Column | Roken: van slachtoffer naar dader

Terwijl ik dit stukje schrijf, lurk ik aan mijn IQOS – het elektronisch apparaatje dat tabak verhit. Voor de precieze werking: zie het NRC-artikel van afgelopen weekend. Dat ‘lurken’ is precies het goede woord, want als roken ooit al een nonchalante elegantie heeft bezeten – schrijver achter ouderwetse typemachine, sigaret bungelend in mondhoek – is die pose onmogelijk bij het ‘nieuwe roken’. Het apparaatje is te zwaar om tussen je lippen te laten balanceren, je moet óf schrijven, of je IQOS ter hand nemen.

Mijn apparaatje helemaal; kennelijk een nu al verouderd model, veel breder dan het smalle pijpje dat bij het NRC-artikel staat afgebeeld. Het ziet er vooral uit als een medisch hulpstuk, je verwacht het in ziekenhuizen, iets uitstaande met astma, luchtweginfecties, bloedtransfusie.

Theo van Gogh (1957-2004) over wie de documentaireserie De Hunkering nu te zien is op tv, presenteerde zich als ‘De Gezonde Roker’. Dat was toen al provocerend, omdat iedereen wist dat zoiets een onmogelijkheid is. Zelf ben ik een paar jaar jonger dan Van Gogh, bepaald geen vriend van me, maar wel min of meer een generatiegenoot. Ik wist vanaf het eerste moment dat ik opstak: slecht voor je gezondheid. Deze waarschuwing klinkt pubers recalcitrant en dus aanlokkelijk in de oren. Je deed het stiekem, want de dood was nog ver weg. Maar ik heb het dus altijd geweten, ‘immer gewusst’.

Van meet af aan was roken voor mij een ‘ziektebeeld’, maar aanvankelijk wilde de samenleving nog wel clementie opbrengen voor de patiënt. De lichte versie van de heroïnejunk, een wandelende hulpvraag. Maar toen kwamen de verhalen over de schadelijke gevolgen van het meeroken, vergiftigde lucht, eeuwige nicotinedampen die rond zo’n type hingen, waardoor de patiënt naast slachtoffer ook een dader werd.

Jaren geleden rookte ik al niet meer op een zomers, drukbevolkt terras, want de beschaming die daarop volgde van de naaste omgeving, de wettelijke gelegitimeerde agressie – altijd de lekkerste – dat was zo’n nicotinestoot niet waard.

Lang nog thuis gerookt. Mijn eigen huis, maar toch ook dat van mijn echtgenoot, die mij verbande naar mijn werkkamer.

En nu dus overgestapt op de methadon – zo zie ik dat IQOS-apparaatje. Philip Morris, de fabrikant, die bekend werd met ‘Marlboro’, claimt dat bij het elektronisch roken minder schadelijke stoffen vrijkomen. Op hoop van zegen, maar het is niet de clou; er komt bijna geen rook of damp vrij bij zo’n apparaat, het vermindert niet het schuld- maar het schaamtegevoel. Je bent de stille spuiter in de hoek die geen aanstoot geeft. Vergeet de glamour.

Roken: eerst eigen schuld, eigen dood, later ook de oorzaak van andermans dood. Dat is in het kort de sociale ziektegeschiedenis.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.