Column | Lekker geurende vrouwtjes

Niet alleen het Malieveld kleurde zondag rood. Ook op de hoogste berg van Drenthe, net buiten Wijster, leek een sympathiek miniprotest voor Gaza gaande. De wielrenners op de Col du VAM (‘4800 centimeter boven NAP’) hadden alledrie een knalrood shirtje aan – vliegensvlug bewogen ze zich in een vloeiende lijn over het asfalt.

Op de top van de voormalige vuilnisbelt lag een platgereden meikever. Te vroeg gepiekt. De larven, de ‘engerlingen’, waren na hun jarenlange verblijf onder de grond verpopt en massaal uitgevlogen tijdens de warme, droge dagen eind april. Eerst hadden ze zich tegoed gedaan aan frisgroen eikenblad; nu was de strijd om nageslacht losgebarsten.

In de Drentse bungalow waar ik had overnacht tikten de meikevers zaterdagavond als luidruchtige kamikazepiloten tegen het raam. Rondvliegende mannetjes die met hun waaiervormige antennes de lucht aftastten, op zoek naar lekker geurende vrouwtjes. ’s Ochtends vond ik ze bij bosjes zieltogend in de tuin en langs de weg. Sufgezocht, sufgevreeën. Tafeltje-dekje voor de spreeuwen en de merels. De natuur is altíjd een strijdtoneel, maar in het voorjaar net wat meer. Testosteronbonken die hun territorium verdedigen, groepsverkrachtingen, oudervogels die prooien aanslepen voor een all you can eat-buffet.

De wielrenners begonnen aan de afdaling; verderop graasde een kudde schapen. Bijna een eeuw geleden was hier bij Wijster de Vuil Afval Maatschappij opgericht om afval vanuit de Randstad naar Drenthe te brengen. Op de schrale zandgrond zou alles beter composteren: een verklaring die enigszins riekte naar een not in my backyard-excuus. Tegenwoordig is er een andere afvalverwerker actief, maar de naam VAM-berg is gebleven.

Boven de Col du VAM zweefde een raaf, symbool van dood en verderf. Een alleseter die ongetwijfeld hoopte op wat eetbaars – een deel van de belt mocht dan geasfalteerd zijn voor de sporters, verderop lagen de plastic verpakkingen open en bloot. Ik dacht aan de raven op de Veluwe, waarvan recent werd ontdekt dat ze braakballen vol plastic produceren: stukjes vuilniszak, het touwtje van een droge worst. Eigenlijk waren de Veluwse raven gezenderd om hun samenwerking met de lokale wolven te achterhalen: uit de Verenigde Staten is bekend dat raven prooien opsporen voor wolven, waarna ze mogen meedelen in de buit. Maar het spoor leidde in plaats van naar een roedel rechtstreeks naar een vuilnisbelt langs de A1.

Raven als doodseskaders, meikevers als zelfmoordcommando’s: in het licht van de grootschalige militaire oefening die tijdens mijn verblijf in Drenthe plaatsvond kreeg de natuurstrijd een grimmig tintje. Boven het Fochteloërveen had ik uit de kluiten gewassen libellen zien vliegen die ik pas na enkele seconden herkende als helikopters van de luchtmacht. Falcon Spring, valkenvoorjaar. Zouden ze bij Defensie weten dat de aartsvijand van libellen de boomvalk is?

Vanaf de VAM-berg fietste ik langs het voormalige Biologische Station Wijster, waar bioloog Piet den Boer in 1959 begon met wat inmiddels de langstlopende insectentelling ter wereld is. Het onderzoeksstation zelf is tegenwoordig gesloten, maar nog altijd trekken vrijwilligers wekelijks het veld in om loopkevers te tellen. Kevers die in weerwil van hun naam soms best kunnen vliegen, als de omstandigheden maar goed zijn. Maar juist op dat vlak gaat het de laatste decennia mis. De grootste bedreiging voor loopkevers is de mens: die zorgt met onder meer overbemesting en verdroging voor habitatvernietiging, waardoor soorten verdwijnen.

Met speciale keverbanken – lange stroken verhoogde grond, die in het voorjaar extra snel opwarmen – proberen natuurorganisaties nu de achteruitgang te stoppen. Al is dat niet alleen in het voordeel van de kevers: de ophogingen dienen tegelijkertijd als voedselbank voor akkervogels. Ook die hebben het immers moeilijk.

Langs talloze kurkdroge greppels fietste ik uiteindelijk naar huis. Loopgraven in het landschap, de littekens van alwéér een andere strijd: die tegen klimaatverandering.

En nergens een regenworm om een rozerode lijn te trekken.

Gemma Venhuizen is biologieredacteur en doet elke woensdag ergens vanuit Nederland verslag.