Het enige kind van mijn jeugdvriend M. is gaan studeren en bivakkeert sinds vorige week voor een schandalig bedrag in een Groningse keukenla. Getuige de foto’s beleeft de jongen de tijd van zijn leven, maar zijn vader heeft het er maar zwaar mee. Dinsdag bezocht ik M. Sip toonde hij me de oude kamer van zijn zoon. Het bed was weg, er stond alleen nog een klein bureautje en een plastic krat met wat lego, zwemdiploma’s, een hoodie en enkele Men’s Health-tijdschriften erin.
„Ach, Bertje, die is hij vergeten mee te nemen”, zei M., en pakte een afgekloven stuk pluche, waarvan het onduidelijk was wat het ooit had moeten voorstellen, op van het bureau.
„Wat ga je met zijn kamer doen nu hij de deur uit is?”
„Misschien laat ik de boel wel gewoon zo. Om nog even te kunnen doen alsof.”
„Om te kunnen doen alsof wat?”
„Weet ik veel. Dat de tijd niet bestaat ofzo.”
„Hij is niet dood hè”, zei ik en sleepte hem de kamer uit. Waar andere mensen een gat in de lucht zouden springen wanneer ze het huis weer voor zichzelf hebben, had M. binnen zes dagen een fikse post-partumdepressie te pakken.
Beneden aan de keukentafel maakten we een plan: we zouden de oude kamer van zijn zoon in een studeervertrek veranderen, altijd handig als hij een weekendje thuis kwam. We fietsten naar de bouwmarkt voor verf en rollers, dekten het meubilair af en begonnen het behang, dat er al sinds 2004 hing, van de muur te scheuren.
‘Hier!” riep M., terwijl hij strook na strook eraf rukte. „En daar!” Nou ja, dacht ik, terwijl hij de muur te lijf ging, hij kon zich tenminste even afreageren. Ik begreep hem ook wel, het is ook verwarrend dat we in een wereld leven waarin de ene na de andere dag spoorloos lijkt op te lossen in het niets. Waarin wat gisteren nog een witblond jochie was met handjes als zeesterretjes, je nu de ene na de andere foto van zichzelf appt met een bierhelm op.
Steeds harder trok M. het behang van de muur. Hij had alweer wat kleur op zijn neus. Op een gegeven moment stopte hij even en keek me aan. Zijn ogen glommen. Aan zijn voeten lagen stapels behang, alsof hij net was verveld.
„Ik moet door”, zei hij.
„Jep”, zei ik.
„Bepaalde delen van het verleden moet je ook niet eindeloos gaan verplegen”, zei hij, en scheurde driftig verder.
Ellen Deckwitz schrijft op deze plek een wisselcolumn met Marcel van Roosmalen.
De NAVO-top in Den Haag was een succes. Er werden afspraken gemaakt en de Amerikaanse president Donald Trump vertrok naar eigen zeggen met een hogere dunk van zijn Europese bondgenoten dan hij had voor aankomst in Nederland. Maar de top maakte óók duidelijk dat binnen de NAVO ongezonde machtsverhoudingen heersen en dat de alliantie van democraten zichzelf censureert. Centraal stond een belofte over defensie-uitgaven die niet snel vervuld zal zijn. Belangrijke vragen over de toekomstige relatie met Oekraïne en de aanwezigheid van Amerikaanse militairen in Europa werden omzeild of verdaagd.
Woensdag konden de regeringsleiders met opgeheven hoofd naar huis: er stonden afspraken op papier voor de toekomst, de eenheid was min of meer in tact en de Amerikaanse president Donald Trump was zo vakkundig ingepakt dat hij zijn woede-uitbarstingen van eerdere NAVO-toppen in Den Haag niet herhaalde. Waar hij Europese leiders op eerdere toppen als kleuters had behandeld, zei hij nu Europese leiders ontmoet te hebben die zich wilden inspannen hun bevolking te beschermen en die hij daarbij graag zal helpen.
