Column | Vliegtrots

Dinsdagochtend stond in Heemstede de brandweer bij mijn ouders op de stoep. Zonder gillende sirene, mét knalrode sleutelhanger. ‘Vluchtsleutel’ stond erop. Cadeautje van de vriendelijke brandweerman, die zei dat het zaak was om bij rookontwikkeling op de tast je voordeursleutel te kunnen vinden. Hij maakte een ronde langs alle Heemsteedse 65+’ers. „Die hebben volgens de statistieken de grootste kans op een woningbrand.” Omdat ik op bezoek was mocht ik meekijken. „Kun je ze mooi waarschuwen als ze het gas vergeten uit te zetten”, zei hij met een knipoog. In hoog tempo ging het over elektrische fietsen („Accu’s nooit ’s nachts opladen: je neus slaapt ook en ruikt geen rook”), droogtrommels („Vaak het filter reinigen; teveel pluis is niet pluis”) en het eens per maand controleren van je rookmelder („Elke eerste maandag van de maand om 12.00 uur. Buiten herrie, binnen herrie!”).

Ik durfde niet te vertellen dat de rookmelder in mijn eigen huis batterijloos op mijn wasmachine lag – te vaak piepte het ding als ik de douche uitkwam. Evenmin noemde ik het slavinkdebacle van een week geleden. In een poging nu écht mijn vleesschaamte aan te pakken en vegetariër te worden, had ik besloten korte metten te maken met een verdwaalde bio-slavink in het hoekje van mijn vriezer. Weggooien was ook zonde. Helaas zette ik het vlees per abuis niet in de koekenpan maar in de plastic verpakking op het vuur. Lang verhaal kort: die avond at ik sla.

Naast vleesschaamte voelde ik laatst vliegtrots. Kortdurende plaatsvervangende trots, toen ik een vlinder uit een spinnenweb bevrijdde en hij ongeschonden wegvloog. „Volgens mij was het een atalanta”, blufte ik tegen de 9-jarige dochter van een vriendin. „Wist je dat die in de herfst bij de vlindertrek duizenden kilometers vliegen?” Ze rolde met haar ogen. „Ik kijk naar Freek en ik spaar dierenkaartjes, ik weet alles van natuur. En door jou heeft die spin nu geen eten meer. Lekker aardig maar niet heus.” Afgetroefd door Freek Vonk. Pas toen ik een foto van een zebraspin liet zien, met ogen als van een Disney-prinses, smolt ze. „Cute.” Aan de nieuwe generatie ligt het niet dat de Nationale Spinnentelling dit jaar is afgelast wegens te weinig animo.

Over generaties gesproken: de Vlinderstichting kwam met nieuws over derdegeneratievlinders. Even dacht ik dat het insecten betrof van wie de grootouders in het buitenland waren geboren, maar dat zat anders. Van het bruin zandoogje – een vlinder die bij de paring riekt naar vieze sokken – zijn dit jaar maar liefst drie generaties uitgekomen. Door de warmte en de vochtige bodem groeien de rupsen extra snel. Een lichtpuntje in een verder dramatisch vlinderjaar: bij de Nationale Vlindertelling (die wél doorging) waren de cijfers lager dan ooit.

Dinsdagmiddag, na het vertrek van de brandweer, las ik over spinnennestjes in rookmelders en besloot ik eindelijk een nieuwe batterij voor die van mij te kopen. Later belde de 9-jarige op. „Ik ken een raadsel. Wat heeft een vogel die een atalanta opeet? Vlindertrek.”

Gemma Venhuizen is biologieredacteur bij NRC en schrijft elke woensdag een column op deze plek.