Column | Makreel overbevist? Het zijn de Noren

Deze Atlantische makreel, zilver, metallic groen, is uit Schotse wateren naar boven gehaald en aan boord met miljoenen lotgenoten ingevroren in blokken van 21 kilo. Vorige week is hij in IJmuiden ontdooid, gefileerd, gepekeld en gaar gerookt in de smeulende mot van beuken- en eikenhout. Nu legt een vrouw met latex handschoenen zijn beide helften in een plastic schaaltje – niet noodzakelijk hetzelfde schaaltje. Een machine trekt er folie over en plakt een etiket: Albert Heijn gerookte makreelfilet. Binnen twaalf uur ligt hij in de winkel.

Nederlandse logistiek op zijn best, een keten waarin grote spelers als het IJmuidense familiebedrijf Cornelis Vrolijk alle schakels koppelen. „Van schip tot schap”, zeggen ze zelf. Maar hoe lang nog? Vorige week sprong het stoplicht van de Viswijzer voor Scomber scombrus van oranje op rood, tegelijk met de Britse Good Fish Guide. Beter niet meer eten, luidt het advies. Dat de blauwvintonijn een precair bestaan leidt, weten we wel. Maar dat zelfs stapelvoedsel als makreel door ernstige overbevissing niet langer als duurzaam geldt, is wennen.

Voor een IJmuidense rokerij als S.H. Meij, sinds 1924, maar nu een volle Cornelis Vrolijk-dochter die afhankelijk is van makreel, kan zelfs het doek vallen. Albert Heijn streeft er met een aantal andere ketens naar om geen vis zonder keurmerk te verkopen. In 2019 verloor de makreel al het MSC-label en nu ook de Viswijzer code rood geeft, voldoet de makreel niet langer aan het inkoopbeleid. Volgens een woordvoerder verdwijnt de vis uit het schap als er niet snel iets verandert.

De beste verandering is dat de Viswijzer zijn advies terugdraait, zegt de Pelagic Freezer Trawler Association (PFA), de koepel van vissers op scholen vis als makreel en haring, waaronder drie Nederlandse rederijen. Want ICES, het agentschap dat wereldwijd exploitatie van visbestanden bijhoudt, stelt vast dat de makreelpopulatie blijft dalen, maar voor dit jaar is er nog steeds ruimte om 577.000 ton te vangen.

„Makreel nu al op rood is voorbarig”, zegt Arnout Langerak, directeur van Cornelis Vrolijk, als hij aanschuift in de rokerij. „Waar is de wetenschappelijke onderbouwing? Dalende bestanden baren ons ook zorgen, maar we zitten nog boven de kritische grens.” Het is ook „oneerlijk”, zegt hij. Het straft vissers uit EU-staten die zich aan hun quota houden (15.000 ton voor Nederland). „Maar Noren, IJsland en de Faeröer hebben zichzelf eigenhandig een groter quotum toegeëigend.” Als daarover geen akkoord komt, zal ook ICES later dit jaar negatief oordelen, vreest de sector.

Ook Margreet van Vilsteren, directeur van de Good Fish Foundation, die de Viswijzer publiceert, wil snel vangstafspraken. Maar zeker zo zorgelijk: de paaipopulatie, het aantal makrelen dat zichzelf kan voortplanten, dendert ook naar de ondergrens. „Ik verbaas me over het gebrek aan urgentie dáárover.” ‘Vissen voor altijd’, ooit een motto van Cornelis Vrolijk, is mogelijk als paaibestanden intact blijven en alleen aanwas wordt gevangen. Zoals het nu is wordt de makreel van twee kanten opgegeten.

Hans Steketee doet elke maandag ergens vanuit Nederland verslag.