
Internationaal was het misschien wel het meest besproken nieuwsfeit rondom de afgelopen NAVO-top in Den Haag: NAVO-chef Mark Rutte verwees naar de Amerikaanse president Donald Trump als ‘daddy’, die Iran en Israël als twee ruziënde kinderen uit elkaar zou halen.
Dat dat ene woord zoveel aandacht kreeg zou je kunnen zien als een jammerlijk voorbeeld van het falen van het publieke debat, doordat het weer eens meer over de vorm ging dan over de inhoud. Beter praten we met z’n allen over belangrijke vragen rondom de defensie-investeringen die op de top werden afgesproken. Waar komt het idee vandaan dat het om 5 procent van het bbp zou moeten gaan? Waarom wordt het doel geformuleerd in termen van uitgaven in plaats van materieel? Kan zoveel geld überhaupt wel goed besteed worden, aan wat voor spul dan, en wie gaat daaraan verdienen?
Maar nee, liever hebben we het over de vorm-elementen van de top. Wat een logistieke operatie was dat, hè! En dan die sms’jes van Rutte! Hij zei ‘daddy’! Wist je dat dat woord in het Engels een seksuele connotatie heeft?
Toch hoop ik dat u mij toestaat om nog even bij die daddy-uitspraak stil te staan, omdat vorm en inhoud hier wel degelijk op een interessante manier samenkomen.
Het was vorige week natuurlijk niet de eerste keer in de geschiedenis dat Amerika op het internationale toneel in de vaderrol werd voorgesteld. In het artikel ‘Sex and Death in the Rational World of Defense Intellectuals’ uit 1987, een klassieker in de kritische veiligheidsstudies, lezen we de bevindingen van onderzoeker Carol Cohn. Een jaar lang liep zij als participant-observer rond tussen defensie-analisten die zich bezighielden met de nucleaire strategie van de Verenigde Staten. Ook zij schilderden Amerika in de wereldpolitiek vaak af als ‘vader’, merkte Cohn, „soms streng, soms goedaardig, maar altijd degene die het het beste weet”.
Wat Cohn nog meer opviel in haar tijd tussen de defensiemannen (want het waren vrijwel uitsluitend mannen): de seksuele beeldtaal die ze gebruikten. Vóór Cohn hadden ook andere feministen al een verband gelegd tussen de internationale wapenwedloop en de mannelijke fascinatie voor de fallus: wie heeft de grootste? Neem alleen al de fysieke vorm van al die bommen en raketten, of bekijk eens zo’n gelikt filmpje van de inslag van een bunker buster – het type bom waarmee de VS laatst Iran hebben bestookt – en je snapt op zich het punt.
Ook de woorden waarmee de defensie-experts het wapentuig beschreven fascineerde Cohn: eindeloos hoorde ze discussies aan over ‘vertical erector launchers’, ‘thrust-to-weight ratios’, ‘deep penetration’ en explosieven die met een ‘orgastische knal’ zouden ontploffen. In dit kader verdient de officiële naam voor de bunker buster trouwens nog even een eervolle vermelding, vind ik: dat is ‘GBU-57 Massive Ordnance Penetrator’.
Wil Cohn soms zeggen dat elke harde militaire strategie uiteindelijk voortkomt uit mannelijke seksuele drift? Is dat de stiekeme inhoud die wordt verraden door de fallische vorm? Neen. Wat Cohn wel zegt: al die patriarchale en seksuele metaforen stellen strategen in staat om te praten over dingen die eigenlijk te groot en te gruwelijk zijn om in woorden te vatten. Ze suggereren controle over ontwikkelingen die in feite niet te controleren vallen. Ze scheppen een veilige afstand tot de vuile materie waar het in wezen over gaat, namelijk: middelen om menselijke lichamen mee te verwonden en doden.
Met anti-militaristische ideeën als die van Cohn maak je jezelf vandaag de dag niet erg populair. In de week voor de NAVO-top ging ik luisteren bij een panelgesprek op het Just Peace Festival in Den Haag, en daar verklaarden zelfs de panelleden uit kritisch-feministische hoek in de huidige geopolitieke context niet langer principieel anti-wapens te zijn. Het kan verkeren.
Misschien moeten we inderdaad maar in defensie investeren, in godsnaam. Niet om Trump te paaien, maar juist om militair minder afhankelijk te worden van de VS. Zodat we nooit meer zo nederig hoeven buigen, voor welke daddy dan ook.
Josette Daemen is politiek filosoof aan het Instituut Bestuurskunde van de Universiteit Leiden.
