurzaamheid, natuur en klimaat. Ze verzet zich tegen plannen om abortus toe te voegen aan het EU-mensenrechtenhandvest, omdat ze dat een zaak voor de lidstaten vindt.
De ChristenUnie verzet zich tegen de ,,drang naar ongebreidelde economische groei’’ en wil investeren in militair materieel voor Oekraïne. Ook wil de partij dat het makkelijker wordt digitale gegevens van het internet te verwijderen. Haga volgde in september 2023 Peter van Dalen op als Europarlementariër, die op verzoek van het landelijk bestuur plaatsmaakte om haar ervaring op te laten doen. Eerder werkte ze voor Staatsbosbeheer, was ze wethouder in Arnhem en Statenlid en fractievoorzitter in Friesland.
Michiel Hoogeveen, ja21Criticus van alles wat met Europese financiën te maken heeft
Michiel Hoogeveen (Leiden, 1989) arriveerde in 2019 in Brussel als persvoorlichter van de driekoppige fractie van Forum voor Democratie. Twee jaar later schoof hij door het vertrek van Derk-Jan Eppink naar de Tweede Kamer door naar een eigen zetel én stapte hij na een zoveelste schandaal rond partijleider Thierry Baudet, net als veel partijgenoten, over naar JA21.
Weer een jaar later verlieten zijn twee fractiegenoten die nieuwe partij en bleef Hoogeveen als enige JA21’er in Brussel over. De afgelopen drie jaar profileerde de Europarlementariër zich er als een scherp criticus van alles wat met Europese financiën te maken heeft: van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank via de digitale euro tot ‘eurobonds’. Daarmee bereikte hij ook online een schare critici van het financiële stelsel.
Ooit riep Hoogeveen nog op tot een ‘Nexit’, inmiddels pleit hij louter nog voor het ‘begrenzen’ van de EU. Met dat ‘realistische en haalbare’ geluid hoopt zijn partij de eurokritische Nederlandse kiezer voor zich te winnen.