Column | Materiaal

Marcel van Roosmalen

Ik deed mee aan een ‘turbocursus’ van het bedrijf Turbo Theorie voor het theorie-examen van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Voor veel mensen is de theorie een onneembare horde. Zelf kan ik het ook niet op eigen kracht. Je voelt je klein en waardeloos als je om half zes ’s morgens opstaat om met het openbaar vervoer naar een industrieterrein in Amsterdam-Noord te gaan. De eerste cursusleider, we kregen er die dag twee, stond buiten op me te wachten. Hij kende me van televisie. De andere studenten, ik telde er acht, lagen al op stoelen in het cursuslokaal.

De opzet was: zeventig dia’s – rookpauze – zeventig dia’s – rookpauze – zeventig dia’s – rookpauze – zeventig dia’s – rookpauze – andere cursusleider – rookpauze – taxi naar het CBR-gebouw in Haarlem – examen.

Het slagingspercentage was hoog, maar je kon het op verschillende manieren berekenen.

In het lokaal een systeemplafond, er hing een diascherm, verder geen tierelantijnen. Achterin een tafeltje met een waterkoker, een pot oploskoffie en een doos theezakjes. Onze eerste cursusleider spoot voor aanvang met een spuitbus deodorant onder zijn oksels. Een daad waar niemand iets van zei, maar ik moest er toen we door de lesstof rausjten nog een paar keer aan denken.

Na zeventig dia’s de eerste rookpauze.

Ik was de oudste cursist, de enige niet-roker ook.

Ik was weer zeventien, staatsexamen havo, vlak bij stadion Nieuw-Monnikenhuize in Arnhem. Doelloos roken, hangen, het enige verschil was dat ik nu nicotinepillen vrat. Ik zat alleen met mijn rug tegen het bedrijfspand, hoofd tussen de knieën, Lucie van Roosmalen (8) belde om te zeggen dat ze inmiddels ook wakker was. En waar de afstandsbediening lag.

Weer terug.

Ik onthield een ezelsbruggetje om de maximale snelheid op een weg met een groene streep in het midden te onthouden. „Groene streep is groen briefje is honderd.”

De tweede cursusleider heette Wesley, hij was van het type dat graag in herhaling valt. „Want daar leren we van.”

In de taxibus met de andere cursisten. Zwijgend, te dicht op elkaar.

We werden genummerd en een voor een bij het CBR binnengeleid. Lang verhaal kort: ‘gevaarherkenning’ een voldoende, ‘kennis’ een voldoende, ‘inzicht’ een paar fouten te veel.

Het was niet gelukt om te onthouden hoeveel centimeter een plank uit een aanhanger mag steken. Het slagingspercentage in onze groep lag onder de 50 procent, maar je zou ook kunnen zeggen dat dat 80 procent beter was dan het gemiddelde, want het barstte op het parkeerterrein van de teleurgestelde kandidaten.

Cursusleider Wesley zei: „Je bent als organisatie ook afhankelijk van je materiaal.”

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.