Column | Ook oorlogsrecht is een wapen geworden

Kan het oorlogsrecht zelf een wapen worden? Je ziet het gebeuren, in de schijnbaar onstuitbaar escalerende oorlog tussen Hamas en Israël. En dat is geen wonder: er is geen conflict dat moreel en ideologisch zwaarder beladen is dan het asymmetrische drama dat zich daar voltrekt.

Twee weken na de massamoord van Hamas, waaraan Israël de herinnering uit alle macht levend probeert te houden, is de publieke opinie aan het kantelen door de snoeiharde Israëlische represailles in Gaza en de wraakzucht die eruit spreekt. Het menselijke leed is schrikbarend.

Ook hier leidt de Israëlische overmacht tot de roep om ‘evenwicht’ in de berichtgeving, ironisch genoeg afkomstig uit de progressief-kritische hoek waar anders juist standaard wordt geklaagd over false balance in de media. Internationaal recht speelt daarin een sleutelrol, aangejaagd door onthutsende beelden van bebloede Palestijnse kinderen, van wie het (ongeverifieerde) dodental dagelijks wordt bijgehouden.

Oorlogsrecht verbiedt het doelgericht aanvallen van burgers en het roekeloos toebrengen van schade of letsel. Wrang genoeg is dat recht er juist mede gekomen, ook goed om te vermelden, vanuit het besef dat ‘nevenschade’ zoals het dan cynisch heet, vaak niet kan worden voorkomen. Burgers mogen geen doelwit zijn maar niet alle schade aan burgers is ook verwijtbaar. Elke strijdmacht moet een afweging maken tussen due care, de zorg die ook aan burgers van de tegenstander verplicht is, en het militaire doel inclusief force protection, de bescherming van de eigen troepen.

Dat is geen simpele rekensom. En ook niet nieuw. Al op Thomas van Aquino (1225-1274) zijn theorieën terug te voeren over de rechtvaardiging van een oorlog (jus ad bellum) en de moreel verantwoorde manier om die te voeren (jus in bello). Zoals de notie van het ‘dubbele effect’, een ‘goede’ handeling met voorziene kwade gevolgen. Waar het om gaat, is of die in verhouding staan tot het militaire doel en niet excessief zijn; dat is het idee van ‘proportionaliteit’.

Het gemilitariseerde Gaza bevat honderden legitieme militaire doelwitten en Hamas heeft lak aan oorlogsrecht. Dat ontslaat Israël niet van de plicht zich er wel aan te houden. Gedwongen evacuatie van burgers kán legitiem zijn, maar onder voorwaarden (zoals het recht op terugkeer).

Wat belooft dat de komende tijd? De bommenregen, het afsluiten van Gaza en de rabiate taal uit Jeruzalem doen het ergste vrezen. Vooralsnog is het gevreesde grondoffensief er niet en groeit de druk op Netanyahu. Zijn er uitwegen? Daarmee zou Israël niet alleen Palestijnse en eigen levens sparen, maar ook jihadisten onthouden waar zij naar hunkeren: oplaaiende Israël-haat en wie weet een regionaal conflict met als inzet het einde van de ‘zionistische entiteit’.

Sjoerd de Jong schrijft elke donderdag op deze plek een -column.