Column | Noem belasting- ontwijking nooit meer ‘slim’

De komende decennia gaan de babyboomers in ons land een slordige 955 miljard euro overdragen aan hun erfgenamen, en Nieuwsuur maakte er een item over. Het deel van de erfenissen dat de overheid als belasting weet te innen, rekende econoom Mathijs Bouwman voor, neemt al jaren af en dat komt vooral door toenemende belastingontwijking. „Mensen zijn dus gewoon steeds slimmer geworden om met de hulp van notarissen een slimme manier te vinden om minder belasting te betalen”, concludeerde presentator Mariëlle Tweebeeke monter.

Nu vind ik het altijd flauw om iemand te pakken op één woord, maar aangezien ze hetzelfde woord twee keer gebruikte, wil ik er toch even bij stilstaan. ‘Slim’ noemde Tweebeeke de constructies voor optimale belastingontwijking. ‘Slim’ vond ze de gefortuneerde senioren die er met zulke kunstgrepen voor zorgen dat zo veel mogelijk van hun rijkdom naar het eigen nageslacht gaat, en zo weinig mogelijk naar de pot voor het publieke goed.

Het was niet de eerste keer dat ik iemand die kwalificatie hoorde gebruiken voor mensen die financieel voordeel nastreven door creatief met regels om te gaan. Een vriendinnetje noemde het ooit ‘slim’ dat haar ouders haar studerende broer hadden opgedragen zich bij de gemeente in te schrijven op het adres van hun kantoorpand, zodat de thuiswonende student toch studiefinanciering voor uitwonenden ontving. Een kennis vond het ‘slim’ hoe zijn moeder hem maandelijks zijn zakgeld uitkeerde: hij stond met een klein ‘salaris’ op de loonlijst van haar bedrijf, zodat zij over dat bedrag alvast geen winstbelasting betaalde. Tijdens mijn studententijd ontmoette ik meerdere leeftijdsgenoten die, al dan niet op advies van hun ouders, maximaal bijleenden van de overheid, om dat geld te beleggen tegen een rendement dat de DUO-rente oversteeg. Slim, toch? Waarom zou je het níét doen?

Nou, leuk dat je het vraagt: in een recent gepubliceerde studie onderzochten wetenschappers van onder meer de Universiteit van Amsterdam waarom mensen zich houden aan regels als dat hunzelf niks oplevert. Twee factoren blijken het belangrijkst: een diepgeworteld respect voor de regels, en gevoeligheid voor sociale verwachtingen.

Hoe zit het met dat diepgevoelde respect voor regels bij belastingontwijkende boomers en al degenen die mij ooit zo trots vertelden over hun financiële foefjes? Ongetwijfeld zouden sommige van die mensen aanvoeren dat er een onderscheid bestaat tussen zaken die bij wet verboden zijn en zaken die niet bij wet verboden zijn; dat de helft van de voorbeelden die ik noemde in de ene categorie valt en de helft in de andere; dat zijzelf er altijd precies voor zorgen aan de goede kant van de lijn te blijven; dat ze in die zin dus juist heel véél eerbied hebben voor de regels – maar dat vind ik te makkelijk.

Om een regel echt te respecteren, lijkt mij, moet je niet alleen de letter maar ook de geest van de wet naleven. Studiefinanciering is in de geest een middel om jongeren te helpen hun studietijd te bekostigen, geen beleggingspotje. Erfbelastingregels zijn er om geld op te halen voor alle dingen waarvan we vinden dat iedereen ze moet kunnen gebruiken – onderwijs, zorg, infrastructuur – en wel op zo’n manier dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Het is niet in de geest van die regels wanneer degenen met de sterkste schouders allerlei ingewikkelde trucs uithalen om alsnog zo min mogelijk bij te dragen, en zichzelf of hun familie daarbij trakteren op een extra financiële voorsprong op de rest.

Maar in Nederland noemen we zoiets dus ‘slim’ – en dat brengt me bij de tweede factor die volgens het UvA-onderzoek bepaalt of mensen regels gehoorzamen: sociale verwachtingen. Zolang lieden die maximaal belasting ontwijken of hun studiefinanciering beleggen niet kunnen rekenen op maatschappelijke afkeuring maar op complimenten over hun voortreffelijke vernuft, moeten we niet raar opkijken als de staat steeds minder geld weet te verzamelen voor het publieke goed.

Wat mij betreft noemen we zulke slimmigheid voortaan dan ook gewoon wat ze werkelijk is: immoreel.

Josette Daemen is politiek filosoof aan het Instituut Bestuurskunde van de Universiteit Leiden.