Column | Nog net geen Nobelprijs voor Viktor Orbán

Er is één ding dat je Viktor Orbán moet nageven. Als het gaat om steun aan Oekraïne is hij toonvast. Al vanaf het begin van de grootschalige invasie van Rusland verzet de Hongaarse premier zich tegen de idee dat Oekraïne kan winnen van Rusland. En het is slecht beleid om je als Europa te vereenzelvigen met een partij die niet kan winnen, redeneert hij. De kosten zijn gewoonweg te hoog.

Tot zijn verdriet wordt zijn analyse niet op waarde geschat. Sterker, hem wordt verweten dat zijn militair-strategisch inzicht gekleurd wordt door zijn afhankelijkheid van Russische olie en gas. Hoe banaal!

In de Europese Unie stond hij de afgelopen jaren in zijn ééntje tegenover de overige 26 leiders. In de NAVO is het zelfs 31 tegen 1. Ook zijn eenzame oppositierol werd tegen hem gebruikt. De rol van lone wolf in een op hol geslagen Europa zou hij maar wat graag spelen, heette het, omdat hij daar thuis electoraal mee kan scoren.

Dat stak. Want uiteindelijk draaide hij altijd bij, toch? Bijna altijd, dan. En soms wilde hij er iets voor terug. Maar ja, politiek is ook handel. Op de avond dat de EU de weg wilde vrijmaken voor toetredingsonderhandelingen met Oekraïne was hij ook geen spelbederver geweest. Toen Olaf Scholz hem vroeg een kopje koffie te gaan drinken zodat de rest vóór kon stemmen, had hij dat gedaan.

Het werd dus tijd voor iets nieuws en het tijdelijk voorzitterschap van de Europese Unie per 1 juli bood een gouden kans.

Zoals de uitvinder van moderne shuttle-diplomacy, Henry Kissinger, het in de jaren zeventig had voorgedaan, zou hij het ook aanpakken. In verbluffend tempo deed hij Kyiv, Moskou en Beijing aan. Zijn reis zou eindigen in Washington waar hij de NAVO-bondgenoten verslag zou uitbrengen.

Hij wist dat het wat los zou maken. De EU hield hij zo lang mogelijk in het ongewisse over zijn meesterzet. De NAVO, daar moest hij iets voorzichtiger mee omgaan. Voor de zekerheid bracht hij secretaris-generaal Stoltenberg vooraf op de hoogte van zijn reizen.

De Europeanen waren laaiend. Hij zou niet duidelijk hebben gemaakt dat hij niet als gezant van de machtige Europese Unie onderweg was, maar als de premier van een piepkleine EU-lidstaat. Dat was een kinderachtig verwijt: zonder strategische ambiguïteit kom je nergens! Om te pesten stuurde hij de voorzitter van de Europese Raad Charles Michel een samenvatting van zijn gesprek met Poetin op het briefpapier van het Hongaarse EU-voorzitterschap.

Gevolgen had de verontwaardiging niet: je kunt altijd rekenen op de verdeeldheid van de EU. Een groep landen wilde harde maatregelen en stevige veroordelingen. Een andere groep wilde de kwestie niet te groot maken en beperkte zich tot het sturen van lagere vertegenwoordigers naar vergaderingen die Hongarije voorzit.

Poetin en Xi hadden in elk geval briljant meegespeeld. Xi hield in zijn bijzijn een pleidooi voor vredesbesprekingen en ook Poetin zei dat hij maar wat graag over vrede wilde praten. Poetin had hem uitgelegd dat Oekraïne dit nooit kan winnen. De tijd is aan de kant van Rusland. Volgens Moskou vallen er aan Oekraïense zijde maandelijks tussen veertig- en vijftigduizend gewonden en zal dat de komende weken alleen maar erger worden.

Orbán presenteert zich nu als de enige leider die nog met alle grootmachten kan praten over Oekraïne. Dat klinkt nobel. Maar hij verloor daarbij basislessen uit het oog die hij zo bij Kissinger kan nalezen.

Onderhandelen doe je alleen vanuit een positie van kracht. Moskou zou nu aan tafel in het voordeel zijn omdat het een deel van Oekraïne bezet houdt. Het is daarom logisch Oekraïne van zoveel mogelijk steun te voorzien. Voorlopig vraagt Kyiv om die steun en vindt het Westen nog wegen om aan die vraag te voldoen.

Bovendien kun je je als onderhandelaar niet zomaar de opvattingen van een van de partijen eigen maken: in de brief aan Michel klinkt Orbán als een spreekbuis van Moskou.

En het argument dat zo snel mogelijk een einde moet komen aan de gevechten om nog meer leed te voorkomen is invoelbaar, maar niet allesbepalend. NAVO-chef Stoltenberg drukte het op de top in Washington zó uit: „De snelste manier om een oorlog te beëindigen is door te verliezen.”

Voor een Nobelprijs voor de Vrede schiet het al met al dus nog wat tekort.

Terwijl de leiders zich op de NAVO-top opwonden over Orbáns missie, was hij ze alweer een stap voor. Hij had een ontmoeting met presidentskandidaat Donald Trump.

Redacteur geopolitiek Michel Kerres schrijft hier om de week over de kantelende wereldorde.