Column | Op de Spelen van de tegenorde wint Rusland

Het zal veel mensen ontgaan zijn, maar deze zomer werden er niet alleen Olympische Spelen in Parijs gehouden, maar ook een ander soort Spelen, in de Russische stad Kazan. Daar werden van 12 tot 23 juni de Brics Sports Games gehouden. Er werden 27 sporten beoefend. 82 landen stuurden 4267 delegatieleden naar Kazan – al hadden Rusland en Belarus, die van de Olympische Spelen verbannen zijn, verreweg de meeste deelnemers. Op de kleurrijke website, vol happy topsporters, zie je ook wie er de meeste medailles wonnen: Rusland 509, Belarus 247, China 62.

Je kunt denken: nou, leuk. Je kunt er ook strategischer, meer geopolitiek, naar kijken. Dat is verstandig, want dat doen de Russen zelf ook. De site Le Grand Continent vertaalde laatst een opmerkelijk essay van Oleg Kildioushov, socioloog aan de Hogeschool voor Economische Wetenschappen, die uitlegt dat Rusland bezig is „een alternatieve structuur van sportieve instituties” op te tuigen die past bij „de multipolaire wereld van de de-globalisering”. Een van de manieren waarop landen zichzelf op de kaart zetten, schrijft hij, is met internationale sportprestaties. Topsporters die medailles winnen, geven hun land prestige, en motiveren landgenoten om ook records te breken voor volk en vaderland. Russische sporters krijgen die kans volgens hem niet meer, omdat het Westen de Olympische Spelen domineert en Rusland ‘cancelt’.

Dit gebeurt vanwege een enorm dopingschandaal – zie de Netflix-documentaire Icarus uit 2017, waarin de gevluchte Russische dopingchef uit de doeken doet hoe hij op last van het Kremlin op industriële schaal dopingmonsters vervalste. Maar Kildioushov vindt dat kletskoek. Er wás geen schandaal, stelt hij. Nee, het werd gefabriceerd, om de Russen er om politieke redenen uit te werken – discriminatie op grond van nationale afkomst, een schending van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens! „Topsport is niet te scheiden van het competitieve systeem van de internationale betrekkingen, waarbij het dient als substituut voor oorlog tussen rivaliserende landen.”

Wat we hier zien, is een soort Voetbaloorlog – waarbij een voetbalinterland tussen El Salvador en Honduras in 1969 een vierdaagse oorlog ontketende waarbij 2.000 doden vielen – maar dan omgekeerd. Rusland, besluit Kildioushov, heeft drie opties: de Olympische Spelen saboteren, wachten tot het Westen sorry zegt, of een parallel systeem opzetten om „het westerse monopolie op het mondiale sportbestuur te eroderen”. Zoals je een Miss World, Miss International en Miss Universe hebt, kun je straks ook meerdere Spelen hebben. Dit voorjaar organiseerde Rusland al de ‘Spelen van de Toekomst’, ook in Kazan. „Dat was een eerste, voorzichtige stap.”

De internationale orde wordt betwist als ‘te westers’

Waarom is dit interessant? Omdat het een pars pro toto is voor een dieperliggend, groter verhaal. Volgens een rapport van het Institute for Security Studies (EUISS, een denktank van de EU) wordt de internationale politiek nu aangestuurd door het fenomeen ‘contestatie’, ofwel betwisting van de bestaande wereldorde die velen als te westers zien. Dit speelt op drie terreinen. Ten eerste territoriaal – zie Ruslands oorlog in Oekraïne, Chinese expansie in Zuidoost-Azië en de strijd om cyberspace. Ten tweede gebeurt het op bepaalde thema’s waaraan niet-westerse landen niet willen meewerken (zoals het klimaat), of waarvoor ze eigen, parallelle instellingen opzetten. Zo richtten 110 landen deze week een nieuwe VN-belastingautoriteit op, waar westerse landen van gruwen. Ten derde: normatieve contestatie, waarbij internationale normen en regels opzij worden gezet om nieuwe, niet-westerse normen te vestigen.

Europa, schrijft EUISS-directeur Steven Everts, kan drie dingen doen. Collectief terugduwen op essentiële terreinen zoals mensenrechten, cyber en klimaat; betere, lange-termijnrelaties opbouwen met de rest van de wereld; en meer investeren in zijn eigen prioriteiten. „Buitenlandpolitiek gaat over het vormgeven van de keuzes en daden van anderen”, besluit hij. Precies. Nationale leiders, die alle Europese buitenlandpolitieke besluiten nemen, moeten dit rapport vooral lezen als ze op dit terrein ooit een medaille willen winnen.