Column | Probeer in filmmuseum Eye maar eens écht je broek te laten zakken, dan word je eruit gezet

Ping! Een schuldbewuste mail van het Holland Festival, daags na de openingsavond. Daar stond Stravinski’s Sacre du Printemps op het programma – muziek die vaker het Holland Festival opluisterde. De beste was misschien die keer met Pina Bausch en haar dansers, de zaal stond opgefokt op zijn kop. Zo hoeft het niet altijd, maar nu klonk de Sacre, op wat felle momenten na, schuchter, bijna hees.

Dit stuk is balletmuziek, het debuteerde in 1913 samen met een choreografie van de danslegende Vaslav Nijinski. Voor deze uitvoering was de dans vervangen door een film, een collage van armoe en drugs, van agressieve maskers en vuurwerk. Ik vond het geen doen, Stravinski’s ritmes zijn te sterk. De Sacre du Printemps behoeft de abstractie van de dans, zonder wordt het al snel pathetisch. Ik dacht aan Walt Disney, in zijn muziekfilm Fantasia ging ook hij onderuit op Stravinski’s Sacre, die hij ontdeed van dans ten gunste van pretentieuze beelden van oorlogsterreur bij de dinosaurussen. Had hij ook de Sacre maar een ballet gegund met die dansende nijlpaarden, dan had je nog eens wat meegemaakt.

Inmiddels onthult de mail van het Holland Festival dat bij de feestelijke opening „de volgorde en de timing” van de filmbeelden „niet correct” is verlopen. Oorzaak: „technische problemen” – wat verhulspraak is voor: hier heeft iemand zitten blunderen. Dat is vreselijk, maar het kan gebeuren. Even huilen en dan gaat het weer.

Smoezelig bosjeslandschap

In de mail krijgt de filmmaakster excuses aangeboden. Excuses voor de dirigente zijn er niet, ook al zag zij voor haar ogen de film ontsporen, terwijl onder haar handen het orkest de aansluiting misliep. Misschien heeft ze stalen zenuwen, maar je zou het van minder Spaans benauwd krijgen. In dat licht was die bedeesde versie van de Sacre zo vreemd niet.

Ook excuses voor het publiek blijven uit. Geeft niet, want dat leed niet onder de fout. Het dacht: ha!, prachtig. Of het dacht: jammer!, mislukking. Of iets er tussenin. Zo klonk het commentaar op de receptie na afloop, zo schreven de recensenten. Niemand die opmerkte: hier was iets mis.

Dat is niet dom, dat is de deal. In de kunsten is alles bedacht en de bedoeling, dat weet het publiek en daar kan geen kunstenaar onderuit. De Catalaanse kunstenaar Albert Serra wil dat wel. Voor zijn grootscheepse installatie Liberté creëerde hij in het Amsterdamse EYE een realistisch smoezelig bosjeslandschap. Op filmschermen rondom vertoont hij wat een stelletje achttiende-eeuwse libertijnen daar seksueel uitvreet. Serra zegt dat hij niemand regisseerde, het intieme gedrag van de acteurs en actrices is echt, houdt hij vol. Maar wel met camera’s erbij, dus hoe echt is dat?

Het publiek cruiset door de struiken, het idee is dat het opgaat in die, echte, frummelseks van de spelers op de schermen. Maar probeer jij daar maar eens echt je broek te laten zakken, dan word je eruit gezet.