Column | Populistenresidu-crisis

Nu elke amateur zijn favoriete crisis mag uitroepen, die vervolgens door de landelijke pers serieus genomen wordt, wil ik ook mijn voorkeurscrisis uitroepen: de populistenresidu-crisis. Die ervaar ik omdat een niet te onderschatten deel van de Nederlandse bevolking al jaren stemt op de populistische partij van het moment. Zo’n club – je kunt ze nauwelijks partijen noemen – levert elke keer tientallen bij elkaar gerommelde vertegenwoordigers die het pluche bezetten alsof ze een stedentrip hebben gewonnen. Eerder vroeg dan laat verworden de grote zalen van het nationale bestuur tot circus. De ene partijleider wil alles steeds onder de mest smeren, de ander worstelt trapeze-high met geestverruimende middelen, een derde is zo paranoïde dat die alleen communiceert via X. Niet alleen kunnen ze niet regeren, ze lijken dat niet eens te willen. Bij elke nieuwe verkiezingsronde hobbelen boze kiezers, nu nog bozer, naar de volgende populist en stemmen die de macht in.

Het probleem is dat elke populistenpartij na jammerlijk falen wel gedecimeerd wordt, maar nooit helemaal oplost. Er blijft residu achter. Zo komt het dat we bij doorslaggevende debatten op landelijk niveau nog steeds naar Thierry Baudet luisteren. Terwijl hij raaskalt zie je alle aanwezigen denken: Waarom heeft hij geen professionele hulp? En als hij die heeft, waarom merk je daar dan niks van? Dankzij dezelfde residu-crisis luisteren we voorlopig nog jaren naar Lientje die haar interventies oprekt met dankbetuigingen aan het personeel van het regeringsonderkomen waar ze nu weer in is getuimeld. Dankbetuigingen heeft zij omarmd als het middel bij uitstek om haar spreektijd vol te krijgen.

Over een verkiezing of twee, als ook Wilders de boze kiezer heeft teleurgesteld, zal de volgende populist opstaan. Die zal dan wel leidinggeven aan artificial-intelligence-gedreven waanzin. Het populistenresidu dat dan bestaat uit Thierry, Caroline en Wilders met een tros bananen waar hij niet-bestaande ruggengraten in zoekt, wordt een verkiezing later aangevuld met een Nederlandse lookalike van Elon Musk.

Voor de tentoonstelling van democratisch verkregen gekken kun je bij de Staten-Generaal onderhand entree heffen. Dat is dan ook het noodplan dat ik bij de door mij uitgeroepen crisis lever: Als de renovatie van het Binnenhof klaar is, houden we dat stil. De politici verhuizen terug naar de oude kamers, maar het populistenresidu laten we achter op Bezuidenhoutseweg 67. Daar mogen ze hun noodwetten, zelfverzonnen crises en deportatieplannen voor de bühne als spaghetti tegen het plafond kwakken en afwachten of er iets blijft plakken. De Staten Generaal Simulator kan zomaar de tweede Haagse publiekstrekker na Madurodam worden. Intussen zullen bij echte verkiezingen kandidaten voor het landsbestuur verplicht worden getest. Niet per se om te achterhalen of ze basisbeginselen van de democratie erkennen, maar om ons ervan te verzekeren dat het bestuurders zijn en geen patiënten.

Carolina Trujillo is schrijfster.