Column | Naïeve conservatieven

Naïviteit heet een linkse eigenschap te zijn. Het clichébeeld van links versus rechts ziet er zo uit: terwijl links droomt van een wereld waarin de mensen goed en lief zijn en alles delen, kijkt rechts naar hoe de wereld écht is, ziet dat de mensen geneigd zijn tot het slechte, en gelooft niet in de maakbaarheid van de mens of de samenleving.

Op deze simplificatie valt veel af te dingen, maar daar gaat het nu niet om. Het gaat om het zelfbeeld van sommige rechtse, en in het bijzonder conservatieve, intellectuelen: dat zij prudente, nuchtere mensen zijn die zich geen illusies maken, en altijd kiezen voor stapsgewijze verandering boven doldrieste plannen.

Hoe ontluisterend moet het voor hen zijn dat in Amerika juist de conservatieve partij nu revolutionair gedrag vertoont. Zoals Justin Smith-Ruiu op zijn Substack-platform The Hinternet schreef in een essay over het nieuwe Amerikaanse regime: „Antiwoke is niet conservatief – integendeel, het wil de hele menselijke geschiedenis wegvagen.” Smith, een Canadees-Amerikaanse filosoof, betreurt het dat ‘zijn soort conservatisme’, dat draait om een neiging tot behoud en melancholie, lijkt te zijn verdwenen. Maar omdat hij zich slechts „voor ongeveer 49 procent conservatief” voelt, wordt het niet meteen persoonlijk. Smith is een observator, geen hoofdpersoon.

Dat ligt anders bij David Brooks, een bekende en eveneens Canadees-Amerikaanse schrijver en columnist. Brooks rekent zich al sinds de jaren tachtig tot de conservatieve beweging en steunde meestal de Republikeinse partij. Nu is hij dubbel ontluisterd: hij heeft zich vergist in de conservatieven, én in zijn eigen oordeelsvermogen. ‘I Should Have Seen This Coming’ heet zijn nieuwste artikel in The Atlantic. Hij beschrijft hoe geschokt hij is door Trump: „Als er een onderliggende filosofie is die Trump drijft, dan is het deze: moraliteit is voor sukkels. De sterken doen wat ze willen en de zwakken lijden wat ze moeten.” Dat staat haaks staat op wat conservatisme volgens Brooks behelst: een geloof in geleidelijke hervorming, normen en waarden en de scheiding der machten.

Het is naïef om te geloven dat de beste ideeën altijd winnen

Er kwam een term bij me op tijdens het lezen van zijn stuk: wishful thinking. Je kunt geloven dat jouw definitie van conservatisme de juiste is, maar dat betekent niet dat andere, meer autoritaire vormen van conservatisme niet bestaan. Veelzeggend vond ik de passage waarin Brooks beschrijft hoe hij al in de jaren tachtig neerkeek op conservatieven die niet aan zijn beeld van de conservatieve intellectueel voldeden. Terwijl mensen als hijzelf Milton Friedman, James Burnham, Whittaker Chambers en Edmund Burke lazen, sloegen jonge reactionairen van het studentenblad Dartmouth Review met geweld een anti-apartheidsdemonstratie neer. Brooks en zijn maten namen dit niet serieus. „Grotendeels komt dit volgens mij doordat we neerkeken op de Dartmouth Review-maffia (…). Hun intellectuele standaarden waren zo overduidelijk derderangs.”

Het doet denken aan de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig, die in De wereld van gisteren beschrijft hoe hij de nazi’s aanvankelijk onderschatte. „Ook het blaadje van de nieuwe nationaalsocialistische beweging heb ik weleens even in mijn hand gehad, de Miesbacher Anzeiger. Maar Miesbach was toch maar een klein dorpje en de stukken in het krantje waren zeer ordinair. Wie maakte zich daar druk om?”

Van Brooks verwacht je op dit punt introspectie: waarom dacht hij dat mensen met ‘derderangs’ intellectuele standaarden geen bedreiging vormden? Dacht hij soms dat de meest nobele ideeën automatisch winnen? Hoe verklaarde hij dan de triomf van het nationaalsocialisme in de jaren dertig? Of meende hij dat we als mensheid sindsdien een hoger niveau van beschaving hebben bereikt? Maar helaas, deze introspectie komt er niet. In plaats daarvan volgt een alinea met de dingen die links verkeerd heeft gedaan.

Waarom ga ik zo lang door over een Amerikaanse conservatief? Omdat iemand als Brooks laat zien hoe naïef het is om te geloven dat de beste ideeën altijd winnen. Sterker nog, het is naïef om te denken dat politiek primair om ideeën draait, en niet om aardsere zaken als wraakzucht of vermaak. Het politieke domein is onder Trump een verlengde geworden van onze sociale media-accounts, schrijft Justin Smith: Elon Musk heeft „shitpostende adolescenten” ingeschakeld om de staat te veranderen in een techplatform. Dat die mensen waarschijnlijk geen Edmund Burke hebben gelezen, betekent niet dat je ze niet serieus hoeft te nemen. Maar David Brooks negeert die hele online arena. In plaats daarvan reist hij door het land, waar hij „de krachten van het herstel” alweer ziet opbloeien in de „buurten en gemeenschappen”.

Misschien hangt naïviteit niet samen met politieke kleur, maar met een gebrek aan voorstellingsvermogen. Je moet je kunnen voorstellen dat er mensen aan de macht komen met ideeën die in een essay- of debatwedstrijd een dikke onvoldoende zouden halen. Dat is geen probleem voor hen, want in werkelijkheid nemen zij geen deel aan die wedstrijd. Zij bepalen hun eigen regels.

Floor Rusman ([email protected]) is redacteur van NRC