Column | Minispandoekjes

Christiaan Weijts

‘Die man daar… groene rugzak… even op letten…” Annabelle van het Jeugdjournaal staat al klaar voor de feestelijke onthulling van de maquette van Lelystad Airport, en de medewerkers van Madurodam zijn ineens wat gespannen.

Een beveiliger (gespierd, spiegelende sportzonnebril) haast zich, langs Paleis het Loo en huis Ten Bosch, naar de rugzakman (bril, grijs stoppelbaardje) en schaduwt hem. Overleg via mobieltjes. Spoedberaad in een medewerkerskringetje bij de Heinekenfabriek.

Daarna blokkeren vier mannen het weggetje. Rugzakman wordt subtiel maar vakkundig van het pad gejaagd, samen met twee oudere compagnons. Als vier schoolkinderen de paarse onthullingsdoek optillen en er vuurwerk sproeit, roept het drietal nog iets („Stop Lelystad Airport!”) maar dat blijft vast buiten het Jeugdjournaal.

De actievoerder is Robert Tieskens. Met zijn stichting Red de Veluwe strijdt hij al vijf jaar tegen het vliegveld. In zijn rugzak zitten houten blokjes met minispandoekjes erop („We hebben Lelystad Airport toch klein gekregen!”) Na de ceremonie wil hij ze alsnog neerzetten in de omgeving van de verkeerstoren, maar dat loopt uit op een kat-en-muisspel met een andere beveiliger. Die grist elk blokje weg zodra dat geplaatst is. Hij heeft er al een stuk of vijf verzameld. Stevig klemt hij ze in één hand achter zijn rug, en zo holt hij achter de ordeverstoorder aan. De schoolkinderen, nog opgewonden van hun tv-optreden, volgen het spelletje geamuseerd.

Ook een maquette is een standbeeld. Madurodam is de eregalerij der Nederlandse iconen, hiermee bemachtigt het vliegveld een plekje in dit pantheon. Kóópt het dit plekje, menen de actievoerders. Want op de sponsorlijst staan KLM en Schiphol, naast fossiel broertje Shell.

„Het is een provocerende marketingtruc”, zegt Tieskens. „Om het weer op de politieke agenda te zetten. Dit geeft een eenzijdig beeld, en daar wilden wij die spandoeken bij zetten, als een heel kleine, ludieke actie. Het plaatje is niet compleet zonder ook de weerstand tegen het vliegveld te tonen.”

Daar zit iets in. Madurodam is zeseneenhalve hectare ideaalbeeld, aangeharkt, zonder één wanklank. Nu we discussiëren over representatie, en wie een standbeeld verdient, mag ook Madurodam nadenken over welk Nederland het wil tonen. Moet er naast alle Hollandse glorie van de fameuze bedrijfsnamen, niet ook ruimte zijn voor de Nederlandse protestcultuur?

Volgens directeur Sander Gielen kwam deze maquette er vooral om ook bezoekers uit Flevoland iets herkenbaars te bieden. „Wij zijn geen politiek podium. Bovendien was dit een kinderbijeenkomst.” Zorgvuldig geregisseerde onschuld, kortom. Is het niet tijd voor een mini-Malieveldje? „Daar wil ik best over nadenken, in de toekomst.”

Vandaag liet dit miniatuurstaatje vooral zien waar een klein land klein in kan zijn.

Christiaan Weijts schrijft elke vrijdag op deze plek een column.