Aan de top ging maanden diplomatieke en politieke voorbereiding vooraf en dat betaalde zich uit. Secretaris-generaal Mark Rutte en zijn team kozen voor een korte top met een ultrakorte slotverklaring om de ruimte voor meningsverschillen en irritaties zo klein mogelijk te houden. De slotverklaring van Den Haag bestaat uit slechts vier inhoudelijke alinea’s.
Rutte wist dat de VS één eis hadden: de defensie-uitgaven moeten fors omhoog. Trump deed in januari een slag in de lucht toen hij zei dat de uitgaven moesten stijgen van 2 procent van het bruto binnenlands product naar 5 procent. Vanaf dat moment wist Rutte: er moet een 5 in die slotverklaring staan – en die staat er inderdaad.
Bij de nieuwe norm van 5 procent hoort wel een bijsluiter. Landen moeten 3,5 procent uitgeven aan militaire zaken en mogen de overige 1,5 procent besteden aan randvoorwaarden als verbeterde infrastructuur. Met dat foefje bracht Rutte Trumps astronomische eis terug tot onderbouwbare proporties. De militaire planners in Brussel hebben berekend dat de plannen voor de verdediging van de NAVO een investering van ongeveer 3,5 procent vereisen.
Spanje doorbrak de consensus met de laconieke mededeling dat het zijn NAVO-verplichtingen ook wel met 2,1 procent van het bbp afkan. Het is de bedoeling dat landen stapsgewijs naar de 3,5 procent toegroeien, maar het gaat om zulk enorme bedragen dat de Europese verzorgingsstaten pijnlijke keuzes te wachten staan.
De slotverklaring herhaalt belangrijke uitgangspunten. Rusland wordt omschreven als een bedreiging én artikel 5 – een aanval op één land is een aanval op allen – wordt nog eens onderschreven.
Oekraïne sleepte op de top niet veel binnen, maar de opbrengst voor Kyiv was groter dan enkele weken geleden nog verwacht werd. President Zelensky was op de top goed zichtbaar en hij sprak een klein uur met Trump. Het gesprek verliep, volgens beide partijen, soepel. Trump stond niet geheel afwijzend tegenover levering van meer luchtafweersystemen. In de slotverklaring wordt het belang van Oekraïne voor de veiligheid van de NAVO erkend. Bondgenoten mogen hun militaire steun voor Kyiv dan ook meetellen voor de 3,5-procentsnorm. Over de toekomstige relatie tussen de NAVO en Oekraïne werd niet gerept. Niet Zelensky stond centraal, maar Trump.
Op de top werd ook niet gesproken over de reorganisatie van de Amerikaanse krijgsmacht. Washington wil meer armslag in Azië en dat gaat vermoedelijk ten koste van Europa. De plannen worden na de zomer verwacht.
Rutte werd vorig jaar de nieuwe baas van de NAVO mede omdat hij weet om te gaan met Trump. Zijn recept: niet te veel tegenspreken en ongeremd complimenteren. Dat werkte ook in Den Haag. Rutte onthaalde Trump met een berichtje waarin hij al op voorhand de winnaar van de top werd genoemd en werd geprezen voor de bombardementen in Iran.
Op de top omschreef Rutte Trump indirect als een ‘daddy’, die de vechtende kinderen Iran en Israël uit elkaar had gehaald. Het Witte Huis maakte prompt een korte video van Trumps bezoek aan Den Haag op de tonen van Usher’s Hey Daddy (Daddy’s Home).
De ‘daddy’-kwestie maakte pijnlijk duidelijk dat verhoudingen in het bondgenootschap danig uit het lood hangen. De VS zijn met afstand de belangrijkste bondgenoot en het is essentieel Trump aan boord te houden, maar onderdanigheid doet ook afbreuk aan het statuur van een secretaris-generaal, die niet alleen moet luisteren naar Washington maar ook geloofwaardig moet kunnen bemiddelen tussen Europese bondgenoten.
