Column | Orbán kijkt wel uit om de EU te verlaten – binnen heeft hij meer macht dan buiten

Vorige week hield Viktor Orbán zijn jaarlijkse rede voor Hongaren in Roemenië. Ruim een uur lang oreerde hij, gebruind en in hemdsmouwen, op een zomeruniversiteit in Transsylvanië over de ontwikkelingen in de wereld en zijn rol daarin. Je kunt het met hem eens zijn of niet. Je kunt je afvragen waarom hij Hongaren in de buurlanden verwent met subsidies en dit soort evenementen – ambieert Orbán het herstel van een Groot-Hongarije dat teloorging in 1920, zoals Vladimir Poetin het Russische Rijk weer wil optrekken? Roemenië vertrouwt hem voor geen cent.

Toch, los van dit soort bedenkingen, zijn Orbáns redes interessant. Hij is redelijk open over hoe hij dingen ziet en over zijn gedrag en politieke keuzes. In deze turbulente wereld zitten burgers vol vragen. Hij neemt hen bij de hand, als een schoolmeester. De enige andere regeringsleider die macropolitieke monologen houdt, is Emmanuel Macron. Ook hij wordt bespot (‘le petit Napoléon’), maar in een tijd van grote geopolitieke schokken en beleidsverschuivingen zou je toch willen dat andere leiders hier ook eens wat over zeggen.

Orbán zegt dat we in een historische transformatie zitten: vijfhonderd jaar geleden begon de westerse, mondiale dominantie, nu neemt het Oosten het over. In zijn ogen kan het Westen de strijd tegen China om de mondiale hegemonie niet winnen, omdat het zijn eigen christelijke waarden verkwanselt. Hij laakte de omstreden scènes bij de opening van de Olympische Spelen in Parijs. Hij prijst Hongaarse diplomaten die elke EU-beleidstekst vetoën waar het woord ‘gender’ in staat. Het Westen legt het loodje, voorspelde hij. Daarom neemt hij vast een voorschot op de oosterse hegemonie door warme banden aan te knopen met China en Rusland, ook al clasht hij dan met 26 andere lidstaten.

Waarom hij steeds solo opereert? Omdat „er geen Europees beleid meer is (…) Europa verdedigt zijn belangen niet meer, het volgt alleen slaafs de buitenlandpolitiek van de Amerikaanse Democraten”. Veel EU-landen, hield hij zijn (zo te zien vrij bejaarde) publiek voor, denken „dat natiestaten niet meer bestaan”. Alleen sommige Midden-Europese landen geloven dat de natiestaat soeverein is en „onafhankelijk zijn binnen- en buitenlandse politiek kan bepalen”.

Zo kwam Orbán uit op zijn stokpaardje: dat hij een ‘Europa van naties’ wil, waarin natiestaten de lakens uitdelen. Dit was het kernpunt in zijn redenatie. En tevens het zwakste punt. Want dit Europa hebben we allang. Het idee dat we bestuurd worden door ongekozen bureaucraten in Brussel is een hardnekkige mythe. Het zijn de lidstaten die de macht hebben in Europa.

Vijfhonderd jaar geleden begon de westerse, mondiale dominantie, nu neemt het Oosten het over

De Europese Commissie is machtig omdat ze voorstellen kan doen voor meer Europa. Maar de lidstaten bepalen of die worden aangenomen (op bepaalde terreinen beslist het Europese parlement mee). Europees bankentoezicht, vaccinaankopen, grensbewaking – al die dingen stelde de Commissie decennia geleden al voor, maar de lidstaten wilden het niet. Dus gebeurde het niet.

Pas toen er grote crisissen kwamen en ze niet anders konden, haalden ze die voorstellen zelf uit de la. En gaven ze de EU onder uit de zak („Waar is Frontex?”) omdat daar niets mee was gebeurd. Zo cynisch zijn ze ook wel weer: wel de macht hebben in Europa, maar geen verantwoordelijkheid nemen.

Het Europa van de natiestaten hebben we dus altijd gehad. En we krijgen er steeds meer van: de lidstaten worden steeds machtiger in Brussel. De laatste jaren is er meer ‘Europa’ gekomen op terreinen die de lidstaten altijd nationaal hebben willen houden: gezondheid, defensie, veiligheid, energie. Maar nu ze op die beleidsterreinen acute problemen hebben die ze niet alleen kunnen oplossen, doen ze het samen. Ze besluiten dat zelf, ook Hongarije, en houden het parlement erbuiten. Weer zien ze dat ze als EU-lid machtiger zijn dan ze als niet-lid zouden zijn.

Orbán weet dit. Daarom wil hij de EU niet uit. Maar daar had hij het in Transsylvanië uiteraard niet over.