
PvdA’ers zien al ruim twee decennia hun zetelaantal in de Tweede Kamer dalen (op een opleving in 2012 na). Wie de stukjes van Pim Fortuyn in Elsevier (nu EW Magazine) las kon in de jaren negentig al aanvoelen dat in Rotterdam het geloof in de sociaal-democraten rap afnam. Eenmaal in de politiek zorgde Fortuyn voor een aardverschuiving. In het collectieve geheugen gegrift staat het desastreuze lijsttrekkersdebat na de Gemeenteraadsverkiezingen met aan de ene kant Ad Melkert, Paul Rosenmöller, Hans Dijkstal, Jan Peter Balkenende en Thom de Graaf en aan de andere kant Fortuyn. Het debat waarin Melkert aan debatleider Paul Witteman vroeg of hij meer orde aan tafel wilde brengen omdat Fortuyn door iedereen heen praatte.
Het nieuwe initiatief van een aantal prominente PvdA’ers, ‘Rood Vooruit!’, lijkt te draaien om de vraag hoe ze al die kiezers weer terughalen die naar de PVV liepen en naar andere linkse partijen. Ik voel voor het eerst sympathie voor Ad Melkert die een pleidooi hield voor een nieuwe partij voor PvdA-leden die niet met GroenLinks willen fuseren en in Nieuwsuur pragmatisch zei: „We moeten misschien ook iets met de stikstofregels doen.” GroenLinks omarmt te veel havermelkissues en op economisch gebied ligt er electoraal een groot gat op de linkervleugel, daar komt het idee achter Rood Vooruit in mijn ogen op neer.
GroenLinks bedrijft vooral onrealistische symboolpolitiek: filmpjes waarin multinationals als grote boosdoeners werden neergezet bij de vorige verkiezingen, GroenLinksers in Amsterdam die zich terugtrekken uit de Canal Parade omdat ze de boot moeten delen met de VVD, per definitie wegkijken bij het thema immigratie. Zo’n partij sluit een coalitie met middenpartijen uit. GroenLinks is te rigide. Laat de PvdA nu alsjeblieft niet fuseren met zo’n partij.
De kernboodschap van de PvdA ligt niet op klimaat, en ook niet op identiteit
Die rigiditeit vind ik overigens moeilijk te plaatsen. Want in het leven van alledag zijn GroenLinksers best pragmatisch, is mijn ervaring. Zo ben ik in mijn Amsterdamse wijk omringd door GroenLinksers, van wie er velen ook nog eens bij een ngo werken. Ik sta soms te kijken van hun vakantieverhalen. Minstens vier keer per jaar, en liefst zo ver mogelijk weg. ‘Om onze kinderen de pure kant van de wereld te tonen’, hoorde ik onlangs.
Dat veel PvdA’ers worstelen met de fusie snap ik goed. Voormalig minister Guusje ter Horst zei maandag in WNL Haagse Lobby dat ze zich niet langer thuis voelt bij beide partijen. Ze ergert zich vooral aan het beleid van GroenLinks en PvdA in Amsterdam. Daarom is ook zij voorstander van een nieuwe partij.
Toch is het de vraag of een nieuwe partij het juiste antwoord is op de huidige linkse vrijage. Weer een linkse partij erbij? En wat krijg je dan: oude wijn in nieuwe zakken? De zetelaantallen van voor de millenniumwissel krijg je er echt niet mee terug.
Veel politieke partijen zijn nou eenmaal uit fusies ontstaan. De PvdA is na de Tweede Wereldoorlog ontstaan uit de fusie van diverse socialistische en arbeiderspartijen. Het CDA kon pas een serieuze machtspartij worden toen ARP, CHU en KVP fuseerden. Ook GroenLinks en de Christenunie onstonden uit fusies. De nieuwe partij die prominente PvdA’ers willen oprichten doet me een beetje denken aan DS’70. Eén keer redelijk scoren bij verkiezingen, en daarna snel weer verdwijnen.
Fuseren is zo gek nog niet voor (relatief) kleine politieke partijen. Het biedt nieuwe perspectieven. De vraag is alleen of GroenLinks voor de PvdA op dit moment de juiste fusiepartij is. De ideologische verschillen zijn groot, en de achterbannen verschillen sterk. GroenLinks en D66 liggen dichter bij elkaar. De kernboodschap van de PvdA ligt niet op klimaatgebied en ook niet op het gebied van identiteit (‘woke’), maar is ‘de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen’. Daar moet de partij voor vechten, de rest is bijzaak. En daar weet ik een prima fusiepartner voor: de SP. Dan kunnen ze later kijken naar een bredere fusie op links.
Aylin Bilic is headhunter en publicist.