Afgelopen week berichtte de New York Post dat het tijd is voor Therapy Bro Summer: de zomer waarin mannen eindelijk, na lang verzet, massaal naar de psycholoog zullen gaan. De vraag is nog even of we hier inderdaad te maken hebben met een revolutie, of met een redactrice die haar vriend via een omweg probeert duidelijk te maken dat een proteïnedieet niet als therapie telt.
Vrouwenblad Flair kon in elk geval niet wachten en nam het bericht gretig over. „Zelfinzicht is de nieuwe sixpack. […] Dus mannen, als jullie deze zomer echt willen scoren? Boek die therapiesessie. En laat je schaduwzijde shinen.” Leuk geprobeerd dames. Maar ondertussen slingerde de Men’s Health nog geen week later het volgende Instagram-bericht de wereld in: „Bijna 1 op de 5 volwassenen in Nederland krijgt te maken met een depressie. Therapie of medicatie zijn bekende behandelingen, maar wist je dat krachttraining óók kan helpen? *spierbalemoji*”.
Vuurtjes, klappende handjes en nog meer spierballetjes in de comments. „Heeft mij 100% geholpen”, schrijft Djarno. Wist je al dat ze ook een mooie sportschool op de psychiatrische afdeling in het ziekenhuis hebben, Djarno?
Wil je een man in therapie krijgen, dan is het in veel gevallen wachten op tbs met dwangverpleging. Uit zichzelf gaan ze niet. Liever gaan ze jaartallen uit hun hoofd leren, een marathon lopen of de Air Force One spotten. Waarom toch? In een item van Hart van Nederland beweerde psychologe Valerie Ritchie deze maand dat „jongens wordt meegegeven dat ze stoer moeten zijn, en niet te veel moeten delen over gevoelens”. Als het niet hun moeder of vriendin is, staat er altijd wel een andere vrouw paraat om hun gedrag met onzinnige argumenten te vergoeilijken.
Mannen die hun emotionele strubbelingen delen, zijn zo zeldzaam dat er een haast ongepaste jubelstemming ontstond toen profvoetballer Guus Til eind vorig jaar kenbaar maakte „geen vuur meer ofzo” te voelen. Die kwetsbaarheid viel zo lekker dat Til zich later genoodzaakt zag te verduidelijken dat hij, helaas voor het publiek, „geen burn-out” had. Hij voelde zich wat verlamd, maar wist al wat de oplossing was. „Dat is voetbal.”
Na het einde van zijn carrière als profvoetballer had ook oud-international Gregory van der Wiel het moeilijk, vertelde hij afgelopen maand in een interview met de NOS. Maar: inmiddels ging het alweer beter. Nu wilde hij anderen helpen. „Ik ben haast een dokter, alle boeken gelezen, alle podcasts geluisterd, zo veel kennis vergaard, op alle vlakken.” Precies zo dachten Sigmund Freud en Keith Bakker natuurlijk ook. Jezelf helpen is al mooi genoeg, Greg.
Tot dat laatste schijnen dus steeds meer mannen bereid te zijn. In hetzelfde Hart van Nederland-interview komen de deelnemers van ‘The Gathering of Men’ aan het woord. Ze dragen T-shirts met de tekst „I see you, brother” erop en staan op blote voeten of op witte enkelsokjes in een cirkel. Er worden ademoefeningen gedaan, er wordt over gevoelens gepraat. En toch moet volgens de oprichter van de groep één ding heel duidelijk zijn. „Je komt hier niet omdat dit je therapiegroepje is. Je komt hier omdat je voelt dat je bijvoorbeeld een betere vader kan worden of omdat je voelt dat er gewoon meer capaciteit in je zit.” Eigenlijk is je mentale gezondheid niet heel anders dan je spiermassa: iets wat je kunt oppompen tot je tevreden bent met het resultaat. Lekker samen met de bro’s, net als in de gym.
