Column | Regeren met de PVV? ‘Als je dat maar uit je hoofd laat’, zei Femke Zeedijk tegen Omtzigt

Op maandag, vorige week, komen 150 leerlingen van het Christelijk Gymnasium in Utrecht op bezoek in de Tweede Kamer. Drie Kamerleden die ook op die school hebben gezeten spreken hen toe: Jan Paternotte van D66, Kati Piri en Luc Stultiens van GroenLinks-PvdA. De docent maatschappijleer die mee is, oud-PvdA-Kamerlid Loes Ypma, kijkt nog rond of ze Femke Zeedijk van NSC ziet. Ook een oud-leerling. In mei kwam ze aan een vijfde klas vertellen over politiek, deze maandag zou ze in een debatzaaltje zitten. Maar ze is er niet.

In haar huis in Eindhoven, vrijdagmiddag, zegt Femke Zeedijk dat ze maandag thuis was gebleven. Ze had harp gespeeld en een dunschiller gekocht, ze is gescheiden en nog maar net verhuisd. En ze had nagedacht: hoe ging ze de volgende dag in Den Haag zeggen dat ze geen Kamerlid meer wilde zijn? Ze vond, net als Rosanne Hertzberger die ook wegging als Kamerlid, dat NSC uit het kabinet had moeten stappen na het vertrek van NSC-staatssecretaris Nora Achahbar, de enige bewindspersoon van Marokkaanse afkomst.

Al voor de verkiezingen had Femke Zeedijk, toen nog adviseur bij ASML, „weerstand” tegen samenwerken met de PVV. In de campagne was ze met Pieter Omtzigt meegegaan naar het SBS-debat en daar zag ze, zegt ze, hoe Geert Wilders „veel punten scoorde”. Na het debat, in een restaurant op het Mediapark, had Pieter Omtzigt gezegd: „Goh, Femke, misschien gaan we wel met de PVV regeren.” Dat was een grap, Femke Zeedijk weet het zeker. „Ik zei: als je dát maar uit je hoofd laat.”

In mei, op haar oude school, was het haar opgevallen hoe goed de leerlingen naar elkaar luisterden, elkaar lieten uitpraten. Heel anders dan in Den Haag. Ze wist nog dat het in háár tijd op school, in de jaren tachtig, ook al zo was. De omgang was „respectvol”. Op de basisschool had ze twee klassen overgeslagen en dat ze op de middelbare school te jong en veel te veel een nerd was om er bij te horen, snapte ze wel. Ze vond wiskunde geweldig, ze had als eerste van haar klas een computer en programmeerde. „Maar ik werd níet gepest.”

Ze denkt dat „de leidingen” in haar hoofd net zo zijn „aangelegd” als die van Omtzigt. „Als het over strategisch nadenken gaat, hoeft hij maar één ding te zeggen en ik snap hem.” Dat ze niet meer hem samenwerkt, vindt ze „een van de moeilijkste dingen” van haar beslissing om te stoppen.

Op maandag maakt Jan Paternotte de groepsapp ‘Io Sodales Parlamentum’ aan, voor de vier Kamerleden die oud-leerling zijn van het Christelijk Gymnasium. Io, Sodales, Gaudeamus is de eerste zin van het schoollied. NSC’er Tjebbe van Oostenbruggen, ook oud-leerling, zit er niet in omdat hij staatssecretaris is geworden. Femke Zeedijk nog net wel.

Ze zit in nóg een nieuwe appgroep: ‘Date?’, met Rosanne Hertzberger en Nora Achahbar. Woensdag gaan ze met z’n drieën uit eten.