Column | Veel steun voor Poetin

Frits Abrahams

Teletekst, dinsdagmorgen: „Drie doden bij Russische luchtaanval op Loetsk in de noordwestelijke regio Volyn. Ook de stad Lviv bij de Poolse grens is onder vuur genomen.”

Zo gaat het maar door, nu al anderhalf jaar. Het is het type bericht waaraan je gewend dreigt te raken. Maar misschien juist door het contrast met onze onbekommerde vakantiepret in het Westen besef ik steeds sterker dat het op deze manier nog jaren kan doorgaan. Te lang hebben we gedacht dat de chaos en onbekwaamheid in het Russische leger zouden voortduren. Tijdens de coup van Wagnerbaas Prigozjin ontstond zelfs een zekere euforie: „Poetin wankelt!”

Niets daarvan. Poetin moordt rustig door.

Ik vond mijn bezorgdheid terug in twee publicaties. Op 2 augustus schreef Ruslandkenner Derk Sauer een opvallend sombere analyse in Het Parool. Poetin maakt zich niet druk om verliezen aan mensen en materieel, aldus Sauer, hij is bereid tot een lange strijd. „Voor Poetin is ‘niet verliezen’ het mantra – een stuk makkelijker dan het ‘moeten winnen’ van Oekraïne.” Vanuit Russisch perspectief gaat alles redelijk goed: zowel economisch als militair, terwijl de steun voor Poetin onder de bevolking eerder groeit dan afneemt. Sauer: „In een oorlog schaart een land zich meestal achter zijn leider. In Rusland is dat niet anders.”

Vier dagen later publiceerde The New York Times een reportage van redacteur Roger Cohen, die van Moskou naar Siberië en de grens met Oekraïne reisde. De overeenkomsten met het artikel van Sauer zijn frappant. Cohen sprak veel mensen en concludeerde ook dat de steun voor Poetin groot is. Cohen: „In een angstige tijd is de grote massa enthousiast, meegaand, berekenend of geïntimideerd. Slechts een klein aantal moedige mensen verlaat zich op zijn innerlijke kompas.”

Een 59-jarige econoom vertelt hem trots dat hij wil terugkeren naar het front. Een automonteur legt uit dat Amerika „een tumor” heeft veroorzaakt waarvan Oekraïne moet worden genezen. „Onze taak is duidelijk en zal worden uitgevoerd. Poetin is ons door God gezonden.”

Dmitri Moeratov, Nobelprijswinnaar en redacteur van de (gesloten) krant Novaja Gazeta, zegt: „We zijn een verstikte samenleving. Rusland is een toren van stilte geworden.” De oudere generatie volgt Poetin, de jongere is deels vertrokken. Volgens Moeratov heeft Poetin een diepe verachting voor het Westen, dat schijnheilige praatjes over mensenrechten had, maar intussen maar al te graag zijn olie en gas wilde.

Drie westerse ambassadeurs verzekerden Cohen dat Poetin genoeg steun en geld heeft om deze oorlog nog minstens anderhalf tot twee jaar vol te houden.

Wat mij bijna nog meer verontrustte, waren de reacties van een aantal lezers van de toch progressieve New York Times op dit artikel. Zij legden, net als Poetin, de verantwoordelijkheid voor deze oorlog bij Amerika. Enkele voorbeelden: „De VS heeft deze nachtmerrie mede geschapen. De oorlog in Oekraïne is een onverminderde diplomatieke mislukking.” „Poetin heeft de NAVO en West-Europa gewaarschuwd wat er zou gebeuren als zij hun invloed zouden uitbreiden […].”

Het is vergoelijkende taal waarvan Poetin zal smullen. Nu nog Donald Trump als winnaar van de volgende verkiezingen – en Oekraïne kan alsnog van de aardbodem worden weggevaagd.