Bovendien is therapie voor steeds meer vrouwen een keiharde eis. Als we de New York Post moeten geloven, willen vrouwen zich niet meer hechten aan iemand die van zichzelf niet weet wat zijn hechtingsstijl is, en hoeven ze geen kinderen met iemand die niet weet wat het innerlijke kind is. Maar voor de meesten zal enige bereidheid tot zelfreflectie al volstaan. Zet ‘m op, mannen. Als Tony Soprano het kon, kunnen jullie het ook.
Toen Anna Wintour in 1988 haar allereerste editie van Vogue als hoofdredacteur naar de drukker had gestuurd, belde die drukker meteen op: was er soms iets misgegaan? Het kon toch niet te bedoeling zijn dat de foto van een meisje met rommelig haar, amper make-up, een verwassen spijkerbroek en een Christian Lacroix-trui met opgestroopte mouwen écht op de cover moest komen?
Dat was wel degelijk de bedoeling. Wintour wilde afrekenen met de stijve close-ups van modellen met onberispelijk haar en dikke lagen make-up die toen de standaard waren. De modewereld reageerde geschokt. Maar een paar jaar later was haar speelsere, toegankelijkere benadering van mode bij vrijwel alle modetijdschriften terug te zien.
Afgelopen donderdag kondigde Anna Wintour (75) aan na 37 jaar te stoppen als hoofdredacteur van de Amerikaanse Vogue. Haar twee andere banen bij uitgeverij Condé Nast houdt ze aan: ze blijft als ‘chief content officer’ toezicht houden op titels als Vanity Fair, GQ, Condé Nast Traveller en Wired. En als ‘global editorial director’ van alle internationale Vogue-titels stuurt ze straks haar eigen opvolger aan.
Weinig mensen hebben zo’n grote stempel op de modewereld gedrukt als de in Londen geboren Wintour. Ze runt niet alleen het beroemdste modetijdschrift ter wereld, maar mentort jonge ontwerpers, stuurt hun ontwerpproces bij, helpt ze aan geld en koppelt ze aan grote modehuizen. Zo maakte ze van ontwerpers als Marc Jacobs, John Galliano en Alexander McQueen grote namen.
In 1995 werd ze voorzitter van het Met Gala, de jaarlijkse gala-avond waarmee geld opgehaald wordt voor de kostuumafdeling van het Metropolitan Museum of Art in New York. Dat is sindsdien uitgegroeid tot het grootste rodeloper-evenement ter wereld.
Madonna en Hillary Clinton
Dat tegenwoordig op de cover van vrijwel elk modetijdschrift een beroemdheid staat, is ook aan haar te danken. In 1989 zette ze voor het eerst sinds de oprichting van Vogue in 1892 geen model, maar Madonna op de cover. Later volgden sterren als Gwyneth Paltrow, Beyoncé, de Spice Girls en politici als Hillary Clinton.
Wintour staat vooral bekend om haar snoeiharde manier van leidinggeven. Met dank aan The Devil Wears Prada, de door een oud-assistent van Wintour geschreven roman die in 2006 werd verfilmd met Meryl Streep in de hoofdrol.
De afgelopen 37 jaar kwam ze regelmatig in opspraak. Met als dieptepunt het jubelende artikel over de Syrische first lady Asma al-Assad in maart 2011, nog geen maand voordat haar man vreedzame protesten tegen zijn regime liet neerslaan.
In 2020, toen de Black Lives Matter-beweging op een hoogtepunt was, kwam er veel kritiek op hoe wit zowel haar redactie als de inhoud van haar blad was. Het was een van de weinige keren dat Wintour door het stof ging.
Wintour stopt op een moment dat Vogue aanzienlijk minder gezag heeft dan tijdens de jaren negentig en begin deze eeuw, toen het nog bepaalde welke trends de massa bereikten en hoe het schoonheidsideaal eruit zag – die rol hebben social media overgenomen. Bovendien kampen alle Vogue-edities al jaren met dalende oplages en teruglopende advertentie-inkomsten.