Column | Via asiel de autoritaire route gaan bewandelen

Het is nu al duidelijk dat die ‘asielcrisiswet’, mocht die er komen, meer zal doen aan het terugdringen van de democratie en de rechtsstaat dan aan het aantal asielzoekers in Nederland. De regeringspartijen willen alle vier ‘grip’ krijgen op migratie, en dat is op zichzelf een verdedigbaar politiek streven, maar de manier waarop dat moet gebeuren, laat zien dat de asielproblematiek gebruikt wordt om een autoritaire regeringsstijl af te dekken. Een ‘asielcrisiswet’ buiten het parlement om, eenmaal in werking doet die wet wat ze belooft: er is een crisis, want er is een heuse crisisnoodwet. Het ene toont het andere aan, en zo is bewezen wat moest worden rondgebreid.

Het blijft onbegrijpelijk dat die ‘noodwet’ in het hoofdlijnenakkoord is opgenomen: alleen de NSC kwam en komt met bezwaren, maar de VVD, de liberalen met een behoorlijk rechtsstatelijk geheugen? Politiek gesproken is het logisch dat Wilders hamert op dit asielkroonjuweel; zijn hele PVV drijft erop, maar via die noodwet wordt de uitzonderingstoestand afgeroepen, waarbij we vroeger dachten aan oorlog, dijkdoorbraken en de Covid-epidemie.

Collega Sjoerd de Jong was zo goed het werk van de Duitse jurist en oud-NSDAP-lid Carl Schmitt aan te halen (1888-1985), die schreef: „De soeverein is degene, die over de uitzonderingstoestand beslist.” Weinig denkers uit de twintigste eeuw hebben zich zo gekeerd tegen het parlementaire systeem en de rechtsstaat. Schmitt schreef in 1922 zijn Politieke Theologie, waarin die ‘soeverein’ een godgelijke macht krijgt toebedeeld, en iets meer dan tien jaar later zou hij enthousiast de „Machtigingswet” begroeten, waarmee Hitler het parlement buiten spel zette.

Schmitts werk betekende een breuk met liberale, universele rechtsprincipes. Het recht, vond hij, is altijd het resultaat van politieke beslissingen. Van belang daarbij is een nauwgezet onderscheid tussen vriend en vijand.

Het doordrukken van Wilders en minister Faber van die ‘asielnoodcrisiswet’ is ook een manier om de andere coalitiepartners te intimideren, en te dwingen tot een duidelijke keuze: voor of tegen ons. Bovendien gaat daar bij Wilders een zekere machtshonger achter schuil, want hij droomt openlijk over de PVV die als partij een parlementaire meerderheid zal behalen.

Carl Schmitt was ervan overtuigd dat de zogenaamde ‘volkswil’ altijd van bovenaf gevormd moet worden. Het is voor een politicus niet de belangrijkste taak te „luisteren naar het volk”, maar het volk zo te instrueren, dat de agenda van de soeverein precies uitdrukt wat het volk wil (ook als het volk dat zelf nog niet weet).

Wilders is zijn late leerling, net zoals Viktor Orbán in Hongarije en de AfD in Duitsland. ‘The times they are a- changin’, nu richting het autoritaire.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.