Column | Nieuwe coalitie zet de rechter in de hoek

Vorige week moest bij de hoogste bestuursrechter in Den Haag voor de verandering een advocaat verantwoording afleggen. En niet de gebruikelijke gedeputeerde of burgemeester. De Staat klaagde over misbruik van vreemdelingenrecht, wat zeldzaam is. De advocaat had zo’n dertien keer ‘veiligelanders’ uit vreemdelingenbewaring weten te halen, op een kwestieuze manier. Hij deed nieuwe, apert kansloze asielverzoeken, met zo min mogelijke informatie, verstuurde die naar obscure fax- of mailadressen, vooral om vertraging te veroorzaken. En reageerde niet op vragen om aanvulling.

Door een lacune in de wet kon de IND dan meestal niet anders dan zijn cliënten vrijlaten, vaak mét schadevergoeding én een stevige proceskostenvergoeding. De rechter in Arnhem tikte hem op de vingers, maar die in Den Haag vond dat de wet het toeliet. Of de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State maar wilde zeggen hoe het zat. Over zes weken volgt er uitspraak. (Die is dan te lezen in de rubriek ‘De Zitting’).

De Afdeling repareert in het vreemdelingenrecht dus lacunes, beslist over toepassing van regels en toetst ‘gegroeide praktijken’ aan het recht. De drie andere hoogste bestuursrechters werken ook zo, ieder op een eigen rechtsgebied. Dat zijn de Fiscale kamer van de Hoge Raad, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB).

Maar blijft dit keuzemenu annex doolhof voor ingewijden intact? Het hoofdlijnenakkoord van Wilders c.s. bevatte twee verrassingen. De Afdeling Bestuursrechtspraak wordt ‘verzelfstandigd’, stond er. Wat een splitsing met de Afdeling Advies betekent en voelt als een represaille voor de Toeslagenaffaire, waarin ‘de Afdeling’ nogal wat steken liet vallen. Dat vonden ze zelf ook, achteraf dan, en dat leidde tot excuses. Die fouten hadden overigens niets met de combinatie ‘advies’ en ‘rechtspraak’ te maken. Maar politiek deed dat kennelijk toch de deur dicht – de schijn van belangenvermenging, dáár moet nu maar eens een eind aan komen. De politiek grijpt hier hard in een gerechtelijke functie in, wat rechtsstatelijk opvallend is. ‘Zelfstandig’ is niet hetzelfde als ‘ga maar in de hoek staan’, maar zo voelt het wel.

Zo herleeft in Den Haag een oude kwestie, waarvan de loopgraven nooit zijn gedicht. Is dit een opmaat naar een samenvoeging met die andere drie ‘hoogste’ colleges? Wordt de Afdeling deel van de gewone rechterlijke macht? Nu is het een Hoog College van Staat, beheerd door de minister van BZK. Er kunnen (senior) hoogleraren, advocaten en bestuurders direct lid van worden, zónder opleiding tot rechter. Toga’s dragen ze er dan ook niet. Bij de rechtspraak gelden andere toelatings- en opleidingsnormen. Die buitenstaanders moeten eerst een jarenlange interne opleiding tot rechter volgen. Zónder garantie op aanstelling.

Of ligt samenvoegen met de Hoge Raad voor de hand? Dat is óók een Hoog College van Staat, met dezelfde lage drempel voor buitenstaanders zónder rechtersdiploma. Of wordt de Afdeling straks een soort vijfde Gerechtshof, voor Bestuurszaken? Er zijn Juristenbladen over vol geschreven. Een eerdere poging om het CBB onder te brengen bij de Raad van State mislukte. Dat zorgde toen voor politieke spanning, arbeidsonrust en leek ook nog duur. Of blijft dat ‘verzelfstandigen’ steken bij (voortaan) twee bordjes aan de deur van de Kneuterdijk, ander briefpapier en wat organisatorische aanpassingen?

Dat de Afdeling volgens het akkoord ook z’n taak als hoogste vreemdelingenrechter af moet staan, is veel concreter. Hoger beroep in asielzaken schaft Wilders c.s. dus botweg af. Eén rechter moet in één instantie álle vreemdelingenzaken doen. Bij rechtbanken waren dat er vorig jaar 44.000. Bij de Afdeling in hoger beroep tussen de 5.000 en 6.000 per jaar. En wie houdt al die rechtbanken dan op één lijn, als de beroepsrechter verdwijnt? Wie bepaalt dan de grens voor goochelende advocaten? Moeten lokale vreemdelingenrechters zich richten tot het EU-Hof in Luxemburg en daar informeren hoe het moet? Zoiets duurt nu makkelijk anderhalf jaar of langer. En de kwestie met de asieladvocaat was er niet welkom geweest. Uitvoeringsbeslissingen en IND-kwesties zijn ‘gewoon’ Nederlands recht.

Of zouden de vier partijen de Afdeling juist als énige bevoegd willen maken en dus die 44.000 zaken per jaar naar de Kneuterdijk willen verhuizen, wat daar tot een systeemcrash zou leiden? Niks lijkt onmogelijk voor wie het ‘strengste asielbeleid ooit’ wil.

Folkert Jensma is juridisch redacteur en schrijft om de week op maandag.